Voorgesteld 1 december 2022
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de regeling voor CO2-reductie werkgebonden personenmobiliteit 1 januari 2023 in werking had moeten treden en (weer) uitgesteld is vanwege uitstel van de Omgevingswet;
constaterende dat verschillende maatregelen uit het Klimaatakkoord zijn uit- of afgesteld;
constaterende de omvangrijke resterende opgave van de mobiliteitssector in het reduceren van CO2 in 2030;
verzoekt de regering de regeling voor CO2-reductie werkgebonden personenmobiliteit op de kortst mogelijke termijn, bijvoorbeeld als onderdeel van het klimaatpakket van de Voorjaarsnota, te voorzien van meer ambitie;
verzoekt de regering deze regeling zo snel mogelijk in werking te laten treden, al dan niet via een alternatief wet- of regelgevend traject;
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Ginneken