Voorgesteld 14 februari 2024
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het gerechtshof in Den Haag heeft geoordeeld dat er een duidelijk risico op ernstige schendingen van het humanitair recht in Gaza bestaat door het leveren van F-35-onderdelen aan Israël;
constaterende dat de rechter heeft bevolen om de levering van F-35-onderdelen te staken;
overwegende dat het besluit om hiertegen in cassatie te gaan de kans vergroot dat Nederland bijdraagt aan ernstige schendingen van het humanitair recht;
overwegende dat ernstige schendingen van het humanitair recht te zwaarwegend zijn om in cassatie te gaan;
verzoekt de regering om niet in cassatie te gaan,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Baarle
Dobbe