Ontvangen 12 juni 2023
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
In artikel 32 Rechtspleging en rechtsbijstand van de departementale begrotingsstaat worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 68.000 (x € 1.000).
De toegang tot het recht voor iedereen is een belangrijk en zwaarwegend uitgangspunt voor de indieners. De indieners zien dat dit voor veel mensen financieel nog steeds te vaak een barrière is. Deze voorgestelde verhoging van het artikel Rechtspleging en rechtsbijstand bestaat nu, voor dit jaar, uit een verhoging van de vergoeding voor toevoegingen voor de sociaal advocatuur voor het jaar 2023. Voor volgend jaar zal ook een verdere verlaging van de griffierechten nodig zijn. Dit zal zorgen voor een betere toegang tot het recht door het verkleinen van financiële barrières.
De sociaal advocatuur staat al lange tijd onder druk doordat met name sprake is van capaciteitsproblemen die voor een groot deel te maken hebben met vergoedingen die achterblijven. Daarom stellen de indieners een verhoging van de vergoedingen voor de toevoegingen voor waarmee het vak van de sociaal advocaat aantrekkelijk wordt en de toegang tot het recht ook zal worden bevorderd. Deze verhoging is gebaseerd op een inflatiecorrectie van de afgelopen periode. Met dit voorstel wordt het punttarief verhoogd van 121 euro naar 137 euro. De kosten hiervan zijn 68 miljoen euro structureel, waarmee de tarieven met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2023 kunnen worden verhoogd.
De dekking wordt voor dit jaar gevonden in de algemene middelen. Daarmee komt de dekking ten laste van de algemene middelen met een bedrag van 68 miljoen euro. Structureel zal de dekking gevonden worden in een verhoging van de vennootschapsbelasting in de tweede schijf vanaf 2024. Indieners zouden deze verbetering van de toegang tot het recht structureel willen maken en roepen de regering op dit in de komende begroting op te nemen.
De indieners wijzen er verder nog op dat, om de toegang tot het recht te verbeteren, ook de griffierechten verlaagd zullen moeten gaan worden. De verlaging van de griffierechten zoals aanvankelijk voorgesteld in het coalitieakkoord moet volgens de indieners op hetzelfde ambitieniveau behouden worden door de beperking van deze verlaging in de Voorjaarsnota terug te draaien. De verminderde verlaging van de griffierechten is louter vanuit budgettaire overwegingen geweest en een onwenselijke verslechtering. De kosten hiervan zijn 25 miljoen euro structureel, vanaf het jaar 2024. Ook dat zal volgens de indieners structureel in aankomende begrotingen moeten worden verwerkt.
Marijnissen Van Nispen