Ontvangen 7 oktober 2022
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
De begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:
I
In artikel 1 Openbaar bestuur en democratie worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met € 500 (x € 1.000).
II
In artikel 1 Openbaar bestuur en democratie worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 500 (x € 1.000).
Het voorliggende amendement reserveert 500.000 euro voor het uitvoeren van een publiekscampagne om de meldingsbereidheid bij ervaren discriminatie te vergoten. Uit onderzoek blijkt dat weinig mensen zich met hun discriminatie-ervaringen melden bij de ADV’s. Verschillende redenen liggen hier aan ten grondslag, waaronder een gebrek aan bekendheid van de mogelijk om te melden. De breed gedeelde wens om de meldingsbereidheid te verhogen is een prioriteit van het kabinet, zo valt te lezen in het Nationaal Programma tegen Discriminatie en Racisme. We lezen hierover: «Om de zichtbaarheid van de ADV’s te vergroten, zouden de ADV’s onder één landelijke naam moeten optreden. De huidige lage naamsbekendheid van de ADV’s vormt een bedreiging voor hun effectiviteit. Lang niet alle burgers weten wat een «antidiscriminatievoorziening» is, zeker niet als deze in verschillende regio’s ook nog eens een aparte naam hebben. Dat bemoeilijkt ook het voeren van landelijke campagnes. De verwachting is dat het aantal meldingen van discriminatie zal toenemen als de ADV’s onder één naam zouden opereren. Met de ADV’s zal het gesprek worden aangegaan om de invoering van één naam in 2023 te realiseren.» De indiener juicht het toe dat de ADV’s onder één naam gaan opereren in 2023. Om dit van bekendheid te voorzien zal een publiekscampagne nodig zijn. Met dit amendement reserveert de indiener daarom 500.000 euro om een publiekscampagne te voeren waarmee de bekendheid van de ADV’s, die dan opereren onder één nieuwe naam, kan worden vergroot. Dit bedrag wordt gedekt uit de vrij besteedbare middelen binnen artikel 1 van de begroting.
Van Baarle