Ontvangen 16 september 2014
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel W, wordt artikel 3:17b als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na «entiteit voor risico-acceptatie» ingevoegd:, bank.
2. Onder vernummering van het derde tot en met vijfde lid tot tweede tot en met vierde lid vervalt het tweede lid.
3. In het tweede lid (nieuw) wordt «het eerste of tweede lid» vervangen door: het eerste lid.
4. In het derde lid (nieuw) wordt «Het eerste en tweede lid zijn» vervangen door: Het eerste lid is.
5. In het vierde lid (nieuw) wordt «het eerste of tweede lid» vervangen door: het eerste lid.
II
In artikel I, onderdeel Wa, wordt in artikel 3:17c, eerste lid, «3:17b, tweede lid» vervangen door: 3:17b, eerste lid.
III
In artikel I, onderdeel KKK, wordt in onderdeel 1 «3:17b, eerste tot en met derde en vijfde lid» vervangen door: 3:17b, eerste, derde en vijfde lid.
IV
In artikel I, onderdeel LLL, wordt in onderdeel 1 «3:17b, eerste tot en met derde en vijfde lid» vervangen door: 3:17b, eerste, derde en vijfde lid.
V
In artikel XVIIA wordt in onderdeel 1 «3:17b, eerste en tweede lid» vervangen door: 3:17b, eerste lid.
Dit amendement regelt dat de wijzigingen die met de derde nota van wijziging (Kamerstukken II 2013/14, 33 918, nr. 10) zijn aangebracht om de reikwijdte van de eed of belofte voor bankmedewerkers uit te breiden naar alle bankmedewerkers worden teruggedraaid. Het wettelijk verankeren dat alle bankmedewerkers zijn onderworpen aan de bankierseed gaat veel verder dan het oorspronkelijke wetsvoorstel waarbij alleen medewerkers met een hoog risicoprofiel of klantcontact wettelijk verplicht onder de bankierseed vallen. Als de banken zelf een bankierseed bij alle medewerkers willen afnemen is dat een vrije keuze, maar het wettelijk veranderen daarvan is een stap te ver. Daarnaast kan het leiden tot uitholling van de bankierseed als elke medewerker hier verplicht aan moet voldoen. Het oorspronkelijke voorstel om de bankierseed in te voeren voor medewerkers die het risicoprofiel van de financiële onderneming wezenlijk kunnen beïnvloeden of die financiële diensten verlenen blijft met dit amendement intact.
A. de Vries