Ontvangen 25 juni 2025
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In het gewijzigd amendement van de leden Grinwis en De Hoop (stuk nr. 62) wordt in het voorgestelde artikel 2.32a onder vernummering van het tweede lid tot het derde lid na het tweede lid een lid ingevoegd, luidende:
2. Een verzoek als bedoeld in het eerste lid wordt niet gedaan dan nadat andere gemeenten binnen de woningbouwregio waartoe die gemeente behoort alsmede de toegelaten instellingen als bedoeld in artikel 19 van de Woningwet en de huurdersorganisaties als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder f, van de Wet op het overleg huurders verhuurder die op het gebied van volkshuisvesting in die woningbouwregio werkzaam zijn daarmee hebben ingestemd.
Met het amendement van de leden Grinwis en De Hoop (stuk nr. 62) krijgen provincies de bevoegdheid gemeenten op verzoek om volkshuisvestelijke redenen te ontheffen van de betaalbaarheidsdoelstelling onder voorwaarde dat de betaalbaarheidsopgave in regionaal verband ingevuld blijft. De indiener benadrukt dat lokale woningcorporaties en huurdersorganisaties essentiële partijen zijn bij de totstandkoming van prestatieafspraken op lokaal niveau. Zij hebben zowel inhoudelijke expertise als een direct belang bij de samenstelling van de woningvoorraad. Dit subamendement regelt daarom dat een dergelijk verzoek alleen kan worden ingediend als niet alleen is gewaarborgd dat de betaalbaarheidsopgave in regionaal verband ingevuld blijft, maar ook dat de corporaties en huurdersorganisaties instemmen. Hiermee wordt geborgd dat afwijkingen naar beneden van de sociale huurdoelstelling alleen plaatsvinden wanneer daar breed lokaal draagvlak voor is.
Beckerman