| Het opzeggen van de Culturele Overeenkomst met Israël naar aanleiding van de gerichte moord op journalist Anas al-Sharif in Gaza en vier andere journalisten | |
| Christine Teunissen (PvdD) | |
| Eppo Bruins (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (NSC) | |
|   | |
Heeft u kennisgenomen van het bericht van de NOS over de gerichte moord op Anas al-Sharif en vier andere journalisten door het Israëlische leger, van de verklaring van de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) waarin zij hun afschuw uitspreken en oproepen tot meer maatregelen, en tevens van de verklaring van de internationale journalistenvereniging Reporters Without Borders met eenzelfde boodschap?1 2 3
Ja.
Erkent u dat de structurele moorden door Israël op journalisten in Gaza en ander illegaal bezet gebied een ernstige schending vormen van het oorlogsrecht, de persvrijheid en het recht op informatie in Palestina en Israël? Zo nee, waarom niet?
Het kabinet maakt zich ernstig zorgen over de oorlog in de Gazastrook en het hoge aantal burgerslachtoffers dat hierbij valt, onder wie journalisten.
Journalisten moeten hun belangrijke werk in vrijheid en veiligheid kunnen uitvoeren. Het kabinet roept op alle mogelijke manieren zowel Hamas als de regering-Netanyahu op om te handelen in overeenstemming met het humanitair oorlogsrecht, waarbinnen aanvallen op burgers een ernstige schending zijn. De toenemende internationale berichtgeving over gerichte aanvallen op journalisten, hetgeen zou neerkomen op schendingen van het humanitair oorlogsrecht, baart het kabinet dan ook ernstige zorgen.
Erkent u dat de structurele moorden door Israël op journalisten passen in een breder patroon van schendingen van het oorlogsrecht en humanitair recht door Israël? Zo nee, waarom niet?
Zie antwoord vraag 2.
Bent u het eens dat Nederland zo veel mogelijk maatregelen moet instellen richting Israël om genocide te voorkomen en alleen dan haar eigen verplichting onder het genocideverdrag volbrengt? Zo nee, waarom niet?
Nederland heeft de plicht zich in te spannen om genocide te voorkomen op basis van het Genocideverdrag. De manier waarop invulling dient te worden gegeven aan deze inspanningsverplichting is niet eenduidig en hangt van verschillende factoren af. Nederland neemt elk risico op genocide zeer serieus.
Nederland heeft al langere tijd stappen ondernomen om de situatie op de grond naar vermogen te verbeteren. Zoals ook in de Kamerbrieven van 21 januari jl., 18 juni jl., en 28 juli 2025 is omschreven, en in meerdere debatten met uw Kamer uiteengezet, zet het kabinet daarbij in op een combinatie van druk en dialoog.
Bent u bereid om uw verantwoordelijke collega-ministers in Israël die moeten toezien op de persvrijheid openlijk aan te spreken op de aantasting van persvrijheid door Israël en het geweld richting journalisten?
In rechtstreekse contacten met de Israëlische autoriteiten benadrukt het kabinet, in lijn met motie Ceder4, het belang van persvrijheid en de veilige toegang voor (internationale) journalisten tot de Gazastrook. Nederland onderstreept bovendien dat journalisten nooit tot doelwit mogen worden gemaakt. Het kabinet blijft dit doen.
Op welke manier spant u zich ervoor in om de veiligheid en persvrijheid te waarborgen van Nederlandse journalisten die verslag doen van de genocide op de Palestijnen en de illegale bezetting van Palestijns grondgebied?
Persvrijheid, en in ruimere zin vrijheid van meningsuiting, is sinds jaar en dag één van de belangrijkste prioriteiten binnen het Nederlandse mensenrechtenbeleid. Nederland blijft zich hiervoor hard maken.
Naast dat Nederland dit bilateraal en multilateraal aan de orde stelt, heeft het kabinet het afgelopen jaar onder andere extra middelen (0,5 miljoen euro) vrijgemaakt voor het werk van Free Press Unlimitedin de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever en extra steun voor de onderzoekscapaciteit van het VN Mensenrechtenkantoor in de Palestijnse Gebieden (2 miljoen euro). Nederland heeft er mede voor gezorgd dat er op 21 augustus jl. een gezamenlijke verklaring5 van de Media Freedom Coalition is uitgegaan over het belang mediavrijheid en veiligheid van journalisten in Gaza.
Ten aanzien van de wereldwijd inzet op persvrijheid organiseerde Nederland samen met Free Press Unlimitedtijdens de Mensenrechtenraad in maart jl. een high level evenement over het belang van mediavrijheid en veiligheid van journalisten in conflictsituaties. Daarnaast zijn via het Safety for Voices-programma (10 miljoen euro voor 2023–2027) in 2024 meer dan tweeduizend journalisten in nood geholpen.
Bent u bereid om de Culturele Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Staat Israël op te schorten om zo druk uit te oefenen op Israël en er alles aan te doen om een genocide op de Palestijnen te voorkomen? Zo nee, waarom niet?
Het kabinet vindt dat de oorlog moet stoppen en dat de regering-Netanyahu van koers moet veranderen. Zoals ook in de Kamerbrieven van 21 januari jl., 18 juni jl., en 28 juli 2025 is omschreven, en in meerdere debatten met uw Kamer gewisseld, zet het kabinet zich daarvoor in door middel van een combinatie van druk en dialoog. Het doorsnijden van culturele banden maakt daarvan geen deel uit.
Bent u bereid om een ministeriële richtlijn op te stellen voor Nederlandse universiteiten, hogescholen en culturele organisaties om samenwerkingen met Israëlische entiteiten niet voort te zetten zolang Israël zich niet terugtrekt uit illegaal bezet gebied en niet uitgesloten kan worden dat Israël bezig is met een genocide op de Palestijnen? Zo nee, waarom niet?
De keuze van Nederlandse hoger onderwijsinstellingen en culturele organisaties om samenwerkingsverbanden aan te gaan en/of op te schorten met buitenlandse instellingen vormt onderdeel van hun institutionele autonomie. Het kabinet laat besluitvorming over samenwerkingen met Israëlische instellingen en organisaties dan ook aan hen.
Binnen de academische gemeenschap en culturele instellingen vindt een open en stevige discussie plaats over op welke terreinen, met welke instellingen en op welke manier internationaal wordt samengewerkt. Daarbij kan een instelling onder meer ethische vraagstukken, kennisveiligheidsoverwegingen en kansen op nieuwe wetenschappelijke inzichten of culturele verrijking meenemen in de besluitvorming. Voor Nederlandse hoger onderwijsinstellingen geldt dat de toenmalige Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in mei 2024 een aantal uitgangspunten heeft meegegeven om mee te nemen in de besluitvorming bij het aangaan van internationale samenwerkingen. Ondertussen hebben veel Nederlandse universiteiten en een aantal hogescholen ethische commissies ingesteld of kaders ontwikkeld die adviseren of een leidraad vormen bij het aangaan, opschorten en/of opzeggen van gevoelige (internationale) samenwerkingen. Besluiten over internationale samenwerkingen en continuering daarvan worden dus zorgvuldig afgewogen.
Bent u bereid deze moord en de bredere trend van aanvallen op media door Israël te agenderen in de eerstvolgende Europese OJCS-raad en te pleiten voor concrete maatregelen die de Europese Unie kan treffen richting Israël, en bent u tevens bereid om in deze raad te pleiten voor het opschorten van het EU-Israël Associatieverdrag? Zo nee, waarom niet?
Het kabinet volgt de zorgwekkende ontwikkelingen in Israël en de Palestijnse Gebieden nauwgezet en beziet steeds welke stappen het kan zetten om de situatie ten goede te keren. Het kabinet is hierover ook actief in gesprek in EU-verband. Zoals de Kamer reeds is geïnformeerd in de brief van 28 juli jl.,6 zet Nederland zich in de EU in voor een opschorting van het handelsdeel van de Associatieovereenkomst tussen de EU en Israël; steunt Nederland het voorstel dat de Europese Commissie heeft gedaan tot opschorting van de samenwerking tussen Israël en de European Innovation Council (EIC), een onderdeel van Horizon Europe; en blijft Nederland in samenwerking met gelijkgestemde partners aandringen op een voorstel van de Europese Commissie voor handelspolitieke maatregelen ten aanzien van goederenimport uit de Israëlische illegale nederzettingen in bezet gebied, conform de motie Van Campen en Boswijk.7 Om de Nederlandse inzet op EU niveau nogmaals duidelijk te maken, is voorafgaand aan de Raad Buitenlandse Zaken (Gymnich) van 29 en 30 augustus 2025 een gezamenlijke brief met Zweden hierover aan de Hoge Vertegenwoordiger van de EU, Kaja Kallas, gestuurd.
| Het volgen van Duitsland in een wapenexportboycot naar Israël | |
| Christine Teunissen (PvdD) | |
| Caspar Veldkamp (minister sociale zaken en werkgelegenheid) (NSC) | |
|   | |
Heeft u kennisgenomen van het bericht van Tagesschau dat de Duitse regering per direct wapenexporten naar Israël verbiedt, vanwege de door Netanyahu aangekondigde bezetting van Gaza?1
Het kabinet heeft kennis genomen van het besluit van Duitsland om uitvoer naar Israël van militaire goederen die in Gaza kunnen worden ingezet te stoppen.
Het kabinet is, net als Duitsland, van mening dat bij uitvoer naar Israël van militaire goederen die ingezet kunnen worden in de Gazastrook duidelijke risico’s bestaan op mensenrechtenschendingen en ernstige schendingen van het humanitair oorlogsrecht en is bovendien van mening dat die duidelijke risico’s eveneens gelden ten aanzien van mogelijke inzet op de Westelijke Jordaanoever. In dat kader zijn sinds 7 oktober al 11 vergunningen afgewezen.
Zoals de situatie nu is, is het uitgesloten dat Nederland een vergunning verleent voor de uitvoer of doorvoer van Nederland naar Israël van militaire goederen of dual-use goederen met militair eindgebruik die kunnen bijdragen aan de activiteiten van de Israëlische krijgsmacht in de Gazastrook of op de Westelijke Jordaanoever. Nederland gaat daarmee verder dan Duitsland.
Deelt u de analyse dat deze beslissing van Duitsland erkent dat wapenleveranties aan Israël een reëel risico vormen om bij te dragen aan schendingen van het internationaal humanitair recht en genocide? Zo nee, waarom niet?
Zie antwoord vraag 1.
Bent u bereid om het Duitse voorbeeld te volgen en per direct alle Nederlandse wapenexporten of leveringen van militaire goederen en technologie naar Israël stop te zetten die in Gaza kunnen worden gebruikt? Zo nee, waarom wilt u niet alles eraan doen om een genocide te voorkomen?
Zie antwoord vraag 1.
Kunt u uitsluiten dat vanuit Nederland, direct of indirect, militaire goederen of technologie naar Israël worden geleverd die in de Gazastrook kunnen worden ingezet?
Zie antwoord vraag 1.
Bent u bereid om in navolging van Duitsland ook de uitvoer van zogenoemde dual-use-goederen naar Israël te beperken of te stoppen, wanneer er een risico bestaat dat deze bijdragen aan militaire operaties in Gaza? Zo nee, waarom wilt u niet alles eraan doen om een genocide te voorkomen?
Zie antwoord vraag 1.
Heeft Nederland in de afgelopen twee jaar wapenexporten of leveringen van militaire goederen of technologie naar Israël goedgekeurd die ingezet kunnen worden in Gaza?
Het kabinet heeft de afgelopen jaren geen export goedgekeurd van goederen waarvan werd beoordeeld dat er een duidelijk risico was dat deze zouden worden gebruikt bij het begaan van ernstige schendingen van mensenrechten of het humanitair oorlogsrecht. Daar waar dat risico wel is geconstateerd heeft het kabinet afgifte van vergunningen afgewezen (11 gevallen).
Ook heeft het kabinet onlangs drie reeds verleende vergunningen voor de uitvoer van reserveonderdelen voor marineschepen vanwege de catastrofale situatie in de Gazastrook herbeoordeeld aan de hand van de Europese wapenexportcontrolecriteria. De uitkomst van deze herbeoordeling was dat het risico op ongewenst eindgebruik dermate groot werd geacht dat deze drie vergunningen zijn ingetrokken.
In dezelfde periode werden acht vergunningen toegewezen voor de uitvoer naar Israël van militaire goederen en dual-use goederen met militair eindgebruik. Dit gaat om één vergunning voor de uitvoer van schokdemperonderdelen voor containers op marineschepen, twee vergunningen voor de uitvoer van onderdelen voor het Iron Dome-luchtafweersysteem (conform motie-Kahraman2), één vergunning voor de uitvoer van demonstratiematerieel dat na beursdeelname in Nederland weer is geretourneerd naar Israël waarvan het eindgebruik niet bij de Israëlische krijgsmacht ligt, één vergunning voor de uitvoer van minimaal noodzakelijke technologie ter ondersteuning van uit te brengen offertes naar diverse landen waaronder Israël en drie vergunningen voor de uitvoer van reserveonderdelen voor (hangar)deuren/luiken van Israëlische marineschepen. Bij al deze 8 afgegeven vergunningen werd op moment van toetsing geoordeeld dat er geen sprake was van een duidelijk risico op schendingen van de mensenrechten of het humanitair oorlogsrecht. De laatstgenoemde drie vergunningen met betrekking tot de uitvoer van reserveonderdelen voor Israëlische marineschepen zijn onlangs, na een herbeoordeling aan de Europese kaders voor wapenexportcontrole in het licht van de zorgen over de wijze van inzet van de Israëlische strijdkrachten in en ten aanzien van de Gazastrook en de verslechterende omstandigheden aldaar, ingetrokken.
Tot slot heeft het kabinet sinds 7 oktober 2023 ook vergunningen afgegeven voor de (tijdelijke) uitvoer naar, of doorvoer via, Israël voor ontwikkel-, productie- of onderhoudsdoeleinden. In geen van deze gevallen was sprake van eindgebruik door de Israëlische krijgsmacht. Over dergelijke transacties is de Tweede Kamer meermaals geïnformeerd (zie bijvoorbeeld het antwoord op vragen van de leden Hirsch en Piri over de nieuwe regels en controles op (wapen)export naar Israël, d.d. 6 juni 2025, Kamerstuk 2025D26676).
Herinnert u zich de aangenomen motie van het lid Teunissen c.s. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 3120) waarin de regering wordt verzocht om in EU-verband te pleiten voor het toevoegen van honden die als wapen kunnen worden ingezet aan de controlelijst van de EU-verordening voor dual-use, en tevens alle andere opties te verkennen om zo snel mogelijk een einde te maken aan de export van dergelijke vechthonden naar Israël? Herinnert u uw toezegging van 11 juli om binnen een week een brief te sturen naar de kamer hierover?
Over de uitvoering van de motie van het lid Teunissen3 over het toevoegen van honden aan de Dual-Use Verordening heb ik u op 24 juni 2025 bericht. Voor het antwoord op deze vragen verwijs ik u dan ook naar desbetreffende brief.4
Waarom duurt het zo lang om de in deze motie genoemde mogelijkheden te verkennen?
Zie antwoord vraag 7.
Wat is de huidige status van de uitvoering van deze motie?
Zie antwoord vraag 7.
Kunt u aangeven welke concrete stappen de regering sinds de aanneming van deze motie heeft gezet om de export van vechthonden uit Nederland, die als wapen kunnen worden ingezet, te stoppen?
Zie antwoord vraag 7.
Wanneer stopt de export van vechthonden uit Nederland naar Israël, gezien het herhaaldelijk gedocumenteerde gebruik daarvan bij ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht?
Zie antwoord vraag 7.
| Het bericht dat aan ISIS-gelieerde terroristen christenen onthoofden en kerken platbranden in Afrika | |
| Raymond de Roon (PVV) | |
| Caspar Veldkamp (minister sociale zaken en werkgelegenheid) (NSC) | |
|   | |
Bent u bekend met het bericht dat in Mozambique en Congo aan ISIS-gelieerde terroristen christenen onthoofden en kerken platbranden?1, 2
Ja.
Kunt u bevestigen dat in Mozambique onlangs meerdere dorpen zijn aangevallen door terroristen, waarbij «ongelovige» christenen het doelwit waren?
Sinds 2017 wordt de noordelijke provincie Cabo Delgado in Mozambique geconfronteerd met gewelddadige conflicten veroorzaakt door extremistische groeperingen. Hoewel de veiligheidssituatie sinds de grootschalige aanvallen in 2021 aanzienlijk is verbeterd, hebben zich de afgelopen weken opnieuw meerdere gewelddadige incidenten voorgedaan. Deze aanvallen, waaronder enkele die door de Islamitische Staat (IS) zijn opgeëist, vonden plaats in verschillende delen van de provincie, onder meer in de zuidelijk gelegen districten Chiúre en Ancuabe.
De slachtoffers van deze aanvallen en de daarbij horende criminele activiteiten, zoals plunderingen, ontvoeringen en het innen van illegale tolgelden, behoren tot diverse religieuze en niet-religieuze groepen, onder wie christenen, moslims en personen zonder religieuze overtuiging.
Deelt u de analyse van het Middle East Media Research Institute (MEMRI) dat er inmiddels een stille genocide plaatsvindt gericht op christenen in Afrika? Zo nee, waarom niet?
Deze analyse wordt niet gedeeld. De slachtoffers van de onder twee genoemde aanvallen en criminele activiteiten behoren tot diverse religieuze en niet-religieuze groeperingen, waaronder ook maar niet alleen christenen.
Het vaststellen van genocide is complex, aangezien aan alle elementen van de juridische definitie van genocide uit het Genocideverdrag moet worden voldaan. Dit houdt in dat sprake moet zijn van één of meerdere handelingen uit het Genocideverdrag én van genocidale opzet. Daarnaast geldt voor het misdrijf genocide een hoge bewijslast. Volgens het beleid van het kabinet zijn bij dergelijke kwalificaties uitspraken van internationale gerechts- en strafhoven, eenduidige conclusies volgend uit wetenschappelijk onderzoek of vaststellingen door de VN-Veiligheidsraad zwaarwegend. Daarom is het kabinet in de regel terughoudend met het kwalificeren van situaties als genocide. Dit geldt ook voor deze situatie. Het kabinet erkent en betreurt het geweld en blijft zich sterk maken voor de bescherming van religieuze vrijheid en de naleving van mensenrechten.
Wat doen de Nederlandse diplomatieke posten in Afrika om het brute geweld van de ISIS-terroristen, en andere jihadistisch tuig, tegen christenen te monitoren?
Nederlandse ambassades in Afrika monitoren geweld van onder andere ISIS en andere jihadistische en terroristische groeperingen nauwgezet en werken samen met lokale en internationale partners om te bepalen of en op welke wijze Nederland een bijdrage aan bestrijding hiervan kan leveren. In de jaarlijkse Mensenrechtenrapportage (sinds 2024 Mensenrechten, Democratie en Internationale Rechtsorderapportage, zie Kamerstuk 2025D25289) wordt gerapporteerd over de Nederlandse inzet op de prioritaire mensenrechten thema’s waaronder vrijheid van religie en levensovertuiging. Ook zet het kabinet zich in om de grondoorzaken van het geweld in internationaal verband aan te pakken. Via het Joint Initiative for Strategic Religious Action (JISRA) ondersteunt Nederland bijvoorbeeld in onder meer Nigeria, Ethiopië, Mali en Oeganda interreligieuze dialoog en lokale vredesinitiatieven, gericht op het verminderen van spanningen en het vergroten van weerbaarheid tegen extremisme.
Welke mogelijkheden ziet u om het gruwelijke geweld tegen christenen in Afrika de komende tijd op de internationale de agenda te plaatsen?
Nederland blijft het geweld tegen alle geloofsgroepen in Afrika en elders actief agenderen in bilaterale contacten en multilaterale fora, waaronder de EU en de VN-Mensenrechtenraad. Daarbij wordt samengewerkt met gelijkgezinde landen en gebruikgemaakt van netwerken zoals de International Religious Freedom or Belief Alliance. Via deze kanalen pleit Nederland voor naleving van het recht op vrijheid van religie en levensovertuiging, betere bescherming van religieuze minderheden en versterkte internationale inzet op conflictpreventie.
| Inzet om patiënten die urgent medische behandeling nodig hebben, uit Gaza naar functionerende behandelcentra te brengen. | |
| Daniëlle Hirsch (GL) | |
| Caspar Veldkamp (minister sociale zaken en werkgelegenheid) (NSC), Boerma | |
|   | |
Bent u bekend met het artikel «Gaat Nederland ernstig zieke patiënten uit Gaza halen en hier behandelen? «Nodig om te overleven»»1 en «Jud Awad kan genezen van leukemie, maar dan moet Nederland wel toestaan dat ze uit Gaza wordt gehaald»2?
Ja.
Deelt u de constatering van hulporganisaties dat ernstig zieke patiënten, waaronder kinderen, die zich in Gaza bevinden, niet ter plekke behandeld kunnen worden? Zo nee, waarom niet?
Ja. Er is nauwelijks gespecialiseerde medische zorg beschikbaar in de Gazastrook.
Beschikt Nederland in theorie over mogelijkheden om deze ernstig zieke patiënten te helpen? Zo ja, over welke theoretische mogelijkheden beschikt Nederland?
Het leed van mensen die medisch geëvacueerd moeten worden is schrijnend, in het bijzonder waar het kinderen betreft. Het kabinet is vastberaden om verlichting en hulp te bieden. Zoals bekend zet het kabinet in op het helpen van zoveel mogelijk patiënten in de regio en het vergroten van capaciteit daartoe. Hiervoor zijn de noden hoog en op dit gebied kan Nederland snel een concrete en zinvolle bijdrage leveren. Het kabinet onderzoekt mogelijkheden voor concrete steun. De verschillende steunmogelijkheden in de regio worden interdepartementaal in kaart gebracht, in samenwerking met Defensie en VWS.
Het kabinet spant zich in om de knelpunten die in de regio worden ervaren te verlichten. Recent heeft Nederland een aanvullende bijdrage van 3 miljoen euro aangekondigd voor de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) waarmee de medische ondersteuning en evacuatie van patiënten uit de Gazastrook naar landen in de regio kan worden bekostigd. Ook in 2024 stelde Nederland een bijdrage van 3 miljoen euro beschikbaar voor de WHO ter ondersteuning van medische capaciteit in de Gazastrook en de regio. Destijds heeft het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport eveneens medische hulpmiddelen ter waarde van 1,5 miljoen euro beschikbaar gesteld aan Egypte met oog op medische evacuaties uit de Gazastrook.
Het kabinet maakt in 2025 25 miljoen euro vrij voor hulp aan mensen uit Gaza. Dit gaat om humanitaire hulp en ondersteuning voor de langere termijn, zowel in de Gazastrook als landen in de regio. Het kabinet biedt daarmee een substantiële bijdrage aan de humanitaire medische noden in Gaza. Op dit moment wordt hierin prioriteit gegeven aan medische evacuaties in de regio en ondersteuning van medische capaciteit daarbij. Uit deze reservering wordt voorts 800.000 euro vrijgemaakt ter ondersteuning van het werk van Save the Children voor patiënten die zijn geëvacueerd naar Egypte. Met deze bijdrage kan Save the Children circa 600 patiënten helpen voor een periode van één jaar.
Het kabinet identificeert verdere mogelijkheden in de regio, zoals het beschikbaar stellen van Nederlandse medische expertise voor gecompliceerde zorgvragen waar beperkte behandelcapaciteit voor aanwezig is in de regio. Daarbij wordt ook de medische capaciteit in de Westelijke Jordaanoever en landen in de regio, zoals Egypte en Jordanië in ogenschouw genomen. De nadere invulling van dit pakket voor hulp in de Gazastrook of de regio wordt te zijner tijd aan uw Kamer kenbaar gemaakt. Bovendien heropen ik het contactpunt waar partijen en medisch gekwalificeerde personen zich kunnen melden. Daar worden zij in contact gebracht met de hulpverlening in de regio die daar wordt georganiseerd door verschillende NGO’s en de WHO. Hiermee faciliteer ik de behoefte onder Nederlandse zorgprofessionals om ter plaatse in de regio een bijdrage te leveren aan de zorg voor Gazaanse patiënten. De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport helpt mee door het contactpunt actief onder de aandacht te brengen van de partijen in de Nederlandse zorg.
Naast financiële ondersteuning voor medische evacuaties en behandelcapaciteit in de regio zet Nederland zich diplomatiek in richting Israël en landen in de regio voor de verruiming van mogelijkheden voor medische evacuaties uit de Gazastrook. Over deze thematiek spreek ik met Ministers van Buitenlandse Zaken van landen uit de regio.
Welke van deze theoretische mogelijkheden brengt Nederland op dit moment ook daadwerkelijk in de praktijk – welke concrete maatregelen treft u?
Zie antwoord vraag 3.
Klopt het dat Nederland tot nu toe niet bereid is geweest ervoor te zorgen dat ernstig zieke patiënten in Nederland behandeld kunnen worden? Zo ja, wat is daar de reden voor? Zo nee, hoeveel patiënten zijn er sinds het begin van de gewelddadigheden op 8 oktober 2023, in Nederland behandeld?
Er zijn sinds 8 oktober 2023 geen patiënten zonder verblijfsrecht geëvacueerd uit de Gazastrook voor medische behandeling in Nederland. Het staat buiten kijf dat ernstig zieke patiënten een behandeling moeten krijgen en dat de behoefte aan ondersteuning in de regio groot en acuut is. Het kabinet heeft ervoor gekozen zich te richten op het bieden van diplomatieke en financiële ondersteuning voor medische evacuaties en behandeling in ziekenhuizen in de regio. Nederland kan daar snel een concrete en zinvolle bijdrage leveren.
Klopt het dat Nederland tot nu toe alleen heeft ingezet op behandeling in de regio?
Ja.
Klopt de observatie van de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) dat op dit moment nog ongeveer twaalfduizend mensen, waaronder veel kinderen, evacuatie nodig hebben om te overleven of om een menswaardige kwaliteit van leven te kunnen hebben3? Zo nee, waarom niet?
Volgens de meest recente schattingen van de WHO zouden minstens 15.800 patiënten geëvacueerd dienen te worden voor medische behandeling buiten de Gazastrook.
Klopt het dat 4 op de 5 van onze verzoeken tot medische evacuatie door de Israëlische autoriteiten niet behandeld worden of worden geweigerd? Zo nee, over welke cijfers beschikt u? Van welke instantie zijn die afkomstig?
Dit cijfer is bij het kabinet niet bekend. Israël staat op dit moment meer medische evacuaties uit de Gazastrook toe. Het is echter evident dat er veel te weinig mogelijkheden bestaan voor medische evacuaties. Tussen het verbreken van het staakt-het-vuren door Israël op 18 maart jl. en het laatste meetmoment op 13 augustus jl. zijn via de WHO 452 patiënten medisch geëvacueerd.
Klopt het dat Nederland een aantal acties kan ondernemen om te zorgen dat deze patiënten de behandeling krijgen die ze nodig hebben, zoals zorgen dat er Israëlische goedkeuring komt voor opnames in buitenlandse ziekenhuizen, met het recht op terugkeer en met het doel om te zorgen dat mensen behandeld worden; behandeling in de regio bekostigen en zorgen dat patiënten gespecialiseerde zorg in Nederland te krijgen? Zijn dit alle acties die Nederland kan ondernemen, of heeft u nog andere mogelijkheden om mensen uit Gaza die behandeling nodig hebben, te steunen?
Zie het antwoord op vragen 3 en 4 voor toelichting van de financiële ondersteuning van medische evacuaties en capaciteit voor behandeling in de regio. Dat de capaciteit voor gespecialiseerde zorg onder druk staat in de regio is bekend. Zoals bekend zet het kabinet in op het helpen van zoveel mogelijk patiënten in de regio en het vergroten van capaciteit daartoe. Ook daarvoor zijn de noden hoog, en op dat gebied ziet het kabinet mogelijkheden om snel een concrete en zinvolle bijdrage te leveren.
Daarnaast is het inderdaad belangrijk dat patiënten die worden geëvacueerd de garantie krijgen te zijner tijd weer te kunnen terugkeren. Daarvoor zet het kabinet zich in.
Klopt het dat verzoeken tot behandeling door bevriende naties meer kans van slagen hebben? Zo nee, waarom niet?
Het kabinet roept Israël op de mogelijkheden voor medische evacuaties te verruimen, inclusief naar de Westelijke Jordaanoever, en om deze processen te bespoedigen. Dat is mogelijk door het intensieve contact dat Nederland met Israël onderhoudt en gebeurt voortdurend en op verschillende niveaus. Nederland pleit hierbij in eerste instantie voor een algemene verruiming van mogelijkheden voor medische evacuaties. Daarnaast worden mogelijkheden voor ondersteuning van specifieke medische evacuaties in de regio verkend in nauwe afstemming met relevante hulporganisaties.
Heeft Nederland verzoeken gedaan aan de Israëlische autoriteiten om patiënten uit Gaza die gespecialiseerde hulp nodig hebben, elders te laten behandelen? Zo nee, wat zijn uw afwegingen geweest om dergelijke verzoeken niet te plaatsen? Zo ja, hoeveel verzoeken zijn er ingediend bij de Israëlische autoriteiten? Hoeveel daarvan zijn toegekend? Hoeveel van de mensen waarvoor Nederland een verzoek heeft ingediend, ontvangen nu hulp buiten Gaza?
Zie antwoord vraag 10.
Klopt het dat in Nederland nog geen enkele patiënt is opgenomen voor specialistische behandeling? Zo ja, kunt u verklaren waarom dit niet het geval is, terwijl landen als Malta, Italië en Luxemburg wel patiënten schijnen te behandelen en het VK heeft aangekondigd 100 kinderen te evacueren voor urgente medische behandeling4? Heeft u staand beleid op de behandeling van patiënten uit Gaza in Nederland? Zo ja, wat is dat beleid?
Ja. Over de manier waarop wordt bijgedragen aan medische evacuaties maakt ieder land een eigen afweging. Het kabinet richt zich op evacuaties in de regio en heeft een extra pakket voor humanitaire en medische noden gereserveerd om de capaciteit aldaar te verhogen. We kijken daarnaast samen met het Ministerie van Defensie en het Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport hoe we expertise kunnen overbrengen. Specifiek bezien we hoe we de medische capaciteit in landen als Jordanië en Egypte kunnen ondersteunen.
Als de berichtgeving niet klopt, en er dus wel patiënten uit Gaza in Nederland zijn opgevangen, kunt u dan aangeven hoeveel verzoeken voor behandeling in Nederland aan de Israëlische autoriteiten zijn gedaan? Hoeveel van die verzoeken zijn toegewezen? Hoeveel van de patiënten die het betreft, zijn of worden op dit moment nog in Nederlandse ziekenhuizen behandeld?
Zie beantwoording van vraag 12.
| De berichtgeving ‘Sudan lijdt onder ongeziene hongersnood: kinderen sterven, hulp schiet tekort’ | |
| Don Ceder (CU) | |
| Caspar Veldkamp (minister sociale zaken en werkgelegenheid) (NSC) | |
|   | |
Bent u bekend met het artikel «Sudan lijdt onder ongeziene hongersnood: kinderen sterven, hulp schiet tekort»?1 en zo ja, hoe beoordeelt u dit artikel?
Wij hebben kennisgenomen van het artikel en delen de daarin genoemde zorgen omtrent het conflict in Soedan.
Welke stappen zet het kabinet, zowel nationaal als in EU-verband, per ommegaande om te voorkomen dat er mensen sterven van de honger in Sudan en op reguliere wijze voldoende voedsel hebben? Is het kabinet bereid om met een «coalition of the willing» te kijken of mogelijke airdroppings of andere manieren van voedselverstrekking mogelijk zijn? Zo nee, waarom niet?
Nederland ondersteunt humanitaire organisaties werkzaam in Soedan bij het werk om de hoogste noden te adresseren. Dit gaat zowel via flexibele financiering – zoals aan de belangrijkste VN-organisaties (waaronder het Wereld Voedselprogramma/WFP en UNICEF) en het Rode Kruis – als via financiering specifiek voor Soedan. Zo financiert Nederland de Dutch Relief Alliance en haar lokale partners en draagt Nederland EUR 16 miljoen bij aan het Soedan Humanitaire Fonds van de VN dat ook lokale burgerinitiatieven, waaronder gaarkeukens ondersteunt.
Humanitaire organisaties blijven zich inspannen om voedsel te brengen naar de gebieden waar de nood het hoogst is. De VN zet zich op het hoogste niveau in om humanitaire toegang te bevorderen en een staakt-het-vuren te bewerkstelligen, opdat hulp de getroffen bevolking kan bereiken. Een humanitaire pauze met vrije toegang is cruciaal voor de belegerde stad El Fasher, waar WFP al een jaar geen voedsel heeft kunnen brengen en mensen nauwelijks toegang hebben tot voedsel.
Humanitaire actoren en donoren zijn voortdurend in gesprek over de beste manieren om hulp bij de mensen in nood te krijgen. Omdat de noden kolossaal zijn – terwijl de via airdrops te vervoeren volumes gering zijn – vormen airdrops geen wezenlijk alternatief voor transport over land. Bovendien is er voor airdrops, net als voor andere vormen van hulp, toestemming nodig van strijdende partijen.
Op welke wijze en via welke partijen is er sinds begin 2025 voedsel Sudan binnengekomen? Om hoeveel ton voedsel gaat dat? Welke rol heeft Nederland hierin gehad? Welke feitelijke blokkades zijn er momenteel om te voorkomen dat er voldoende voedsel het gebied en de vluchtelingenkampen binnenkomt? Indien het om de veiligheidssituatie ter plekke gaat, welke rol kan Nederland in nationaal of EU-verband betekenen om ervoor te zorgen dat voedsel op een veilige wijze onschuldige burgers kan bereiken?
Sinds begin 2025 is via diverse kanalen en geografische locaties voedselhulp aan Soedan geleverd: via WFP, UNICEF, UNHCR en OCHA maar ook via ECHO en internationale NGO's waaronder de DRA. Daarnaast verbouwt Soedan ook zelf voedsel, dat ook binnen Soedan wordt aangewend om de honger te bestrijden, ook al is dit onevenwichtig verdeeld over het land. Echter, voedsel in Soedan krijgen betekent nog niet dat het voedsel de bevolking ook direct bereikt. Er is dan ook geen exact cijfer te geven hoeveel ton voedsel er voor de bevolking beschikbaar is. Wel heeft WFP aangegeven dat zij sinds de start van het jaar ongeveer 112.000 ton aan voedsel heeft geïmporteerd.
Blokkades voor humanitaire hulp bestaan uit bureaucratische procedures, zoals vergunningen voor vervoer; gebrek aan begaanbare wegen, trucks die kapotgaan of vastlopen in de modder (regentijd), afpersing bij checkpoints, roof van de goederen en de onveiligheid voor humanitaire werkers die het voor hen moeilijk maakt hulp te verlenen en hulpgoederen te distribueren.
Nederland zet daarom, naast humanitaire hulp, daar waar mogelijk in op versterking van de Soedanese voedselproductie en versterking van de private sector. Lokale actoren weten, zo is gebleken, vaak beter hun weg te vinden naar afgelegen gebieden dan internationale actoren.
Nederland oefent samen met andere donoren druk uit op de VN en, via de VN en de EU (ECHO), op de Soedanese autoriteiten om meer voedsel te (laten) transporteren naar die delen van het land waar de noden het hoogst zijn. Dit zijn met name, maar niet uitsluitend, gebieden die niet onder de controle van de Soedanese overheid zijn.
In eerdere beantwoording van Kamervragen van de leden Ceder, Dobbe en Boswijk stelde u: «Bij de Raad Buitenlandse Zaken van november 2024 heeft de Minister van Buitenlandse Zaken het belang benadrukt van intensievere betrokkenheid van de EU en voorgesteld een EU-kerngroep te vormen.»; op welke wijze heeft dit verder invulling gekregen? Is het kabinet van mening dat dit voldoende is geweest? Zo nee, wat is hier een verklaring voor?2
De EU-kerngroep is operationeel, met toezeggingen op ministerieel niveau van zes lidstaten en deelname op ambtelijk niveau van nog eens vijf lidstaten. De kerngroep komt regelmatig bijeen en biedt een platform voor coördinatie van diplomatieke boodschappen en gezamenlijke acties richting Soedan. Nederland zet zich hier actief voor in. Tegelijkertijd blijft de situatie in Soedan ernstig verslechteren, waardoor de behoefte aan internationale aandacht en actie onverminderd groot is. Het kabinet acht het daarom van belang de inspanningen binnen de kerngroep voort te zetten en waar mogelijk te intensiveren.
Klopt het dat Sudan momenteel het grootste humanitaire conflict ter wereld is? Zo ja, is het kabinet van mening dat de Nederlandse inzet voldoende is geweest? Is het kabinet van mening dat dit conflict voldoende aandacht van de internationale gemeenschap krijgt en zo nee, waarom niet? Wil het kabinet zich als kartrekker inzetten om er alles aan te doen om te voorkomen dat de hongersnood nog meer verslechterd?
Als gevolg van het conflict kent Soedan momenteel de grootste humanitaire- en ontheemdingscrisis ter wereld. De crisis in Soedan krijgt echter relatief minder aandacht van de internationale gemeenschap dan bijvoorbeeld de crises in Gaza en Oekraïne. Het is lastig om feitelijk vast te stellen waar dit door komt. Nederland spant zich desalniettemin in voor meer internationale aandacht en diplomatieke oplossingen voor de crisis in Soedan. Dit doen we door een voortrekkersrol te spelen binnen de EU kerngroep, via de recente toetreding tot de Soedan-kerngroep bij de Mensenrechtenraad in Genève en door tijdens de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (AVVN) aandacht te vragen voor de situatie in Soedan.
Het is echter duidelijk dat de Nederlandse inzet alleen het conflict in Soedan niet kan oplossen.
Om te voorkomen dat de hongersnood nog verder verslechtert, is dan ook niet alleen meer aandacht van de bredere internationale gemeenschap nodig, maar ook onmiddellijke hulp voor de Soedanese bevolking. Daarom draagt Nederland via bilaterale en multilaterale kanalen bij aan humanitaire en ontwikkelingshulp ten behoeve van de Soedanese bevolking, parallel aan diplomatieke inspanningen om duurzame vrede te bevorderen en te zorgen dat deze hulp terecht komt waar deze zo hard nodig is.
Zijn er inmiddels signalen binnen van Nederlandse of EU-bedrijven die alsnog conflictmineralen zoals goud via Sudan inkopen? Zo ja, welke stappen zijn er tot nu toe ingezet tegen deze bedrijven? Is het kabinet bereid om de situatie tijdens de eerstvolgende Raad Buitenlandse Zaken aan te kaarten en de andere EU-landen op te roepen tot een gezamenlijke inzet? Zo nee, waarom niet?
Wanneer Nederlandse (en Europese) bedrijven boven bepaalde drempelwaarden de zogeheten conflictmineralen importeren hebben zij, op basis van de Europese Conflictmineralenverordening (Verordening 2017/821), een gepaste zorgvuldigheidsverplichting. Dat betekent dat zij potentiële negatieve effecten op mens en milieu in hun waardeketens moeten identificeren en waar mogelijk tegen moeten gaan. Het toezicht op de gepaste zorgvuldigheidsverplichtingen verankerd in de Europese conflictmineralenverordening wordt in elke lidstaat toevertrouwd aan de nationale bevoegde autoriteit (toezichthouder). In Nederland is dat de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), die sinds 2022 toezicht houdt op de naleving van de verplichtingen. Ondersteunend aan de verordening bestaat er een indicatieve, niet-uitputtende lijst van conflict- en hoogrisicogebieden3. Dertien regio’s in Soedan staan op deze lijst. Er was in 2024 geen signaal dat import rechtstreeks afkomstig was uit een conflict- of hoogrisicogebied. Volgens het ILT-jaarverslag 20244 was er in 2023 geen import rechtstreeks afkomstig uit een conflict- of hoogrisicogebied. Een oproep tot een gezamenlijke inzet op dit punt ligt dan ook niet voor de hand.
Wat is er uit het Franse onderzoek ten aanzien van het wapenexportbeleid gekomen en hoe beoordeelt Nederland dit?
Conform de toezegging gedaan tijdens de begrotingsbehandeling van het Ministerie van Buitenlandse Zaken is de Kamer via de geannoteerde agenda voor de RBZ van december 2024 geïnformeerd over contact met de Franse autoriteiten naar aanleiding van mediaberichtgeving over militaire goederen van Franse makelij die in Soedan terecht zouden zijn gekomen. De Franse autoriteiten nemen deze berichtgeving zeer serieus. Het kabinet heeft vertrouwen in het Franse wapenexportcontrolebeleid. Het is niet aan het kabinet om in te gaan op de uitkomsten van het Franse onderzoek. Ten aanzien van het risico op omleiding van militaire goederen naar Soedan blijft het kabinet conform staand beleid voor elke vergunningaanvraag zorgvuldig toetsen. In dat proces van toetsing wordt ook secuur gekeken naar het risico dat goederen door omleiding in Soedan terechtkomen. Daar waar een duidelijk risico wordt geconstateerd, wordt een vergunningaanvraag afgewezen.
Kan het kabinet deze spoedvragen individueel beantwoorden en uiterlijk voor 8 augustus 2025?
Nee, door de korte tijd tussen het ontvangen van de vragen en de voorgestelde deadline was dit niet mogelijk.
| 30 doden bij Christenvervolging in Congo | |
| Isa Kahraman (NSC), Chris Stoffer (SGP) | |
| Caspar Veldkamp (minister sociale zaken en werkgelegenheid) (NSC) | |
|     | |
Bent u bekend met het bericht «Tientallen doden bij aanval rebellen op katholieke kerk in Congo»1 en «Ruim 30 doden bij aanval rebellen op katholieke kerk in Congo»2?
Ja.
Spreekt u, net zoals de vragenstellers, uw afschuw uit over deze aanval?
Ja. Het kabinet betreurt deze afschuwelijke gewelddadige aanvallen en veroordeelt religieus gemotiveerd geweld met klem.
Hoe sterk is het Congolese staatsgezag in provincie Ituri en welke mogelijkheden hebben zij om dergelijke aanvallen te voorkomen, bestrijden of strafrechtelijk te vervolgen? Welke mogelijke ondersteuning hebben zij daarbij van buurlanden of Europese partners nodig?
De Congolese staat oefent beperkte controle uit over de regio’s waar de Geallieerde Democratische Strijdkrachten (ADF) actief is. Dit komt onder meer door de oorlog met de door Rwanda gesteunde M23 rebellen in Noord- en Zuid-Kivu, maar ook de etnische spanningen in de provincie Ituri tussen andere gewapende groepen zoals CODECO en Zaïre. Buurland Oeganda heeft een grote militaire presentie in Oost-DRC, om samen met de Congolese strijdkrachten de ADF te bestrijden. Het herstellen van het Congolese staatsgezag zal een cruciale voorwaarde zijn om de straffeloosheid te bestrijden die op dit moment in deze regio’s plaatsvindt. Nederland en de EU roepen op tot steun voor de vredesprocessen die erop gericht zijn de gewapende groepen in Oost-DRC de wapens neer te laten leggen.
In de Raad Buitenlandse Zaken van 24 februari sprak u zich terecht uit over geweld in de Democratische Republiek Congo (DRC), zoals de recente aanval tegen christenen door de Allied Democratic Forces (ADF), hoeveel bijval is er op dit thema in de Raad Buitenlandse Zaken? Hoeveel steun vindt u op dit punt in de Raad en welke actie kan de Raad Buitenlandse Zaken hierop nemen?
In de Raad Buitenlandse Zaken worden de Nederlandse zorgen over het aanhoudende geweld in de DRC, mede veroorzaakt door de ADF, breed gedeeld. De EU heeft sancties opgelegd tegen enkele individuen met spilfuncties binnen de ADF. Daarnaast ontvangen Congolese strijdkrachten (FARDC) die actief zijn in het oosten van het land steun via de Europese Vredesfaciliteit. Hiermee draagt de EU bij aan de capaciteit en weerbaarheid van de FARDC in de regio waar de ADF actief zijn, om de lokale bevolking beter te kunnen beschermen tegen gewapende groepen.
Is er al zicht op de benoeming van een nieuwe Europese gezant Godsdienstvrijheid, hetgeen voorzitter Von der Leyen 5 april jongstleden toezegde zo spoedig mogelijk te doen3?
Nederland volgt de benoeming van de EU-Speciaal Gezant nauwgezet via de Permanente Vertegenwoordiging in Brussel. Het kabinet heeft herhaaldelijk bij de Europese Commissie aangedrongen op een spoedige invulling van deze functie, mede gelet op het belang van consistent beleid ten aanzien van godsdienstvrijheid, zowel binnen als buiten de Europese Unie. De Europese Commissie heeft bevestigd dat de selectieprocedure momenteel loopt en zich in de afrondende fase bevindt. Ik heb hierover eind juni nog contact gehad met de Hoge Vertegenwoordiger voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid, Kaja Kallas.
Welke programma’s met Nederlandse ontwikkelingshulp zien toe op het veiligheidsbeleid in Congo en het opbouwen van de Congolese veiligheidssector? Is hierin voldoende aandacht voor terreur en voor religieus gemotiveerd geweld?
Sinds 2015 draagt Nederland bij aan het versterken van het staatsgezag door middel van programma’s gericht op het verbeteren van veiligheidsbeleid op lokaal niveau in Oost-DRC en de bredere regio. Zo draagt Nederland bij aan capaciteitsopbouw van lokale autoriteiten en verbeterde toegang tot recht voor lokale gemeenschappen. Voorts steunt Nederland projecten die bijdragen aan rekenschap voor misdaden uit het verleden door te werken aan het opbouwen van dossiers tegen vermeende schendingen van het internationaal oorlogsrecht. Religieuze vrijheid en mensenrechten vormen een integraal onderdeel van de programma’s voor gemeenschappen en individuen in het versterken van veiligheidsbeleid.
In de Beleidsbrief Ontwikkelingshulp4 is uw Kamer geïnformeerd over het besluit om te stoppen met het Grote Meren Programma. Daaronder vallen ook programma’s gericht op het veiligheidsbeleid en het opbouwen van de Congolese veiligheidssector. Op 30 juni 2025 is toegezegd5 uw Kamer te informeren over eerdere moties over de Grote Meren regio. De motie6 over het voortzetten van het Grote Meren programma maakt hier onderdeel van uit. De beantwoording hiervan zal uw Kamer spoedig toekomen.
Hoe verloopt het onderzoek naar de ADF en de mogelijkheden om hen op de terreurlijst te plaatsen, en wanneer kan de Kamer het resultaat van dat onderzoek verwachten?
Het kabinet doet geen uitspraken over lopende sanctietrajecten i.v.m. de vertrouwelijkheid hiervan. Ik zal uw Kamer informeren over de voortgang zodra dat mogelijk is.
Met welke landen in de regio kan het beste informatie uitgewisseld worden over de ADF waar nu vrij weinig informatie bekend is? Welke pogingen hiertoe onderneemt u?
Oeganda en de DRC hebben een sterke informatie positie over de ADF, maar daarnaast zijn verschillende diplomatieke vertegenwoordigingen ook goed geïnformeerd over de ontwikkelingen omtrent de ADF. Nederland heeft hierover regelmatig contact.
Is er sinds het staakt het vuren tussen Congo en M23 meer capaciteit beschikbaar en een sterkere positie voor de Congolese overheid om ADF en andere Jihadistische groepen te bestrijden?
Hierover is weinig bekend. Het front tussen het Congolese leger en de door Rwanda gesteunde M23 rebellen is nog steeds in beweging ondanks de vredesbesprekingen en een overeengekomen staakt-het-vuren.
Vraagt de regering van de DRC bij de Afrikaanse Unie danwel bij Europese landen om steun voor de bestrijding van gewapende groepen? Zo ja, hoe worden zij gesteund door andere landen, en welke ondersteunende bijdrage zou Nederland kunnen leveren?
De DRC heeft de EU in 2023 verzocht tot een bijdrage uit de Europese Vredesfaciliteit aan de strijdkrachten van de DRC (FARDC) voor onder meer uitrusting voor soldaten en het aanleggen van infrastructuur. Deze steun loopt nog tot 2026.
| Een lijst met mogelijke sanctiemaatregelen tegen Israël | |
| Jan Paternotte (D66), Kati Piri (PvdA), Derk Boswijk (CDA) | |
| Caspar Veldkamp (minister sociale zaken en werkgelegenheid) (NSC), Dick Schoof (minister-president ) (INDEP) | |
|       | |
Bent u bekend met de inzage van interne stukken over mogelijke sanctiemaatregelen tegen Israël door De Telegraaf, d.d. 29 juli 2025?1
Ja.
Hebben deelnemers aan het spoedberaad van het kabinet op maandag 28 juli een lijst met beoogde maatregelen ontvangen?
Ja.
Klopt het dat er meerdere opties op tafel lagen voor hardere sanctiemaatregelen, waaronder op het gebied van wapenleveranties? Zo ja, wat is de reden dat het kabinet hier niet voor heeft gekozen?
Het kabinet laat zich breed adviseren over verschillende mogelijkheden. De uiteindelijke uitkomst van de beslissing om maatregelen in te stellen is gedeeld in de Kamerbrief van 28 juli jl.2 Het kabinet zal de opgestelde notitie voor het bewindspersonen overleg niet met de Kamer delen en beroept zich daarbij op de bescherming van de eenheid van kabinetsbeleid en de bescherming van diplomatieke belangen.
Waarom heeft het kabinet de maandelijkse rapportage over de uitvoer van militaire goederen na 31 maart 2025 niet meer geactualiseerd?
Het kabinet hanteert een grote mate van transparantie over de uit- en doorvoer van strategische goederen en loopt hiermee internationaal voorop. Het kabinet publiceert regelmatig kerngegevens over alle afgegeven vergunningen voor de uitvoer van militaire en dual-use goederen, evenals kerngegevens over de doorvoer van militaire goederen over Nederlands grondgebied.
Het streven is publicatie binnen twee maanden.
Door zware belasting bij exportcontrole bij Douane en het Ministerie van Buitenlandse Zaken als gevolg van de Ruslandsancties en de oorlog in de Gazastrook is de publicatie vertraagd. Het kabinet doet zijn uiterste best om de achterstanden in te lopen en inmiddels zijn de kerngegevens voor uitvoer van militaire goederen tot en met 31 mei 2025 gepubliceerd.3
Zijn er nu nog vergunningen geldig op basis waarvan doorvoer en uitvoer van militaire en dual-use goederen naar Israël mogelijk is? Zo ja, kunt u heel specifiek voor elke vergunning aangeven welke goederen en welke waarde het betreft?
Voor militaire goederen zijn er op dit moment zeven vergunningen geldig waarmee door- en uitvoer naar Israël mogelijk is. Het gaat hier om goederen als communicatiesystemen, technologie voor radarsystemen, delen voor onbemande voertuigen, elektronica voor vliegerhelmen, programmatuur voor observatiesystemen en delen voor geleide projectielen.
Voor de uitvoer van delen voor radarsystemen geldt dat dit radaronderdelen betreffen ten behoeve van het Iron Dome-luchtafweersysteem, waarmee inkomende dreigingen gedetecteerd en uitgeschakeld kunnen worden.
Met uitzondering van de delen voor radarsystemen ten bate van het Iron Dome-luchtafweersysteem, conform de motie Kahraman4, geldt dat er bij alle geldige vergunningen sprake is van (tijdelijke) uitvoer ten behoeve van verdere productontwikkeling of reparatie- en/of onderhoudsdoeleinden in Israël waarbij er geen sprake is van eindgebruik in Israël.
Voor de verleende dual-use vergunningen tot en met juni 2025, inclusief informatie over de geldigheid, omschrijving en waarde ervan, verwijst het kabinet naar het document «Rapportage uitvoer dual-use goederen geactualiseerd tot en met juni 20255». In de periode 1 juli 2025 tot 1 augustus 2025 zijn na zorgvuldige toetsing aan de Europese exportcontrolekaders vijf dual-use vergunningen aan civiele bedrijven in Israël verleend.
De verleende vergunningen zijn uitsluitend voor transacties met medisch of civiel eindgebruik. In geen van deze gevallen is sprake van eindgebruik door de Israëlische krijgsmacht of andere eindgebruikers met een geweldsmandaat. In één geval betrof het de definitieve uitvoer van meetsystemen ter waarde van circa 31 miljoen euro. Eenmaal betrof het de definitieve uitvoer van technologie voor infraroodcamera’s ter waarde van circa 25 duizend euro. Tweemaal betrof het de definitieve uitvoer van gestuurde vonkbruggen ter waarde van circa 16 duizend, respectievelijk circa 19 duizend euro. De laatste vergunning betrof de tijdelijke uitvoer van traagheidsnavigatiesystemen ter waarde van circa 24 miljoen euro. De verleende vergunningen hebben een geldigheid van één jaar.
Kunt u vóór het aanstaande commissiedebat over Gaza de maandelijkse rapportage actualiseren? Zo nee, waarom niet?
Zie antwoord vraag 4.
Klopt het dat een nationale boycot voor producten uit illegale nederzettingen op de lijst stond? Zo ja, waarom is hier niet voor gekozen?
Zie antwoord vraag 3.
Waarom heeft het kabinet er niet voor gekozen om met een nationale boycot voor te sorteren op het scenario dat er onvoldoende steun voor een Europese boycot is?
Zoals is vermeld in de Kamerbrief van 28 juli jl. heeft het kabinet besloten in samenwerking met gelijkgestemde partners zich in te spannen voor handelspolitieke maatregelen ten aanzien van goederenimport uit de door illegale nederzettingen, conform de motie van Campen en Boswijk.6 Als lidstaat van de Europese Unie is Nederland onderdeel van de interne markt, waarin vrij verkeer van goederen geldt. Een eventuele maatregel gericht op het weren van producten uit illegale nederzettingen is effectiever als deze op niveau van de Unie wordt genomen, ook met oog op de eventuele handhaving van een dergelijke maatregel.
Bent u bereid om de lijst, op basis van artikel 68 van de Grondwet, vóór het commissiedebat met de Tweede Kamer te delen? Zo nee, waarom niet?
Zie antwoord vraag 3.
Kunt u deze vragen elk afzonderlijk en vóór het commissiedebat beantwoorden?
De vragen zijn zoveel mogelijk separaat beantwoord en voor het debat verstuurd.
| Het bericht “Kabinet wil extra maatregelen tegen Israël en roept ambassadeur op matje” | |
| Eric van der Burg (Volkspartij voor Vrijheid en Democratie) | |
| Caspar Veldkamp (minister sociale zaken en werkgelegenheid) (NSC) | |
|   | |
Kan het kabinet bevestigen dat de inzet nog steeds een staakt-het-vuren is en vrijlating van de gijzelaars?1
Ja. De oorlog in de Gazastrook moet stoppen, er moet een staakt-het-vuren worden bereikt en alle gijzelaars moeten worden vrijgelaten door Hamas. Daar is de Nederlandse inzet op gericht.
Hoe uit zich deze inzet?
Het kabinet betreurt dat de onderhandelingen tussen Israël en Hamas zijn vastgelopen en roept de partijen op terug te keren naar de onderhandelingstafel. Het kabinet ziet dat Hamas forse (mede-)verantwoordelijkheid toekomt voor het uitblijven van het staakt-het-vuren. Daarom blijft Nederland voortrekker voor aanvullende EU-sancties tegen Hamas en Palestinian Islamic Jihad. Een onmiddellijk staakt-het-vuren is noodzakelijk voor het vrij krijgen van de gijzelaars die zijn ontvoerd door Hamas; voor het realiseren van de noodzakelijke hulp voor de noodlijdende bevolking van de Gazastrook en om tot een duurzame oplossing te komen, waarbij voor het kabinet de tweestatenoplossing het uitgangspunt is. Over de ontwikkelingen rond het staakt-het-vuren staat het kabinet in nauw contact met partners die een bemiddelende rol spelen in de onderhandelingen, waaronder Qatar, Egypte en de Verenigde Staten.
In mei jl. heeft Nederland de Hoge Vertegenwoordiger van de EU verzocht een evaluatie te starten van Israëls naleving van artikel 2 van het EU-Israël Associatieakkoord. Sindsdien zet Nederland zich ook via deze procedure in om de druk op Israël te verhogen met als doel een staakt-het-vuren te bereiken zodat ook alle gijzelaars worden vrijgelaten, de humanitaire blokkade van de Gazastrook volledig en onvoorwaardelijk op te heffen en geen verdere stappen te zetten die ons verder verwijderen van de tweestatenoplossing. Het kabinet blijft deze druk waar nodig opvoeren, onder meer door het zetten van nationale en Europese stappen zoals beschreven in de Kamerbrief van 28 juli jl.
Wat zijn momenteel de knelpunten wat betreft het toeleveren van hulp in Gaza? Welke rol spelen Israël, de Arabische landen en hulporganisaties hierin?
De humanitaire blokkade zorgt voor grote problemen bij de hulpverlening in de Gazastrook. Bovendien zijn er kwantitatieve en kwalitatieve beperkingen op de hulp die binnenkomt. Het tekort aan voedsel en andere essentiële goederen zorgt voor wanhopige menigtes, en leidt tot plunderingen van hulpgoederen. Het kabinet ziet deze situatie als het gevolg van de aanhoudende humanitaire blokkade, alsmede de aanhoudende restricties op invoer en distributie van humanitaire hulp. Deze situatie, vormt een belemmering voor de deugdelijke distributie van hulp. Mitigerende maatregelen, zoals meer gepantserde voertuigen en veiligheidsuitrusting voor hulporganisaties alsook toestemming voor het gebruik van alternatieve routes om menigtes en risico’s te vermijden, worden niet of nauwelijks genomen door Israël. De aanwezigheid van terroristische organisaties, zoals Hamas en daarnaast criminele bendes, vormt een extra complicatie voor de veilige, ordentelijke distributie van hulp. Daarnaast kampen hulporganisaties met veiligheidsuitdagingen en logistieke problemen door het aanhoudende oorlogsgeweld.
Deelt het kabinet dat alle actoren in het conflict er alles aan moeten doen om te zorgen dat de juiste hulp bij de juiste mensen in Gaza terecht komt? Is het kabinet bekend met meldingen dat terreurorganisatie Hamas een kwalijke rol speelt bij de distributie van hulpgoederen? Wat is de rol van de terreurorganisatie Hamas bij het tekort aan voedsel en andere hulp in Gaza?
Het kabinet deelt dat alle actoren in het conflict zich moeten inzetten om ervoor te zorgen dat humanitaire hulp effectief, veilig en ordentelijk wordt gedistribueerd. In de huidige chaotische situatie is dergelijke ordentelijke distributie uiterst complex. Daarnaast verrijkt Hamas zich met onder andere humanitaire hulp.
Hoe zorgt het kabinet ervoor dat het kritisch blijft kijken naar de rol van alle actoren in het conflict wat betreft het tekort aan hulpgoederen in Gaza?
Het kabinet monitort de situatie en het ernstig tekort aan hulpgoederen nauwgezet en blijft kritisch en alert ten aanzien van de rol van alle actoren in het conflict, waaronder zowel Israël als Hamas. Nederland maakt gebruik van diplomatieke kanalen en samenwerking met (internationale) partners, waaronder de VN, de Rode Kruis- en Rode Halve Maanbeweging en Dutch Relief Alliance, om informatie te verzamelen en te beoordelen over de distributie en belemmeringen van humanitaire hulp.
In welk geval zal worden geconcludeerd dat Israël onvoldoende heeft gedaan voor meer humanitaire hulp in Gaza? Hoe wordt dit bepaald?
Het kabinet vindt dat Israël de humanitaire blokkade van de Gazastrook volledig en onvoorwaardelijk moet opheffen. Het kabinet zag het akkoord tussen de EU en Israël over de toegang van humanitaire hulp als een stap in de goede richting, maar heeft hierbij aangegeven dat het zo snel mogelijk zou moeten worden geïmplementeerd en dat het cruciaal is dat Israël de met de EU gemaakte afspraken nakomt. Bovenal zal Israël meer stappen moeten zetten om de hulpverlening te faciliteren, zoals door het openen van alle grensovergangen en het wegnemen van belemmeringen voor distributie van hulp door professionele, gemandateerde hulporganisaties. De Europese Dienst voor Extern Optreden (EDEO) monitort de implementatie van het humanitaire akkoord onder andere via medewerkers van het Directoraat-Generaal voor Europese Civiele Bescherming en Humanitaire Hulp (ECHO) van de Commissie die ter plaatse in Israël aanwezig zijn, en op basis van rapportages van partnerorganisaties zoals het Bureau voor de Coördinatie van Humanitaire Aangelegenheden van de Verenigde Naties. Op 23 en 29 juli jl. rapporteerde EDEO en de Commissie over de voortgang van de implementatie van het akkoord. Hieruit werd geconcludeerd dat Israël de gemaakte afspraken onvoldoende nakomt.
Kan het kabinet een overzicht sturen van alle mogelijke maatregelen die momenteel worden overwogen, Europees en nationaal?
De door de Commissie opgestelde lijst met potentiële maatregelen is in vertrouwen gedeeld met de lidstaten. Delen daarvan zou het vertrouwen in Nederland en daarmee de Nederlandse diplomatieke slagkracht ondermijnen. Zoals aangekondigd in de Kamerbrief van 28 juli jl. heeft het kabinet besloten over te gaan tot nationale en Europese maatregelen.
Hoe reflecteert het kabinet op het telefoongesprek tussen Premier Schoof en President Herzog?
De Minister-President heeft tijdens het telefoongesprek met de Israëlische president Herzog de Nederlandse zorgen overgebracht en met klem benadrukt dat Nederland de regering-Netanyahu oproept een andere koers in te slaan. Minister-President Schoof heeft in het gesprek tevens benadrukt dat Nederland significante stappen, zowel in EU-verband als nationaal, zal voorstaan indien de situatie in de Gazastrook niet spoedig verbetert en de humanitaire afspraken tussen de EU en Israël niet geïmplementeerd worden. Inmiddels heeft het kabinet besloten maatregelen te nemen op nationaal en Europees vlak. De Minister-President heeft ook benadrukt dat de veiligheid van Israël en het lot van de gegijzelden topprioriteit blijven voor Nederland en dat Hamas een aanhoudend gevaar is en geen rol kan spelen in de toekomst van Gaza.
Hoe kijkt het kabinet naar het bericht van President Herzog op X als reactie op Premier Schoof?
President Herzog gaat over zijn eigen woorden.
Is het kabinet het eens dat Israël nog steeds als een belangrijke bondgenoot tegen terreur en het Iraanse regime moet worden gezien? Steunt het kabinet nog steeds Israël in zijn strijd om zijn bestaansrecht, terwijl het ook aandacht vraagt voor de humanitaire situatie in Gaza? Blijft het kabinet dit uitdragen op Europees niveau?
Ja. Nederland steunt het bestaansrecht en het recht op veiligheid van de staat Israël en verzet zich tegen de ontkenning en bedreiging hiervan, met name door Iran. Tegelijkertijd hecht het kabinet aan het internationaal recht en aan de bescherming van burgers in conflictgebieden.
Erkent het kabinet dat lange termijn vrede alleen mogelijk is als Hamas is uitgeschakeld?
Het kabinet koestert geen illusies over de intenties en het optreden van Hamas. Hamas is een terroristische organisatie die al jarenlang zijn eigen bevolking onderdrukt, mensenrechten schendt en door zijn gruwelijke daden van 7 oktober 2023 een spiraal van geweld ontketende. Hamas gebruikt Gazanen als menselijk schild en houdt momenteel nog altijd vijftig gegijzelden vast in de Gazastrook, van wie nog minstens twintig in leven zouden zijn. Het kabinet blijft onderstrepen dat Hamas onmiddellijk de gijzelaars moet vrijlaten en de wapens moet opgeven. Er is geen plaats voor Hamas in de toekomst van de Gazastrook. Het kabinet blijft dit benadrukken, ook in EU-verband.
Deelt het kabinet dat we moeten toewerken naar een tweestatenoplossing zonder Hamas?
Zie antwoord vraag 11.
Blijft het kabinet benadrukken op billateraal niveau en op Europese Unie (EU)-niveau dat het huidige conflict is gestart op 7 oktober door de barbaarse terreuraanval van Hamas?
Zie antwoord vraag 11.
Hoe kijkt het kabinet naar mogelijke desinformatie (door Hamas) in de oorlog in Gaza? Kan er spraken zijn van meer toegang voor onafhankelijke journalisten in Gaza?
Ondanks de gevaren, zijn er nog steeds onafhankelijke journalisten actief in de Gazastrook. Nederland roept Israël op om hen in veiligheid hun werk te laten uitvoeren en om internationale journalisten toegang te geven tot het gebied, ook met het oog op het tegengaan van mogelijke desinformatie van Hamas. Veilige toegang voor journalisten tot de Gazastrook is ook bij de ontbieding van de Israëlische ambassadeur op 29 juli aan de orde gesteld. Nederland blijft zich hiervoor ook publiekelijk uitspreken.
Deelt het kabinet dat, indien maatregelen tegen Israël genomen worden, nog steeds EU-maatregelen tegen Israël het meest effectief zijn?
Het heeft de voorkeur van het kabinet om zo veel mogelijk in Europees verband op te treden. Hiermee wordt namelijk een krachtig signaal afgegeven. Tegelijkertijd blijft, bij uitblijven van consensus in EU-verband, het noodzakelijk om druk te houden door stappen op nationaal niveau te zetten.
Op welke manier vindt er momenteel coördinatie plaats tussen de Verenigde Staten (VS) en de EU wat betreft de oorlog in Gaza?
Er vindt bilaterale contact plaats tussen de Verenigde Staten en de Europese Unie over de oorlog in de Gazastrook, op verschillende niveaus en locaties. Medewerkers van de EU-delegaties staan in regelmatig contact met functionarissen van het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse Zaken en de Nationale Veiligheidsraad, onder andere in Washington D.C. en Jeruzalem. Daarnaast zijn er ook contacten met Amerikaanse diplomaten die zijn gestationeerd bij de Amerikaanse missie bij de EU. Daarnaast vindt ook coördinatie plaats binnen het kader van de G7.
Zal het kabinet aansluiten bij de verklaring van Arabische en Europese landen dat Hamas oproept om zijn wapens in te leveren en te vertrekken uit Gaza?
Nederland was vertegenwoordigd bij de conferentie waarin deze verklaring is opgesteld. Nederland verwelkomt elementen uit de verklaring, waaronder de veroordeling van de terroristische aanvallen door Hamas van 7 oktober 2023, de oproep tot ontwapening van Hamas, en het belang van het beëindigen van de onrechtmatige bezetting van de Palestijnse Gebieden door Israël en de noodzaak tot verbetering van de humanitaire situatie in de Gazastrook. Nederland heeft een positieve grondhouding ten aanzien van het steunen van de verklaring. De verklaring maakt onderdeel uit van een groter outcome document. Het outcome document bestaat uit een politieke verklaring en een annex met mogelijke actiepunten. Nederland heeft tot 5 september om te bepalen of we deze verklaring kunnen steunen.
Kunnen deze vragen voor het debat over de oorlog in Gaza worden behandeld?
Ja.
| De schriftelijke vragen van 18 april 2025 (2025Z07899) over Mohammed B. | |
| Geert Wilders (PVV), Emiel van Dijk (PVV) | |
| David van Weel (minister justitie en veiligheid, minister asiel en migratie) | |
|   | |
Bent u bekend met de schriftelijke vragen die de PVV op 18 april 2025 heeft ingediend naar aanleiding van het bericht dat Mohammed B. weer op vrije voeten is en aanwezig was bij een sit-in?1
Ja, daar ben ik bekend mee.
Waarom heeft u deze vragen na 102 dagen nog steeds niet beantwoord?
De beantwoording van de Kamervragen is vertraagd doordat er afstemming nodig was met verschillende (keten)partners. Dit was noodzakelijk om tot een volledige beantwoording van de vragen te komen. De afstemming vergde meer tijd dan vooraf was ingeschat, waardoor de beantwoording later is verstuurd dan de gebruikelijke termijn.
Bent u bekend met de uitspraak van de rechter in de Jodenjacht-zaak, waarin Mohammed B. is veroordeeld en waarbij hij 19 dagen voorwaardelijk opgelegd heeft gekregen?2
Ja, ik ben bekend met deze uitspraak.
Deelt u de mening dat het openlijk verheerlijken van de terroristische organisatie Hamas met leuzen en een zichtbaar «Hamas-beweging»-embleem, het herhaaldelijk deelnemen aan illegale demonstraties en het aanvallen van de aanhoudingseenheid van de politie op 27 juli 2025 in Amsterdam wél degelijk strafbare feiten zijn, en dat hij dus per direct opgepakt dient te worden, vervolgd moet worden en onmiddellijk zijn voorwaardelijke straf moet uitzitten? Zo nee, waarom niet?3 4 5 6
Het is aan het Openbaar Ministerie om eventuele strafbare feiten te onderzoeken en te bepalen of verdachten worden vervolgd. Daarna is het aan de rechter om te oordelen over de zaak. In algemene zin is het kabinet voornemens om het openlijk betuigen van steun aan terroristische organisaties en het verheerlijken van terrorisme strafbaar te stellen, beide met een hoog strafmaximum. Het wetsvoorstel hiertoe is in openbare consultatie gegeven, die inmiddels is gesloten. Nadat de consultatieadviezen zijn verwerkt, zal het wetsvoorstel voor advies worden voorgelegd aan de Raad van State.
Wanneer stelt u paal en perk aan antisemitisch geweld en wordt deze Syriër met Palestijnse achtergrond het Nederlandse paspoort of verblijfstitel afgenomen en het land uitgezet?
In algemene zin veroordeelt het kabinet alle vormen van antisemitisme en antisemitisch geweld in de samenleving. Mede daarom heeft het kabinet de strategie bestrijding antisemitisme opgesteld, die op 22 november 2024 naar uw Kamer is verzonden.7 In de strategie wordt een breed pakket van maatregelen aangekondigd om antisemitisme te bestrijden op alle terreinen waar het zich voordoet. Op 4 juli jl. heeft uw Kamer een voortgangsbrief ontvangen over de stand van zaken van deze maatregelen.
Kunt u deze vragen en de vragen van 18 april 2025 zo spoedig mogelijk beantwoorden, en in elk geval vóór eind augustus?
De vragen zijn binnen de reguliere termijn beantwoord.
| Het bericht “Gaza krijgt voedsel uit de lucht” | |
| Eric van der Burg (Volkspartij voor Vrijheid en Democratie) | |
| Caspar Veldkamp (minister sociale zaken en werkgelegenheid) (NSC) | |
|   | |
Bent u het eens dat de Europese Unie (EU) zich gezamenlijk moet inspannen richting Israël om ervoor te zorgen dat veel meer hulp wordt doorgelaten richting Gaza om de humanitaire nood te ledigen? Zo ja, wat is de stand van zaken met mogelijke maatregelen vanuit de EU richting Israël om dit voor elkaar te krijgen?1
Op 23 en 29 juli jl. rapporteerde de Europese Dienst voor Extern Optreden en de Commissie over de voortgang van de implementatie van het humanitaire akkoord tussen de EU en Israël. Hieruit werd geconcludeerd dat Israël zich niet houdt aan de afspraken van het gesloten humanitaire akkoord. Conform de Kamerbrief van 28 juli jl.2 heeft het kabinet besloten over te gaan tot nationale en Europese maatregelen. Op EU-niveau zet Nederland zich in voor opschorting van het handelsdeel van het Associatieakkoord met Israël en steunt het de voorgestelde beëindiging van de samenwerking met de European Innovation Council, als onderdeel van Horizon Europe. Tevens zal het kabinet in samenwerking met gelijkgestemde partners aandringen op een voorstel van de Europese Commissie voor handelspolitieke maatregelen ten aanzien van goederenimport uit de illegale nederzettingen in bezet gebied, conform de motie Van Campen en Boswijk.3
Hoe beoordeelt u het initiatief van deze landen om via luchtdroppings noodhulp te bieden in een situatie waarin toegang over land beperkt is?
Uw kamer is op 1 augustus geïnformeerd over het besluit om deel te nemen aan een internationale samenwerkingsverband ten bate van airdrops in Gaza. Nederland doet dit samen met een brede gelijkgezinde groep landen bestaande uit Jordanië en andere Europese en internationale partners zoals Duitsland, België, Luxemburg4, Frankrijk, Italië, Spanje en Canada. Deze landen zullen van 1 tot en met 21 augustus airdrops uitvoeren. Nederland neemt vanaf 8 augustus deel aan de operatie. Airdrops zijn een manier om bij te dragen aan het verlichten van het leed van de Palestijnen in de Gazastrook, hoewel het een relatief duur en riskant hulpverleningsinstrument betreft dat qua schaal nooit ter vervanging van hulpverlening via land kan dienen. Naast deelname aan de airdrops blijft Nederland zich daarom diplomatiek en financieel inspannen voor de onmiddellijke verbetering van toegang voor de invoer en distributie van hulpgoederen via land.
Hoe veel hulp komt nu de Gazastrook binnen via land en zee? Wat is nodig voor de bevolking van Gaza?
Voor 7 oktober 2023 werd de Gazastrook dagelijks via land bevoorraad door circa 500 vrachtwagens. Dergelijke aantallen werden ook gehaald tijdens het laatste staakt-het-vuren van begin dit jaar. Echter, sinds Israël begin maart een volledige humanitaire blokkade aankondigde is de invoer van hulpgoederen ernstig ondermaats. Zelfs na de gedeeltelijke heropening van de grensovergangen voor enige humanitaire hulp in mei bleef de invoer van hulp ver beneden het minimaal noodzakelijke. Het akkoord tussen de EU en Israël over toegang tot humanitaire hulp, en de in het weekend van 26 juli door Israël aangekondigde maatregelen om humanitaire toegang te verbeteren, hebben vooralsnog onvoldoende geleid tot verbetering van mogelijkheden om hulp in te voeren en te distribueren. Via zee worden momenteel geen goederen direct naar de Gazastrook vervoerd.
In hoeverre acht u luchtdroppings een aanvulling op bestaande humanitaire hulpinspanningen via landroutes, met name waar deze ontoereikend blijken?
Airdrops zijn een manier om op kleine schaal bij te dragen aan het verlichten van het leed van de bevolking in de Gazastrook. Hoewel Nederland gaat meedoen aan airdrops, is dit geen vervanging van de inzet op de humanitaire toegang over land. Het blijft van primair belang om bij de Israëlische autoriteiten aan te dringen op verdere verruiming en bestendiging van humanitaire toegang voor professionele, gemandateerde hulporganisaties tot de hele Gazastrook. Ongehinderde, ongelimiteerde, en veilige toegang voor hulp via land, tot de hele Gazastrook, is essentieel voor het lenigen van de catastrofale noden.
Ziet u mogelijkheden voor Nederland om, al dan niet samen met Europese of Arabische partners, bij te dragen aan luchtdroppings van voedsel of medische hulpgoederen?
Zie beantwoording van vraag 2.
Kan Nederland indien nodig en wenselijk direct starten met voedseldroppings?
Zie beantwoording van vraag 2.
Welke concrete stappen zijn nodig om ervoor te zorgen dat dergelijke operaties op een veilige en gecontroleerde manier kunnen plaatsvinden voor zowel de lokale bevolking als de betrokken vliegtuigen?
Eerdere airdrops van hulpgoederen door Nederland en andere landen hebben aangetoond dat de leveringen risico’s met zich meebrengen. Het risico op burgerslachtoffers en schade aan gebouwen is aanwezig en is niet op voorhand geheel uit te sluiten. Daarnaast is er beperkt zicht op wat er met de goederen gebeurt nadat deze zijn gedropt, en of die in de handen van de noodlijdende burgerbevolking komt. Om de bovengenoemde risico’s zo klein mogelijk te maken zijn mitigerende maatregelen genomen. De Jordaanse autoriteiten selecteren en monitoren continu de geschikte locaties om de airdropsuit te voeren. Bij de uitvoering wordt vanuit het eerder benoemde operatiecentrum zorgvuldig gekeken naar een tijdstip bij daglicht, weercondities en de wijze van afgooien. Hiervoor vindt nauwe afstemming plaats tussen deelnemende landen en wordt in samenwerking met andere deelnemende landen bezien hoe risico’s zoveel mogelijk gemitigeerd kunnen worden. Als de nauwkeurigheid van de drop in het geding komt, dan wordt besloten deze niet uit te voeren.
Daarnaast leunen Nederland en de andere internationale partners in de operatie op de Jordaanse inlichtingenpositie. Nederland verifieert in de voorbereiding van de operatie waar mogelijk zelfstandig de aangewezen dropzones. Daarbij geldt dat de situatie op de grond constant in beweging is waardoor de eerder benoemde risico’s niet uit te sluiten zijn.
Tot slot zijn er operationele risico’s verbonden aan de operatie. De C-130, het transportvliegtuig waarmee de droppings worden uitgevoerd, is uitgerust met afdoende beschermingsmiddelen. Om risico’s zo veel mogelijk te beperken brengt Nederland een liaison naar het gebied en wordt de operatie in samenwerking met internationale partners, onder coördinatie van Jordanië en in afstemming met de Israëlische autoriteiten uitgevoerd. Jordanië heeft dergelijke airdrops voor het leveren van humanitaire goederen aan Gaza al meer dan tien keer uitgevoerd.
Kan Nederland expertise en logistieke capaciteit leveren aan bondgenoten of organisaties die zich reeds inzetten voor voedseldroppings boven Gaza?
Zie beantwoording vraag 2.
Bent u bereid om met EU-partners te verkennen hoe de Europese Unie als blok betrokken kan raken bij humanitaire luchtoperaties boven Gaza?
Zie antwoord op vraag 5. Meerdere EU-landen dragen bij een de airdrops boven de Gazastrook.
Is er reeds overleg geweest met Arabische autoriteiten over hun ervaringen en aanpak?
Zie antwoord vraag 2. Het kabinet staat in nauw contact met andere leden van het internationale samenwerkingsverband, waaronder Jordanië en de Verenigde Arabische Emiraten.
Op welke manier kan Nederland samenwerken met Verenigde Naties (VN)-organisaties en Gaza Humanitarian Foundation (GHF) om ervoor te zorgen dat luchtdroppings veilig zijn en aansluiten bij de noden op de grond en zorgvuldig worden gecoördineerd?
Nederland werkt nauw samen met de leden van het internationale samenwerkingsverband onder leiding van Jordanië om de risico’s van airdrops zoveel mogelijk te mitigeren. Zie verder vraag 7.
Nederland werkt niet samen met de Gaza Humanitarian Foundation (GHF). De chaos en slachtoffers die bij distributiepunten van GHF vallen zijn onacceptabel. Het hulpmechanisme en de werkzaamheden van GHF zijn niet in overeenstemming met de humanitaire principes van humaniteit, onpartijdigheid, onafhankelijkheid en neutraliteit, gaan gepaard met gedwongen verplaatsing en leiden tot dodelijke situaties.
In hoeverre heeft de VN voldoende toegang en toestemming van Israël voor het leveren van hulp in de Gazastrook? In hoeverre kan zonder toestemming worden opgetreden? En hoe kan hulp via Egypte bij de Gazanen terechtkomen?
Zonder toestemming van Israël kan er geen hulp de Gazastrook binnenkomen. De VN heeft nog altijd beperkte toegang voor het invoeren en distribueren van voldoende humanitaire hulp. Ondanks Nederlands aandringen bij Egypte en Israël blijft de grensovergang bij Rafah vooralsnog gesloten. De hulp die vanuit Egypte naar de Gazastrook wordt vervoerd loopt via de grensovergang tussen Israël en de Gazastrook bij Kerem Shalom.
In hoeverre is de hulpdistributie van GHF verbeterd de afgelopen maanden?
De hulpdistributie van de GHF is niet verbeterd sinds de GHF’s oprichting in mei 2025. Het GHF-distributiesysteem zorgt niet voor een oplossing van de humanitaire crisis in de Gazastrook. Zie verder het antwoord op vraag 11.
Hoe kunnen Nederland en de EU op korte termijn bijdragen aan het leveren van voedsel in de Gazastrook via land en zee?
Zoals gecommuniceerd in de Kamerbrief van 28 juli jl. neemt Nederland stappen om de hulpverlening via land verder te ondersteunen. Middels een additionele bijdrage van 1,5 miljoen euro aan het VN-Bureau voor Project ondersteunende Diensten (UNOPS) draagt Nederland bij aan het operationeel houden van de landroute via Jordanië, een belangrijke humanitaire bevoorradingsroute. Ook helpt Nederland via UNOPS met de bekostiging van monitoringscapaciteit voor humanitaire hulp in de Gazastrook. Daarnaast doet Nederland een extra bijdrage van 3 miljoen euro doen aan het Nederlandse Rode Kruis, waarmee de steun aan het essentiële werk van de Palestijnse Rode Halve Maan in de Gazastrook wordt voortgezet. Deze bijdrage stelt deze organisaties in staat om, wanneer de situatie zich ervoor leent, snel op te schalen en maximaal gebruik te maken van de gevechtspauzes en andere maatregelen. Nederland geeft hiermee een belangrijk signaal af: ongehinderde, ongelimiteerde en veilige toegang voor professionele hulporganisaties zoals de VN en de Rode Kruis- en Halve Maanbeweging is de enige manier om de humanitaire catastrofe in de Gazastrook te verhelpen en honger te bestrijden.
De Gazastrook beschikt niet over de vereiste haveninfrastructuur om hulp via zee adequaat te kunnen leveren. Eerdere initiatieven om hulp direct aan de Gazastrook te leveren via zee bleken zeer kostbaar en ineffectief.
| De kabinetsbrief over afspraken met Israël over de verantwoording over de situatie in Gaza | |
| Sarah Dobbe (SP) | |
| Caspar Veldkamp (minister sociale zaken en werkgelegenheid) (NSC) | |
|   | |
Op welke manier en op welk moment zal het kabinet uitvoering geven aan deze uitspraak uit de brief van 28 juli: «specifiek zal het kabinet zich in dat geval inspannen voor een opschorting van het handelsdeel van de Associatieovereenkomst tussen de EU en Israël»?1
Uit de meest recente bijeenkomst van Permanente Vertegenwoordigers van de EU-lidstaten op 29 juli jl. bleek dat Israël de afspraken uit de overeenkomst tussen de EU en Israël over de toegang van humanitaire hulp tot de Gazastrook in onvoldoende mate nakomt. Daarom heeft Nederland zoals aangekondigd in de Kamerbrief van 28 juli jl. gepleit voor opschorting van het handelsdeel van de Associatieovereenkomst tussen de EU en Israël. Het kabinet zal zich hiervoor blijven inzetten in de daarvoor geëigende Brusselse gremia en in bilaterale contacten met andere EU-lidstaten.
Waarom maakt u deze inspanning afhankelijk van de afspraken uit het humanitair akkoord tussen de Europese Unie (EU) en Israël en niet van de meermaals reeds aangetoonde schending van het EU-associatieakkoord? Is dit onnodige uitstel van handelen door de Nederlandse regering in uw ogen niet onrechtmatig of immoreel?
Als gevolg van het Nederlands initiatief voor een evaluatie van artikel 2 van het EU-Israël Associatieakkoord concludeerden de Hoge Vertegenwoordiger Kallas en de Europese Dienst voor Extern Optreden dat Israël in strijd zou handelen met zijn verplichting onder dit artikel. De HV heeft deze uitkomst gedeeld met Israël en daarbij met klem aangedrongen op onmiddellijke verbetering van de situatie op de grond. De EU en Israël bereikten daarna een overeenkomst over de toegang van humanitaire hulp tot de Gazastrook. Voor een dergelijke aanpak bleek brede steun onder de lidstaten, hetgeen naar mening van het kabinet mede heeft bijgedragen aan de totstandkoming van deze overeenkomst door toedoen van HV Kallas.
Het kabinet zag het akkoord tussen de EU en Israël over de toegang van humanitaire hulp als een stap in de goede richting om de humanitaire noden in de Gazastrook te verlichten. Gezien de catastrofale humanitaire situatie in de Gazastrook heeft Nederland mede in lijn met de motie Piri/Paternotte2 zich ingespannen om implementatie van het akkoord te bewerkstelligen. Daarbij heeft Nederland benadrukt dat het cruciaal is dat Israël de met de EU gemaakte afspraken nakomt. Nederland heeft in de Raad Buitenlandse Zaken van 15 juli jl. gesteld dat de potentiële maatregelen op tafel moeten blijven indien de situatie op de grond niet verbetert. Tijdens de Raad heeft Nederland tevens ervoor gepleit dat de Commissie een aantal van de mogelijke maatregelen reeds uitwerkt, om zo snel de druk te kunnen opvoeren indien de situatie daartoe aanleiding geeft. Ook heeft het kabinet aangedrongen op monitoring van het akkoord.
Het kabinet is bij uitblijven van implementatie van het akkoord door Israël direct overgegaan tot het nemen van significante stappen, zowel in EU-verband als op nationaal niveau.
Wanneer zal de Israëlische ambassadeur worden ontboden, wat zal de concrete inzet zijn van het gesprek met de Israëlische ambassadeur en wat zijn de concrete consequenties als aan deze inzet niet wordt voldaan?
De Israëlische ambassadeur is ontboden op 29 juli jl. op ministerieel niveau. Tijdens de ontbieding heeft het kabinet Israël geïnformeerd over de stappen die Nederland zet. De ontbieding is tevens gebruikt om er nogmaals met klem bij Israël op aan te dringen dat het kabinet vindt dat de regering-Netanyahu een andere koers moet inslaan. De huidige situatie is onverdraaglijk en onverdedigbaar. De ontbieding is tevens gebruikt om Israël erop te wijzen dat het zijn verplichtingen onder het humanitair oorlogsrecht moet naleven.
Bent u bereid om naast Smotrich en Ben-Gvir ook andere (voormalige) leden van het kabinet van Netanyahu tot persona non grata te verklaren, waaronder de personen en bijpassende uitspraken zoals genoemd op de voorpagina van Trouw op 26 juli jl?2 Welke redenen zijn er, per genoemd persoon, om dit niet te doen? Kunt u dit toelichten?
Het kabinet doet geen uitspraken over individuele gevallen.
Bent u bereid om meer geld uit te trekken voor humanitaire hulp, gezien de enorme noden, en het feit dat de genoemde 4,5 miljoen euro in de brief van 28 juli optelt tot slechts iets meer dan twee euro per Gazaan?
Nederland heeft sinds 7 oktober 2023 in totaal 86,2 miljoen euro vrijgemaakt voor humanitaire hulp in de Palestijnse Gebieden, naast de aanzienlijke reguliere ongeoormerkte humanitaire bijdragen die onze humanitaire partners ook in de Gazastrook kunnen inzetten. Nederland bekijkt voortdurend of aanvullende Nederlandse financiering noodzakelijk is. Daarbij nemen we ook de andere humanitaire crises in de wereld in ogenschouw.
De omvang van de catastrofale situatie vergt een adequate internationale inzet.
Vindt u het uitgeven van iets meer dat twee euro per Gazaan, gezien de enorme hongersnood, passend in vergelijking tot de bijna 50 miljard euro die via de Nederlandse Zuidas wordt geïnvesteerd in Israël?
Het kabinet onderstreept dat er een onderscheid moet worden gemaakt tussen overheidsgelden die ten behoeve komen van hulp aan de noodlijdende Gazaanse bevolking en private investeringen die via Nederland naar Israël gaan.
Wat betekent het «actiever uitdragen» van het Nederlandse ontmoedigingsbeleid? Hoe, wanneer en door wie wordt dit gedaan? Hoe wordt de effectiviteit ervan gemeten?
Het ontmoedigingsbeleid wordt nu uitgedragen via de websites van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en van de ambassade in Tel Aviv. Ook dragen de ambassade Tel Aviv en de RVO het ontmoedigingsbeleid actief uit richting het bedrijfsleven, zoals tijdens voorlichtingsbijeenkomsten. Daarnaast wordt verkend of de toepassing van het ontmoedigingsbeleid kan worden uitgebreid, bijvoorbeeld naar Nederlandse pensioenfondsen.
Bent u bereid een verbod in te stellen op handel door Nederlandse bedrijven met illegale Israëlische nederzettingen? Kunt u dit toelichten?
Een eventuele maatregel gericht op het weren van producten uit illegale nederzettingen is effectiever als deze op niveau van de Unie wordt genomen, ook met oog op de eventuele handhaving van een dergelijke maatregel. Zoals is vermeld in de Kamerbrief van 28 juli jl. spant het kabinet zich in samenwerking met gelijkgestemde partners in voor handelspolitieke maatregelen ten aanzien van goederenimport uit de door illegale nederzettingen, conform de motie Van Campen en Boswijk.4
Bent u bereid om het voorbeeld van andere landen in West Europa te volgen en, in plaats van in te zetten op meer onderzoek, in te zetten op medische evacuaties van Gazanen die dringend medische hulp nodig hebben en daarbij ook patiënten op te nemen?
Medische behandelingen in de regio hebben de voorkeur boven evacuatie naar Nederland, onder meer omdat deze hulp effectiever is en er voldoende expertise en capaciteit aanwezig is in de regio. Nederland onderzoekt de mogelijkheid tot – financiële en praktische – ondersteuning van medische evacuaties – ook in EU-verband. Daarnaast blijft Nederland zich diplomatiek inspannen om Israël ertoe te bewegen ongehinderde en veilige medische evacuaties te faciliteren, ook naar de Westelijke Jordaanoever (inclusief Oost-Jeruzalem).
Doet het kabinet naar aanleiding van de antwoorden op bovenstaande vragen alles wat redelijkerwijs kan om genocide te voorkomen?
Nederland heeft de plicht om via redelijke maatregelen te trachten om het mogelijke te doen. Sinds het uitbreken van de oorlog heeft het kabinet zich naar vermogen ingezet om de situatie in de Gazastrook te verbeteren en Israël opgeroepen zich aan het humanitair oorlogsrecht te houden. Deze inzet loopt langs verschillende sporen, zoals diplomatiek, humanitair, veiligheid en bestrijding van straffeloosheid.
| Het afketsen van het staakt-het-vuren tussen Israël en Hamas | |
| Don Ceder (CU) | |
| Caspar Veldkamp (minister sociale zaken en werkgelegenheid) (NSC) | |
|   | |
Hoe beoordeelt het kabinet het afketsen van het staakt-het-vuren tussen Israël en Gaza? Is het kabinet het eens dat dit het verlengen van het lijden van gijzelaars en Palestijnen een onacceptabele situatie is?1
De oorlog in Gaza moet stoppen. Het kabinet betreurt dat de onderhandelingen tussen Israël en Hamas zijn vastgelopen en roept de partijen op terug te keren naar de onderhandelingstafel. Een onmiddellijk staakt-het-vuren is noodzakelijk voor het vrij krijgen van de gijzelaars die zijn ontvoerd door Hamas; voor het realiseren van de noodzakelijke hulp voor de noodlijdende bevolking van de Gazastrook en om te komen tot perspectief op een duurzame oplossing, waarbij voor het kabinet de tweestatenoplossing het uitganspunt is. te komen. Over de ontwikkelingen rond het staakt-het-vuren blijft het kabinet in nauw contact met partners die een bemiddelende rol spelen in de onderhandelingen, waaronder Qatar, Egypte en de Verenigde Staten.
Overwegende dat in het bericht staat: «Steve Witkoff, pointed the finger at Hamas for a «lack of desire to reach a ceasefire»», deelt het kabinet dit standpunt en deze overtuiging? Zo ja, is het kabinet het eens dat dit niet zonder gevolgen kan blijven? Welke gevolgen heeft dit voor Hamas?
Het kabinet kan geen exacte uitspraken doen over de opstelling van de partijen tijdens de onderhandelingen. Het kabinet ziet wel dat Hamas forse (mede-)verantwoordelijkheid toekomt voor het uitblijven van het staakt-het-vuren en nog steeds een dreiging vormt voor de veiligheid van Israël. Nederland blijft dan ook voortrekker voor aanvullende EU-sancties tegen Hamas en Palestinian Islamic Jihad. Het kabinet koestert geen illusies over de intenties en het optreden van Hamas. Hamas is een terroristische organisatie die al jarenlang zijn eigen bevolking onderdrukt, mensenrechten schendt en door zijn gruwelijke daden van 7 oktober 2023 een spiraal van geweld ontketende. Het kabinet blijft onderstrepen dat Hamas onmiddellijk de gijzelaars moet vrijlaten en de wapens moet opgeven. Er is geen plaats voor Hamas in de toekomst van de Gazastrook.
In het kader van het Frans-Saoedische initiatief om de tweestatenoplossing op tafel te houden onderstreepten ook Arabische partners dat Hamas moet ontwapenen en geen rol in het toekomstige bestuur van de strook kan spelen. Frankrijk en Saoedi-Arabië werken aan het verbreden van steun voor deze opvatting.
Welke stappen zet het kabinet zowel nationaal als in Europese Unie (EU)-verband per ommegaande om te voorkomen dat er mensen sterven van de honger en te zorgen dat mensen op reguliere wijze voldoende voedsel hebben?
Over de meest recente inzet heeft het kabinet uw Kamer schriftelijk geïnformeerd middels de Kamerbrief inzake afspraken met Israël over de verantwoording over de situatie in Gaza, d.d. 28 juli jl.,2 en de Kamerbrief inzake de Nederlandse bijdrage aan internationale samenwerking bij uitvoering van airdrops boven Gaza, d.d. 1 augustus. Nederland werkt zowel voor als achter de schermen aan het opbouwen van druk op Israël om ongehinderde, ongelimiteerde en veilige humanitaire toegang voor hulporganisaties te bewerkstelligen. Het kabinet levert onder meer concrete bijdragen aan de humanitaire bevoorrading via land en voedseldroppings, steunt financieel medische evacuaties en blijft druk zetten op Israël om de humanitaire blokkade volledig op te heffen en maatregelen te treffen voor het verbeteren van de hulpdistributiemogelijkheden voor hulporganisaties, waaronder de VN, humanitaire ngo’s, en de Rode Kruis- en Halve Maanbeweging voor adequate hulpverlening via land. Hierbij is wat het kabinet betreft geen ruimte voor distributiepunten van de Gaza Humanitarian Foundation (GHF). Dit hulpmechanisme is niet in overeenstemming met de humanitaire principes van humaniteit, onpartijdigheid, onafhankelijkheid en neutraliteit, gaat gepaard met gedwongen verplaatsing en leidt tot dodelijke situaties.
Overwegende dat Verenigde Staten (VS)-gezant voor het Midden-Oosten Witkoff stelt dat Hamas niet gecoördineerd zou zijn of niet te goeder trouw de gesprekken zou zijn ingegaan2, hoe beoordeelt het kabinet dit en is het het kabinet van mening dat Hamas hoofdverantwoordelijk is voor het verlengen van het lijden van de Gazanen? Indien dit niet het geval is, waarom niet? Kan het kabinet aangeven of dit beeld over de houding van Hamas pas sinds het laatste overleg is ontstaan of dat dit beeld al langer bestaat over Hamas, ook tijdens eerdere pogingen tot onderhandelingen? Zo ja, welke gevolgen heeft dit voor Hamas?
Zie het antwoord op vraag 2.
Witkoff heeft het nu over alternatieve opties om gijzelaars terug te krijgen, welke zijn dat en welke rol heeft Nederland/de EU daarin?
Het kabinet of de EU zijn niet betrokken bij de door Amerikaanse gezant Witkoff gestelde alternatieve opties om gijzelaars terug te krijgen. Het kabinet kan hierover geen uitspraken doen.
Hoeveel gijzelaars zijn er nog momenteel in Gaza? Hoeveel daarvan leven vermoedelijk nog en hoeveel lichamen worden vastgehouden? Kan het kabinet ook de nationaliteiten aangeven van de gegijzelden? Wat is er bekend over hun gezondheidssituatie?
Volgens de Israëlische regering houdt Hamas momenteel nog circa 50 gijzelaars vast, van wie naar schatting maximaal 22 nog in leven zijn. Ook zou Hamas nog dertig lichamen van omgekomen gijzelaars vasthouden in de Gazastrook. Het kabinet heeft geen exacte informatie over de nationaliteiten en gezondheidssituatie van deze gijzelaars.
Wat was de inhoud van de deal die op tafel lag? Op welke punten is het stukgelopen? Hoe beoordeelt het kabinet dit en tevens de opstelling van zowel Israël als Hamas?
De voorgestelde deal betrof naar verluidt een overeenstemming over een staakt-het-vuren en vrijlating van alle gijzelaars uit de Gazastrook. Twistpunten lijken hierbij onder meer de exacte formulering over de eventuele (tijds)horizon van het staakt-het-vuren; de modaliteiten van hervatting van humanitaire hulp aan de Gazastrook en aanwezigheid van de Israëlische krijgsmacht in de strook tijdens het staakt-het-vuren. Zie verder de beantwoording van vraag 2 en 4.
Overwegende dat Israël en de VS eerder deze week hebben gesteld dat het statement dat een aantal landen, waaronder Nederland, heeft uitgebracht in de week dat de onderhandelingen voortgezet zouden worden en met name Israël erop werd aangesproken niet behulpzaam te zijn voor de slagingskans van de onderhandelingen, hoe beoordeelt u deze uitspraken nu de onderhandelingen een paar dagen later zijn stuk gelopen omdat Hamas geen bereidheid toonde om akkoord te gaan?3
Zoals gesteld in de Kamerbrief van 28 juli jl. ziet het kabinet dat Hamas een forse (mede-)verantwoordelijkheid toekomst voor het uitblijven van het staakt-het-vuren en nog steeds een dreiging vormt voor de veiligheid van Israël. Desondanks constateert het kabinet dat de koers die het Israëlisch veiligheidskabinet is ingeslagen sinds het verbreken van het staakt-het-vuren op 18 maart jl. er niet toe heeft geleid dat de gijzelaars die zijn ontvoerd door Hamas zijn vrij gekomen. Voorts stelt het kabinet dat Israël aangesproken moet blijven worden op het naleven van het internationaal humanitair recht aangezien de ingeslagen koers niet bijdraagt aan het realiseren van de noodzakelijke hulp voor de noodlijdende bevolking van de Gazastrook, en niet aan duurzame stabiliteit voor de Israëlische bevolking. De terreurdaden van Hamas ontslaan Israël niet van zijn verplichtingen onder het internationaal humanitair recht.
Overwegende dat Hamas de landen, waaronder Nederland, heeft bedankt voor hun statement voordat zij weigerden akkoord te gaan met een staakt-het-vuren, is dit bericht echt en hoe beoordeelt het kabinet deze onderschrijving?4, 5
Het kabinet kan de authenticiteit van deze berichten niet bevestigen. Het kabinet is dan ook terughoudend om een beoordeling te geven aan dergelijke berichten. Desalniettemin koestert het kabinet geen illusies over de intenties en het optreden van de terroristische organisatie Hamas. Dit is onlangs wederom gebleken met het vrijgeven van een video van twee gijzelaars die onder barbaarse omstandigheden worden vastgehouden.
Welk perspectief voor een staakt-het-vuren is er nu nog en wat is de rol van Nederland hierin? Waarom heeft de EU nauwelijks een rol in de onderhandelingen? Bent u het eens dat conform de motie-Ceder de EU een leidende rol in de vredesonderhandelingen zou moeten hebben en zo ja, welke stappen neemt het kabinet hiertoe?6 Hoe beoordeelt het kabinet de suggestie om een voorstel te doen om in Den Haag verder te onderhandelen? Bent u bereid om deze uitnodiging uit te doen en ook in EU verband te bespreken? Zo nee waarom niet?
Het perspectief op een staakt-het-vuren valt of staat uiteindelijk met de bereidheid van Hamas en Israël. In Brussel blijft Nederland zich inzetten voor een leidende rol voor de EU in vredesonderhandelingen, conform de motie-Ceder. Dat vergt overigens wel dat alle betrokken partijen daartoe open staan. Dit is op het moment niet het geval. Nederland staat uiteraard open voor het laten plaatsvinden van eventuele onderhandelingen in Den Haag. Tegelijkertijd is de locatie geen doel op zich. De oorlog in de Gazastrook moet stoppen en daarvoor moet spoedig een staakt-het-vuren worden bereikt; daar is de Nederlandse inzet op gericht.
Welke stappen kunnen er nog meer gezet worden om Israël en Hamas aan tafel te houden? Is het kabinet van mening dat er voldoende druk op Hamas wordt gezet door de Arabische Liga en de EU? Zo ja, waar blijkt dat uit? Zo nee, is het kabinet bereid om dit per ommegaande aan te kaarten in zowel EU-verband als richting de Arabische Liga?
Het kabinet blijft nationaal, in EU verband en in samenwerking met de VS, partners uit de regio en andere betrokken landen druk zetten op beide partijen om zo snel mogelijk tot een staakt-het-vuren te komen. Daarbij verwelkomt het kabinet de oproep van de Arabische Liga dat Hamas de wapens moet neerleggen en dat de terroristische organisatie geen rol kan spelen in de toekomst van de Gazastrook.
Waar verblijven de onderhandelaars van Hamas? Hoe beoordeelt het kabinet dat deze in vrijheid en veiligheid leven, terwijl de gevolgen van het niet nakomen van een staakt-het-vuren worden afgewenteld op de Gazaanse bevolking? Is het niet verstandig om de leiders van Hamas buiten Gaza steviger aan te pakken en hier landen toe op te roepen?
De onderhandelaars van Hamas verblijven grotendeels buiten de Gazastrook. Het kabinet blijft druk zetten op zowel Israël als Hamas om zo snel mogelijk tot een staakt-het-vuren te komen. Nederland blijft inzetten op het opvoeren van de druk op Hamas. Zo is Nederland voortrekker voor aanvullende EU-sancties tegen Hamas en Palestinian Islamic Jihad, waarbij helaas nog één EU-lidstaat dwarsligt.
Kan het kabinet deze vragen individueel beantwoorden en uiterlijk op 28 juli 2025?
Er is getracht te voldoen aan een zo spoedig mogelijke en separate beantwoording.
| De berichtgeving dat een derde in Gaza al dagen geen eten heeft | |
| Don Ceder (CU) | |
| Caspar Veldkamp (minister sociale zaken en werkgelegenheid) (NSC) | |
|   | |
Bent u bekent met het artikel «Almost a third of people in Gaza not eating for days, UN food programme warns»?1 Hoe beoordeelt u dit artikel?
Ja. Er komt evident nog steeds te weinig voedsel en andere humanitaire hulp bij de mensen in nood in de Gazastrook. Hulporganisaties, waaronder WFP en UNICEF, geven aan dat de mogelijkheden voor invoer en distributie van hulpgoederen onvoldoende zijn om de noden te lenigen. Dit beeld werd bevestigd in de Integrated Food Security Phase Classification (IPC) analyse van 22 augustus jl., waarin wordt vastgesteld dat er hongersnood heerst in delen van de Gazastrook.
Welke stappen zet het kabinet zowel nationaal als in Europese Unie (EU)-verband per ommegaande om te voorkomen dat er mensen sterven van de honger en om te zorgen dat mensen op reguliere wijze voldoende voedsel hebben?
De oorlog in de Gazastrook moet stoppen. De inzet van het kabinet is daarop gericht, door een combinatie van dialoog en druk. Sinds mijn aantreden heb ik gesproken met mijn Israëlische, Palestijnse, Saoedische, Egyptische en Jordaanse evenknie. Tijdens het gesprek met mijn Israëlische counterpart riep ik Israël onder meer op om tot een staakt-het-vuren te komen, de humanitaire situatie te verlichten en geen stappen te zetten die een twee-staten-oplossing verder onder druk zetten. Met mijn Jordaanse, Saoedische, Palestijnse, Egyptische en evenknie sprak ik onder meer over medische evacuaties, de situatie in de Gazastrook en regionale ontwikkelingen.
Zoals toegelicht in de brief aan uw Kamer over de situatie in de Gazastrook van 28 juli jl.2, 9 september jl.3 en 18 september4, en de recente Kamerdebatten op 7, 21 en 22 augustus en op 10 september jl., zet het kabinet zich zowel op nationaal niveau als in EU verband in om de Israëlische autoriteiten te bewegen om de situatie in de Gazastrook en Westelijke Jordaanoever te verbeteren. Uit de humanitaire updates van de EU blijkt dat er nog altijd onvoldoende sprake is van toereikende verruiming van mogelijkheden voor humanitaire hulpverlening, ook al zijn op sommige punten kleine stappen gezet. De situatie in de Gazastrook blijft vreselijk, met ernstige tekorten aan onder meer voedsel, water, en medische zorg.
Het kabinet blijft zich in het kader van de opvolging van de evaluatie in het kader van artikel 2 van het EU-Israël Associatieakkoord inzetten op EU-maatregelen om de druk op Israël te vergroten en hiervoor steun te vinden bij andere lidstaten. Tevens blijft het kabinet pleiten voor additionele sancties tegen Hamas en Palestijnse Islamitische Jihad en blijft benadrukken dat Hamas de gijzelaars onmiddellijk en onvoorwaardelijk vrij moet laten, de wapens neer moet leggen en geen rol mag hebben in het toekomstige bestuur van Gaza.
Verder dringt het kabinet op EU-niveau in samenwerking met gelijkgestemde partners aan op een voorstel van de Europese Commissie voor handelspolitieke maatregelen ten aanzien van goederenimport uit de illegale Israëlische nederzettingen in bezet gebied, conform de motie Van Campen en Boswijk.5 Omdat er op EU-niveau onvoldoende draagvlak is voor dergelijke maatregelen, werkt het kabinet conform de motie van Paternotte6 aan nationale maatregelen gericht op de invoer van producten uit deze illegale nederzettingen. Nederland stemt deze inspanningen af met gelijkgezinde landen en voert deze parallel uit.
Hoeveel ton aan voedsel zou er nu momenteel, minus reguliere dagelijkse consumptie, in totaal in Gaza moeten zijn? Hoeveel mensen lijden momenteel aan gebrek aan voedsel in Gaza en hoeveel ton aan voedsel zou er omgerekend nodig moeten zijn om zij die geen voedsel hebben van voedsel te voorzien?
Vrijwel de gehele bevolking in de Gazastrook lijdt aan ernstige voedseltekorten; de IPC-analyse van 22 augustus jl. bevestigde het volgende: «As of 15 August 2025, Famine (IPC Phase 5) – with reasonable evidence – is confirmed in Gaza Governorate. After 22 months of relentless conflict, over half a million people in the Gaza Strip are facing catastrophic conditions characterised by starvation, destitution and death.»7 Om in de humanitaire basisbehoeften te voorzien is volgens het Wereldvoedselprogramma circa 62.000 ton voedsel per maand nodig, maar gezien de huidige voedselcrisis is er op dit moment veel meer nodig. Het gaat daarbij niet alleen om de kwantiteit: de hulp moet de mensen bereiken die het nodig hebben en er is ook gespecialiseerde voeding nodig om ondervoeding tegen te gaan. Toegang tot de hele Gazastrook voor gespecialiseerde zorg is nodig om de acute ondervoeding van kinderen adequaat te kunnen behandelen.
Zou er, afgezien van de vele trucks vlak buiten en binnen Gaza bij de corridors, momenteel genoeg voedsel in Gaza zou moeten zijn om honger en de huidige catastrofe onder Gazanen te voorkomen? Indien dat niet het geval is, kan het kabinet aangeven tot wanneer er genoeg voedsel er zou moeten zijn geweest?
De bevolking van de Gazastrook heeft onvoldoende toegang tot voedsel. De huidige catastrofale humanitaire situatie is ontstaan als gevolg van de maandenlange volledige blokkade van humanitaire hulp die Israël op 2 maart jl. afkondigde en de voedselzekerheid verder heeft doen afnemen. Een dergelijke afname van voedselzekerheid is geen lineair proces en enkel het tellen van de absolute aanwezige hoeveelheid voedsel doet geen recht aan de complexe humanitaire realiteit.
Hoeveel ton voedsel is tijdens het staakt-het-vuren van 18 januari tot 2 maart 2025 Gaza binnengegaan?
Volgens Israël kwam in de periode van het staakt-het-vuren 339.000 ton voedsel de Gazastrook binnen. De Verenigde Naties (VN) meldden na afloop van het staakt-het-vuren dat de humanitaire partners van de Food Security Sector (FSS, het coördinatieplatform geleid door het Wereldvoedselprogramma en de Voedsel- en Landbouworganisatie van de VN) tussen 19 januari en 1 maart circa 78.000 ton voedsel de Gazastrook hadden binnengebracht, in aanvulling op de distributie van meel door UNRWA aan 1,28 miljoen mensen.
Zou dit volgens de maatstaven van het World Food Programme (WFP) voldoende moeten zijn om de gehele bevolking van Gaza ongeveer vijf-zes maanden te voeden? Zo nee, wat waren dan de schattingen van het totaal aantal geleverde trucks? Kunt u indien mogelijk documenten overleggen die dit ondersteunen?
WFP en UNRWA, de grootste humanitaire organisaties voor voedseldistributie in de Gazastrook, waren eind april door hun voorraden heen. Rond deze periode waren ook de prijzen op de markten – waar een beperkte hoeveelheid voedsel wordt verhandeld – reeds sterk gestegen. Dit geeft een indicatie van het tekort aan beschikbaar voedsel in de Gazastrook in deze periode. Om ondervoeding tegen te gaan, moet het aanbod ook divers zijn. De diversiteit kwam als eerste onder druk te staan. (Gekoelde) opslagplaatsen en andere infrastructuur zijn vernietigd, waardoor het een grotere uitdaging is voedsel goed te houden en te distribueren.
Kan het kabinet de meerdere oorzaken aangeven waarom het voedsel niet de Gazanen heeft bereikt en daarbij de rol van Israël, Gaza Humanitarian Foundation (GHF), Hamas en andere betrokkenen zoals de Verenigde Naties (VN), de EU, de Arabische Liga en Egypte afzonderlijk benoemen? Kan het kabinet zo zorgvuldig en gedetailleerd mogelijk zijn?
De huidige catastrofale humanitaire situatie in de Gazastrook is het directe gevolg van de maandenlange blokkade door Israël van humanitaire hulp. Alhoewel de blokkade in medio mei gedeeltelijk is opgeheven, blijft de toegang tot humanitaire hulp nog steeds ernstig ondermaats. Ook blijft de invoer van goederen aan strenge Israëlische restricties onderhevig die negatieve gevolgen hebben voor de kwantiteit en de kwaliteit van hulp die de Gazastrook wordt ingevoerd.
De uitdagingen op gebied van distributie hebben verschillende oorzaken. Het voornaamste probleem is het uitblijven van een staakt-het-vuren tussen Hamas en Israël. De aanhoudende gevechten, en het gebrek aan mogelijkheden voor deconflictie met de Israëlische strijdkrachten, zorgen ervoor dat hulp niet veilig vervoerd kan worden. De frequente plundering van vrachtwagens door wanhopige menigten en gewapende groepen vormen een ernstig obstakel voor distributie. Zolang er grote schaarste en wetteloosheid heerst, zal deze chaos voortduren.
Het kabinet heeft ook kennis genomen van signalen dat Hamas een kwalijke rol speelt wat betreft de catastrofale humanitaire situatie in Gaza en dat de organisatie de voedseldistributie verstoort. Echter, het kabinet heeft geen betrouwbaar bewijs voor de aantijging dat Hamas zich systematisch of grootschalig schuldig maakt aan ontvreemding van humanitaire hulp sinds 7 oktober 2023. Het kabinet koestert echter geen illusies over de intenties en het optreden van Hamas.
Nederland heeft reeds bij de aankondiging van het distributiemechanisme van de Gaza Humanitarian Foundation (GHF) zorgen geuit over de voorziene werkwijze. De manier van werken van GHF is niet in lijn met de humanitaire principes, gaat gepaard met gedwongen ontheemding, en plaatst burgers in zeer gevaarlijke situaties. De dodelijke beschietingen van de afgelopen maanden bij hulpdistributiepunten, in het bijzonder distributiepunten van GHF, zijn onacceptabel. Ten slotte is de gelimiteerde hoeveelheid hulp die GHF distribueert lang niet voor alle hulpbehoevenden in de Gazastrook toegankelijk.
Egypte speelt een belangrijke rol in de hulpvoorziening voor de Gazastrook. Hoewel veel hulp via Egypte naar de Gazastrook wordt vervoerd, moet deze hulp via de grensovergang bij Kerem Shalom in Israël naar de Gazastrook worden vervoerd. Zodoende kan deze hulp nog altijd niet via de grensovergang bij Rafah naar binnen worden gebracht. Nederland roept Israël en Egypte op om werk te maken van de snelle heropening van de Rafah-grensovergang voor humanitaire hulp. De Arabische Liga, de EU en hun lidstaten hebben een belangrijke rol op gebied van humanitaire diplomatie en financiering, maar kunnen toegang tot mensen in nood in de Gazastrook niet eigenstandig verbeteren.
Hoeveel Gazanen zijn bij of nabij een GHF punt gestorven terwijl ze voedsel ophaalden? Hoeveel van deze doden zijn aantoonbaar toe te rekenen aan de Israel Defense Forces (IDF)? Hoeveel van deze doden zijn te wijten aan Hamas? Hoeveel van deze doden zijn toe te rekenen aan andere oorzaken en kan het kabinet aangeven wat deze oorzaken zijn?
De VN heeft melding gemaakt van Israëlisch geweld tegen burgers bij alle distributiepunten. Ook anonieme Israëlische militairen hebben aangegeven dat zij opdracht kregen om te schieten op ongewapende Palestijnse burgers bij de distributiepunten. Het is cruciaal dat dit geweld per ommegaande stopt en dat alle partijen zich houden aan het humanitair oorlogsrecht.
Op 1 augustus deelden de VN dat, in de voorgaande twee maanden, 1373 hulpbehoevenden waren gedood terwijl zij hulp probeerden te bemachtigen. 859 van de doden vielen in of nabij de GHF-distributiepunten. Hoeveel hulpbehoevenden precies door Israëlisch vuur zijn gedood bij hulpdistributies, waaronder bij GHF-locaties, is op dit moment niet bekend. Volgens Israël heeft het enkel waarschuwingsschoten gelost in of nabij de distributiepunten, waarbij mogelijk enkele mensen zijn geraakt. Het blijft onduidelijk of, en zo ja op welke schaal, Hamas burgers heeft gedood bij de GHF-distributies. Overigens geeft GHF aan dat er ook slachtoffers zijn gevallen door onder meer verdrukking en vertrapping. Het kabinet kan berichten hierover niet eigenstandig verifiëren.
Hoeveel Gazanen zijn er bij of nabij andere distributiepunten of een VN-konvooi gestorven terwijl ze voedsel ophaalden? Hoeveel van deze doden zijn aantoonbaar toe te rekenen aan de IDF? Hoeveel van deze doden zijn te wijten aan Hamas? Hoeveel van deze doden zijn toe te rekenen aan andere oorzaken en kan het kabinet aangeven wat deze oorzaken zijn?
Volgens de VN zijn er tussen 27 mei en 1 augustus 2025 514 doden gevallen langs routes bestemd voor hulpkonvooien. Zie verder de beantwoording van vraag 8.
Heeft Nederland de Israëlische autoriteiten aangesproken vanwege de vele slachtoffers bij distributiepunten? Wat is hieruit gekomen? Is er daarbij ook gesproken over de berichtgeving over mogelijke instructies om bewust te schieten? Kan het kabinet aangeven hoe zij deze berichtgeving beoordeelt?
Het kabinet blijft zich zeer kritisch uitspreken over GHF en hun werkwijze. De chaos en dodelijke incidenten van de afgelopen tijd zijn onacceptabel en in strijd met het humanitair oorlogsrecht. Dit heeft Nederland veelvuldig onderstreept in contacten met de Israëlische autoriteiten. Zie verder de beantwoording van vraag 8.
Kan het kabinet gedetailleerd aangeven op welke onderdelen de GHF volgens de EU niet voldoet aan de standaarden die gewenst zijn voor adequate hulpvoorziening? Is tijdens de afspraken met de EU zoals aangekondigd op 10 jl. besproken om deze op te lossen? Zo nee, waarom niet? Kunnen de afspraken tussen de EU en Israël per ommegaande naar de Kamer worden gestuurd? Hoe beoordeelt het kabinet de stelling dat het verhongeren van de bevolking een bewuste strategie van Israël en GHF is?
De hongercrisis in de Gazastrook is het gevolg van menselijk handelen. Israël heeft hierin een belangrijke verantwoordelijkheid. De chaos en slachtoffers die bij distributiepunten van de Gaza Humanitarian Foundation (GHF) vallen zijn onacceptabel. Het hulpmechanisme en de werkzaamheden van GHF zijn niet in overeenstemming met de humanitaire principes van humaniteit, onpartijdigheid, onafhankelijkheid en neutraliteit, gaan gepaard met gedwongen verplaatsing en leiden tot dodelijke situaties. De hulpdistributies geschieden op vier locaties die onbereikbaar zijn voor de meeste mensen in Gaza. Bij distributie geldt nu het recht van de sterkste, waardoor de meest kwetsbaren middels dit mechanisme niet worden bereikt. Veel van de goederen die GHF uitdeelt zijn niet ready-to-eaten vereisen water en brandstof, waaraan een groot tekort bestaat. De op 10 juli overeengekomen afspraken tussen de EU en Israël gaan niet specifiek over GHF, maar focussen op verruiming op de mogelijkheden voor invoer en distributie van humanitaire hulp door de professionele humanitaire organisaties.
De updates van de EU worden vertrouwelijk met uw Kamer gedeeld.
Hoe beoordeelt het kabinet het statement van Israëli woordvoerder David Mencer: «in Gaza is er momenteel geen hongersnood die door Israël is veroorzaakt. Er is een door de mens veroorzaakt tekort, veroorzaakt door Hamas»?2 Overwegende dat Mencer de Hamasmilitanten ervan beschuldigt dat ze de voedseldistributie verhinderden en dat ze hulpgoederen voor zichzelf roofden, hoe vaak komt dit voor en hoe groot is dit probleem volgens het kabinet?
De uitdagingen bij de distributie van hulp zijn het directe gevolg van de extreme noden die zijn ontstaan door de maandenlange blokkade van humanitaire hulp, de intensieve gevechten, plunderingen, de opeenvolgende evacuatiebevelen en de aanhoudende tegenwerking van professionele hulporganisaties waaronder de VN en internationale ngo’s door Israël. Het kabinet heeft ook kennis genomen van signalen dat Hamas een kwalijke rol speelt wat betreft de catastrofale humanitaire situatie in Gaza en dat de organisatie de voedseldistributie verstoort. Echter, het kabinet heeft geen betrouwbaar bewijs voor de aantijging dat Hamas zich systematisch of grootschalig schuldig maakt aan ontvreemding van humanitaire hulp sinds 7 oktober 2023. Wel ziet het kabinet dat Hamas een forse (mede)verantwoordelijkheid toekomt voor het ontstaan van deze situatie en het uitblijven van een staakt-het-vuren. Hamas vormt nog steeds een dreiging voor de veiligheid van Israël, en het optreden van Hamas verdiept en verlengt het leed van de burgerbevolking in Gaza. Het kabinet heeft geen betrouwbaar bewijs voor de aantijging dat Hamas zich systematisch of grootschalig schuldig maakt aan ontvreemding van humanitaire hulp sinds 7 oktober 2023.
Klopt het dat Hamas de hulpdistributie in Gaza probeert te saboteren? Zo ja, op welke wijze doen ze dat? Kan het antwoord met concrete voorbeelden aangeleverd worden en kan daarbij ook aangegeven worden hoeveel slachtoffers er mede door deze handelingen zijn gevallen?
Zie de beantwoording van vraag 12.
Is het kabinet van mening dat het verhongeren van de bevolking een bewuste strategie van Hamas is? Zo ja, kunt u daar mogelijke uitspraken of documentatie van handelingen van overleggen? Zo nee, kan het kabinet aangeven waarom niet? Klopt het dat Hamas heeft gesteld zich niet verantwoordelijk te voelen voor voldoende humanitaire hulp richting de Gazaanse bevolking?
Hamas is een terroristische organisatie die al jarenlang zijn eigen bevolking onderdrukt, mensenrechten schendt en door zijn gruwelijke daden van 7 oktober 2023 een spiraal van geweld ontketende. Hamas is in belangrijke mate (mede)verantwoordelijk voor het uitblijven van een staakt-het-vuren in de Gazastrook. Het kabinet koestert geen illusies over de intenties en het optreden van Hamas. Over of het verhongeren van de bevolking een bewuste strategie is van Hamas kan het kabinet op dit moment echter niet oordelen.
Hoeveel voedsel ligt er momenteel nog in pakhuizen in Gaza? Waar zijn deze pakhuizen en wie beheert en bewaakt deze pakhuizen? Kan het kabinet een overzicht en uitsplitsing meesturen?
Het is niet bekend bij het kabinet hoeveel voedsel er momenteel nog in pakhuizen ligt in de Gazastrook. Indien het inderdaad zo is dat pakhuizen worden bewaakt, dan heeft het kabinet hier geen nadere informatie over. Het staat vast, zo wordt ook onderstreept door de IPC-analyse van 22 augustus jl., dat de Gazaanse bevolking lijdt onder de aanhoudende tekorten van voedsel, water, medicijnen en onderdak. Tevens is veel van de opslagcapaciteit van humanitaire organisaties, zoals WFP, door het aanhoudende oorlogsgeweld vernietigd of onbereikbaar.
Hoe wordt met verschillende clans gewerkt in Gaza om ervoor te zorgen dat het voedsel bij alle groepen terecht komt? Worden deze clans ook tegengewerkt zo ja door wie? Welke groepen zijn het meest kwetsbaar gebleken de afgelopen maanden?
De situatie in Gaza is erg volatiel. De mogelijkheid voedsel en andere levensreddende goederen bij mensen te krijgen neemt in de afgelopen maanden drastisch af. Hulporganisaties doen al ruime tijd een beroep op de Israëlische autoriteiten voor nadere coördinatie om meer hulp het gebied in te krijgen. Organisaties blijven zich richten op formele wegen en het kabinet beschikt niet over informatie dat er samengewerkt wordt met clans.
Zoals eerder genoemd in de beantwoording van vraag 8 blijven hulporganisaties echter kampen met het gebrek aan volledige humanitaire toegang en aanhoudende belemmeringen voor de effectieve distributie van humanitaire hulp, waardoor hulp niet alle hulpbehoevenden in de Gazastrook kan bereiken. Volgens UNICEF en WFP zijn de meest kwetsbare groepen vooral jonge kinderen, zwangere vrouwen en moeder, omdat zij het hoogste risico lopen op acute ondervoeding en een gebrek aan medische zorg. Nederland staat in nauw contact met hulporganisaties om de ontwikkelingen nauwgezet te volgen.
Hoe hoog zijn de prijsstijgingen in Gaza inmiddels sinds de beëindiging van het staakt-het-vuren? Welke redenen zijn daarvoor? Kan Nederland of de EU nog iets betekenen om eten betaalbaar te houden? Zo nee, waarom niet?
In de Gazastrook is er sprake van een hoge prijsinflatie waarbij veel essentiële goederen veel duurder zijn dan vóór 7 oktober 2023. Sommige goederen zijn aan hogere prijsstijgingen onderhevig dan andere, en prijzen zijn volatiel en variëren sterk per locatie. De marktanalyse van WFP, van eind juni, liet bijvoorbeeld zien dat een kilo meel op dat moment circa 6,50 euro kostte in Khan Younis en 16,70 euro in Gaza-stad (een prijsstijging van meer dan 3000 procentpunten). De hoge en volatiele prijzen hebben ernstige impact op de voedselzekerheid van veel mensen in de Gazastrook. Tevens, zoals onderbouwd in de meest recente IPC-analyse van eind augustus, hebben veel mensen in de Gazastrook geen toegang tot markten. In sommige regio’s in de Gazastrook betreft dit zelfs een ruime meerderheid.
De voedselprijzen houden direct verband met de toegang voor humanitaire en commerciële goederen. De Nederlandse inzet is op de verruiming van toegang voor de invoer en distributie van voedsel en andersoortige humanitaire hulp. Tevens ondersteunt Nederland humanitaire partnerorganisaties, zoals de VN, de Rode Kruis- en Halve Maanbeweging en de Dutch Relief Alliance die zich, onder meer door invoer en distributie van voedsel, inspannen om de toegang tot voedsel te verbeteren.
Wat zijn de redenen waarom mensen genoodzaakt zijn om eten te kopen mensen in plaats van voedsel via noodhulp te ontvangen? Spelen Hamas en de Palestinian Islamic Jihad (PIJ) nog een rol bij deze prijsstijgingen en profiteert Hamas van inkomsten van voedsel dat niet via de distributiepunten gaat?
Hulpverlening wordt in de Gazastrook ernstig belemmerd door onder andere de blokkade van humanitaire hulp en de veiligheids- en operationele belemmeringen voor hulporganisaties. Hierdoor komt er te weinig hulp binnen, en bereiken de goederen niet alle hulpbehoevenden in de gehele Gazastrook. Tegelijkertijd is de situatie zo ontwrichtend dat de Gazaanse bevolking niet in staat is om de torenhoge prijzen te betalen voor het beperkt aantal goederen op commerciële markten. Gewapende groepen die hulpkonvooien plunderen drijven de prijzen verder op door hulp te verkopen voor exorbitant hoge prijzen. Het kabinet heeft geen indicatie dat Hamas of de Palestinian Islamic Jihad een rol hebben in de prijsstijgingen, maar kan dit ook niet uitsluiten.
Wordt er gedistribueerd voedsel op de markt verkocht? Zo ja, hoe kan dat en mag dat? Wordt hiertegen opgetreden, nu er berichtgeving verschijnt dat groepen te weinig eten krijgen, terwijl het eten dat gedistribueerd wordt zo onevenredig verdeeld wordt dat een deel zichzelf kan voorzien en tegelijkertijd genoeg over heeft om te verkopen?
Het kabinet heeft geen zicht op of er gedistribueerd voedsel op de markt wordt verkocht. Wel ziet het kabinet dat de aanhoudende humanitaire blokkade, het geïntensiveerde geweld, de stijgende voedselprijzen en de ernstig beperkte toegang van humanitaire en commerciële goederen de voedselzekerheidssituatie drastisch hebben verslechterd.
Kan de conclusie getrokken worden dat er momenteel mensen in Gaza niet vanwege een kwantitatief gebrek aan voedsel een hongersdood sterven, maar vanwege distributie bij de juiste personen? Zo ja, erkend het kabinet dat dit een schandelijke situatie is? Welke verantwoordelijkheid acht het kabinet te hebben in deze en wat wordt er gedaan om per ommegaande ervoor te zorgen dat er voldoende voedsel bij de juiste mensen in Gaza komt?
Nee. Er is momenteel sprake van een hongercrisis in de Gazastrook vanwege de maandenlange blokkade van humanitaire hulp door Israël en de aanhoudende belemmeringen voor toevoer en distributie van hulp. Dit wordt ook onderstreept in het gepubliceerde IPC-rapport op 22 augustus jl., waarin hongersnood wordt vastgesteld in delen van de Gazastrook. Dit is een gevolg van menselijk handelen. Hulporganisaties, zoals WFP en UNRWA, hebben voldoende ladingen met goederen om de Gazastrook te voorzien van voedsel, maar worden belemmerd in de toegang, levering en distributie van hulp. Bovenal is de huidige operationele context, die zich kenmerkt door wanhoop en chaos vanwege de aanhoudende tekorten en het geïntensiveerde geweld, belemmerend voor effectieve hulpverlening. Voor verdere beantwoording over hoe het kabinet de situatie tracht te verbeteren zie het antwoord op vraag 2.
Kan het kabinet deze vragen individueel beantwoorden en uiterlijk op 28 juli 2025?
Ik heb de vragen individueel beantwoord. Het is niet gelukt om de beantwoording op 28 juli toe te sturen.
| De gemaakte afspraken tussen EU en Israel ten aanzien van humanitaire hulp in Gaza | |
| Don Ceder (CU) | |
| Caspar Veldkamp (minister sociale zaken en werkgelegenheid) (NSC) | |
|   | |
Bent u bekend met het bericht: «Mass starvation spreading across Gaza, aid agencies warn, as Israeli government says it is not responsible – as it happened»?1
Ja.
Welke stappen zet het kabinet zowel nationaal als in Europese Unie (EU)-verband per ommegaande om te voorkomen dat er mensen sterven van de honger en te zorgen dat mensen op reguliere wijze voldoende voedsel hebben?
De oorlog in de Gazastrook moet stoppen. De Gazaanse bevolking lijdt onder extreme en aanhoudende ontberingen als gevolg van de Israëlische blokkade van humanitaire hulp. Het gebrek aan voedsel, schoon drinkwater, medicijnen en onderdak leidt tot ondraaglijke levensomstandigheden.
Het kabinet zet zich in om door een combinatie van druk op en dialoog met Israël de situatie in zowel de Gazastrook als de Westelijke Jordaanoever te verbeteren. Over de meest recente inzet heeft het kabinet uw Kamer schriftelijk geïnformeerd middels Kamerbrief inzake verzoek om een brief inzake afspraken met Israël over de verantwoording over de situatie in Gaza, d.d. 28 juli jl.
Hoe beoordeelt u het aspect waarin staat dat EU-functionarissen diplomaten van de lidstaten woensdag in een besloten bijeenkomst vertelden dat de goederen die Gaza binnenkomen, niet voldoen aan de overeenkomst die Kaja Kallas, de hoge vertegenwoordiger van het buitenlands beleid van de EU, bijna twee weken geleden heeft aangekondigd? Klopt het bericht en zo ja, bent u het eens dat dit onacceptabel is?
Op 23 en 29 juli jl. rapporteerden de Europese Dienst voor Extern Optreden en de Europese Commissie over de voortgang van de implementatie van het akkoord tussen de EU en Israël over de toegang van humanitaire hulp tot de Gazastrook. Hieruit werd geconcludeerd dat Israël de gemaakte afspraken niet worden nagekomen. Zo is de directeur-generaal Europese Civiele Bescherming en Humanitaire Hulp (DG ECHO) toegang geweigerd tot de Gazastrook. We zien tevens dat er nog steeds te weinig grensovergangen open zijn, zo blijven de grensovergangen bij Rafah en Kissufim vooralsnog gesloten. De toegang voor internationale humanitaire staf wordt nog steeds belemmerd en er zijn onvoldoende veiligheidsgaranties voor hulpverleners, waardoor veilige distributie belemmerd wordt. Ook is er minder brandstof ingevoerd dan was afgesproken en functioneert de aanvoerroute vanuit Jordanië nog steeds niet voldoende.
Omdat de afspraken niet worden nagekomen gaat het Het kabinet gaat daarom over tot concrete en in de Kamerbrief van 28 juli jl. geschetste maatregelen. Op EU-niveau zet Nederland zich in voor opschorting van het handelsdeel van het Associatieakkoord met Israël, op handelspolitieke maatregelen t.a.v. producten uit illegale nederzettingen en steunt het de voorgestelde beëindiging van de samenwerking met de European Innovation Council, als onderdeel van Horizon Europe.
De VN spelen een centrale rol bij de coördinatie, invoer en distributie van humanitaire hulp. De Verenigde Naties hebben niet geweigerd om op grote schaal voedsel te distribueren. In tegendeel, de VN-organisaties staan klaar om de noodlijdende bevolking van de Gazastrook op grote schaal van humanitaire hulp te voorzien. Wel zien zij, net als andere humanitaire organisaties zoals de Rode Kruis- en Halve Maanbeweging en de Dutch Relief Alliance, gezien de steeds meer uitbreidende oorlogsvoering van de regering-Netanyahu, grote uitdagingen bij de distributie van hulp. Het kabinet dringt bij Israël aan op het nemen van maatregelen om de veilige en ordentelijke verlening van hulp beter te faciliteren.
Overwegende dat in het statement van Kaja Kallas op 10 juli jl. als onderdeel van de afspraken onder andere stond: «The EU stands ready to coordinate with all relevant humanitarian stakeholders, UN agencies and NGOs on the ground, to ensure swift implementation of those urgent steps.», hoe is in het licht van de afspraken van 10 juli het contact over coördinatie van de goederen voor de Gazaanse bevolking verlopen? Kan het kabinet van dag tot dag vanaf 10 juli aangeven wat er is met besproken met Israël, wat de verwachting was en welke uitkomsten het heeft opgeleverd met welke reden?2
Zie antwoord vraag 3.
Hoeveel EU-personeel is momenteel in totaal betrokken bij het naleven van de afspraken tussen EU en Israël? Is dit volgens het kabinet genoeg om tekortkomingen in de afspraken, waarbij de EU zou helpen, in ieder geval niet aan mogelijke onderbezetting zijdens de EU te wijten?
EU-medewerkers die betrokken zijn bij de naleving van de afspraken tussen de EU en Israël over de humanitaire toegang tot Gaza betreft in ieder geval: medewerkers van Europese Civiele Bescherming en Humanitaire Hulp (ECHO) in Israël en de Palestijnse Gebieden; medewerkers van de EU-delegaties in Israël, de Palestijnse Gebieden en de omringende landen, EU-functionarissen in Brussel, zowel bij de Europese Dienst voor Extern Optreden (EDEO) als bij de Europese Commissie; evenals het team van EU Speciaal Vertegenwoordiger voor het Midden-Oosten Vredesproces.
Overwegende dat in het statement als onderdeel van de afspraken onder andere stond: «the reopening of the Jordanian and Egyptian aid routes», is dit inmiddels (volledig) nagekomen? Zo niet, waarom niet en welke stappen heeft de EU ondernomen om dat wel mogelijk te maken?
Zie antwoord vraag 3.
Overwegende dat in het statement als onderdeel van de afspraken onder andere stond: «the opening of several other crossing points in both the northern and southern area», is dit inmiddels (volledig) nagekomen? Zo niet, waarom niet en welke stappen heeft de EU ondernomen om dat wel mogelijk te maken?
Zie antwoord vraag 3.
Overwegende dat in het statement als onderdeel van de afspraken onder andere stond: «the substantial increase of daily trucks for food and non- food items to enter Gaza», is dit inmiddels (volledig) nagekomen? Zo niet, waarom niet en welke stappen heeft de EU ondernomen om dat wel mogelijk te maken?
Zie antwoord vraag 3.
Overwegende dat in het statement als onderdeel van de afspraken onder andere stond: «enabling the distribution of food supplies through bakeries and public kitchens throughout the Gaza strip», is dit inmiddels (volledig) nagekomen? Zo niet, waarom niet en welke stappen heeft de EU ondernomen om dat wel mogelijk te maken?
Zie antwoord vraag 3.
Overwegende dat in het statement als onderdeel van de afspraken onder andere stond: «the protection of aid workers», is dit inmiddels (volledig) nagekomen? Zo niet, waarom niet en welke stappen heeft de EU ondernomen om dat wel mogelijk te maken?
Zie antwoord vraag 3.
Klopt het dat tussen 17 en 21 juli 132 trucks en 80–120,000 liter benzine Gaza is binnengekomen? Klopt het dat dit onvoldoende is? Hoeveel had het moeten zijn om als voldoende beoordeeld te worden? Kan het kabinet analysedocumenten aanleveren waaruit blijkt hoeveel er dagelijks nodig is? Welke rol speelt de Verenigde Naties (VN) in de distributie? Klopt het dat de VN geweigerd heeft voedsel op grote schaal te distribueren richting de Gazaanse bevolking en zo ja, om welke redenen? Hoe beoordeelt het kabinet dit?
Zie antwoord vraag 3.
Overwegende dat in hetzelfde artikel als in vraag 1 staat: «Even EU diplomats have been left in the dark about the precise terms of the agreement with Israel, including possible details on the number of trucks per day», klopt het dat deze cijfers geheim zijn en dat daar ook bewust voor wordt gekozen? Wat vindt het kabinet hiervan?
De Hoge Vertegenwoordiger en EDEO hebben, met oog op het zoveel mogelijk vergroten van de kans van slagen op spoedige en succesvolle implementatie van de afspraken tussen de EU en Israël, de specifieke details van de afspraken niet openbaar gemaakt. De Europese instellingen hebben in hoofdlijnen het akkoord bekendgemaakt. Aangezien het voor EU-lidstaten van belang was, en blijft, om goed inzicht in de gemaakte afspraken te hebben en voortgang te kunnen beoordelen, zijn in vertrouwen meer details van de deal gedeeld met lidstaten, waaronder Nederland. Het is niet in het belang van de diplomatieke positie van Nederland om deze vertrouwelijkheid te schenden.
Op basis van de beschikbare informatie van zowel de EU, VN, als andere internationale organisaties over de mate waarin Israël zich aan de gemaakte afspraken houdt, stelt het kabinet net als de Commissie vast dat dit niet het geval is. Om deze reden heeft het kabinet, conform de Kamerbrief d.d. 28 juli 2025, besloten om in EU-verband onder andere aan te dringen op opschorting van het handelsdeel van het Associatieakkoord en op handelspolitieke maatregelen t.a.v. producten uit illegale nederzettingen. Tevens ondersteunt het kabinet het voorstel van de Commissie om Israëlische deelname aan het Horizon-programma gedeeltelijk op te schorten.
Waarom is de inhoud van de afspraken geheim? Indien dat niet het geval is, kunnen deze afspraken per ommegaande naar de Kamer toegestuurd worden?
Zie antwoord vraag 12.
Indien ze wel vertrouwelijk zijn; kunnen deze (desnoods vertrouwelijk) aan Kamerleden voorgelegd worden zodat ze hun controlerende taak kunnen uitvoeren?
Zie antwoord vraag 12.
Valt de EU iets te verwijten ten aanzien van het onvoldoende nakomen van de belofte? Zo ja, wat dan, en hoe is de EU van plan de inzet te verhogen/bij te stellen? Zijn er ook verzachtende omstandigheden te vermelden waar rekening mee gehouden dient te worden?
De verantwoordelijkheid voor het nakomen van de gemaakte afspraken lag en ligt in de eerste plaats bij de Israëlische autoriteiten, niet bij de EU. De HV en haar team staan in regelmatig contact met de Israëlische autoriteiten met betrekking tot de implementatie van het akkoord en zullen daar – gesteund door lidstaten – intensief mee verder blijven gaan met nadruk op implementatie van het akkoord.
Heeft de EU contact met Hamas? Zo ja, zijn zij ook aangesproken op hun verplichtingen zo ja, welke? Zo nee, waarom niet? Klopt het dat Hamas heeft gesteld zich niet verantwoordelijk te voelen voor voldoende humanitaire hulp richting de Gazaanse bevolking? Hoe beoordeelt het kabinet dit?
De EU beschouwt Hamas als een terroristische organisatie en heeft derhalve geen contact met Hamas.
Is Hamas bewust bezig met het saboteren van de voedseldistributie, zoals Israël beweert, en zo ja, op welke wijze?
Het kabinet kan Israëlische aantijgingen over sabotage van voedseldistributie door Hamas sinds 7 oktober 2023 niet verifiëren. Het kabinet koestert echter geen illusies over de intenties en het optreden van Hamas. Hamas is een terroristische organisatie die al jarenlang zijn eigen bevolking onderdrukt, mensenrechten schendt en door zijn gruwelijke daden van 7 oktober 2023 een spiraal van geweld ontketende. Hamas houdt momenteel nog altijd vijftig gegijzelden vast, van wie nog Ministers twintig in leven zouden zijn en het valt niet uit te sluiten dat zij zichzelf verrijkt hebben met onder andere het onderscheppen van hulp.
Is het kabinet bereid om per ommegaande ook in EU-verband opnieuw aan te dringen op strike naleving van de afspraken en daar maatregelen aan te koppelen? Zo ja, hoe en op welke wijze? Welke opvolging is gegeven aan de motie-Ceder c.s. ten aanzien van sancties?3 Is het kabinet van mening dat dit doorzetten de situatie van Gazanen zou verbeteren? Zo nee, waarom niet?4
Over de Nederlandse positie met betrekking tot het belang de afspraken tussen de EU en Israël over de toegang tot humanitaire hulp tot de Gazastrook, en de maatregelen voortvloeiend uit het gebrek aan naleving hiervan, is uw Kamer reeds schriftelijk geïnformeerd middels de Kamerbrief van 28 juli jl. Nederland blijft, ook in EU-verband, benadrukken dat de afspraken moeten worden nageleefd. Israël moet onmiddellijk een andere koers gaan varen om veilige, ongehinderde humanitaire toegang te bewerkstelligen.
Kan het kabinet deze vragen individueel beantwoorden en uiterlijk op 28 juli 2025?
Het kabinet heeft gepoogd uw vragen zo spoedig en volledig mogelijk te beantwoorden.
| Coalition of the willing inzake alternatief plan om de humanitaire situatie in Gaza op te lossen | |
| Don Ceder (CU) | |
| Caspar Veldkamp (minister sociale zaken en werkgelegenheid) (NSC) | |
|   | |
Hoe beoordeelt het kabinet de huidige situatie in Gaza en is het kabinet het eens dat machteloos toekijken niet het antwoord mag zijn?
De oorlog in Gaza moet stoppen. De bevolking van de Gazastrook ondergaat aanhoudende ontberingen als gevolg van de humanitaire blokkade en de aanhoudende militaire activiteiten en gijzelingen door Hamas, waardoor voedsel en medicijnen het gebied nauwelijks of niet bereiken, en er dus tekorten zijn ontstaan. Zoals toegelicht in de brief van 28 juli jl. probeert het kabinet door een combinatie van druk op en dialoog met Israël de situatie in zowel de Gazastrook als op de Westelijke Jordaanoever te verbeteren.
Erkent het kabinet dat de huidige situatie in Gaza en gebrek aan voedsel en medicijnen een schandelijke situatie is en er meer gedaan moet worden?
Zie het antwoord op vraag 1.
Welke opvolging is er gegeven aan de motie-Ceder ten aanzien van een eigen distributie starten vanuit de Rafahcorridor met of zonder Israëlische toestemming in samenwerking met de Europese Unie (EU)-landen, Egypte en mogelijk andere betrokkenen?1 Deelt het kabinet dat het tijd is om ook alternatieve plannen zoals de motie-Ceder uit te voeren? Waar blijkt dat uit?
De opvolging van motie Ceder (32 623, nr. 357) is toegelicht in het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 15 juli, welke op 22 juli met uw Kamer werd gedeeld. De VN heeft nog altijd beperkte toegang voor het invoeren en distribueren van voldoende humanitaire hulp. Nederland zet, in lijn met de humanitaire overeenkomst tussen de EU en Israël die de opening van meer grensovergangen voorziet, in op de heropening van de Rafah-grensovergang voor humanitaire hulp. Ondanks aandringen van Nederland en andere gelijkgezinde landen bij Egypte en Israël blijft de grensovergang bij Rafah vooralsnog gesloten. Hulp die vanuit Egypte naar de Gazastrook wordt vervoerd loopt daarom nog steeds via de grensovergang tussen Israël en de Gazastrook bij Kerem Shalom.
Welke stappen zet het kabinet zowel nationaal als in EU-verband per ommegaande om te voorkomen dat er mensen sterven van de honger en te zorgen dat mensen voortaan op reguliere wijze voldoende voedsel hebben?
Zoals toegelicht in de brief aan uw Kamer over de situatie in de Gazastrook van 28 juli jl. probeert het kabinet door een combinatie van druk op en dialoog met Israël de situatie in zowel de Gazastrook als op de Westelijke Jordaanoever te verbeteren.
Hoe beoordeelt u het aspect waarin staat dat EU-functionarissen diplomaten van de lidstaten woensdag in een besloten bijeenkomst vertelden dat de goederen die Gaza binnenkomen, niet voldoen aan de overeenkomst die Kaja Kallas, de hoge vertegenwoordiger van het buitenlands beleid van de EU, bijna twee weken geleden heeft aangekondigd? Klopt het bericht en zo ja, bent u het eens dat dat onacceptabel is?2
Op 23 en 29 juli jl. rapporteerden de Europese Dienst voor Extern Optreden en de Commissie over de voortgang van de implementatie van het akkoord. Hieruit werd geconcludeerd dat Israël de gemaakte afspraken niet nakomt en dat de humanitaire catastrofe in de Gazastrook nog niet voldoende verbetert. Nederland gaat daarom over tot de concrete en in de Kamerbrief van 28 juli jl. geschetste maatregelen. Op EU-niveau zet Nederland zich in voor opschorting van het handelsdeel van het Associatieakkoord met Israël en steunt het de voorgestelde beëindiging van de samenwerking met de European Innovation Council, als onderdeel van Horizon Europe. Tevens zal het kabinet in samenwerking met gelijkgestemde partners aandringen op een voorstel van de Europese Commissie voor handelspolitieke maatregelen ten aanzien van goederenimport uit de illegale nederzettingen in bezet gebied, conform de motie Van Campen en Boswijk.3
Indien dit nog niet is opgepakt, is het kabinet bereid om, zoals de ChristenUnie het kabinet al eerder heeft opgeroepen, per ommegaande met een «coalition of the willing» een eigen distributie op te zetten en er zorg voor te dragen dat transparante distributie voor iedereen, inclusief minderheden, gewaarborgd kan worden, veiligheid voor hulpverleners gegarandeerd kan worden en middelen niet in handen van Hamas kunnen komen? Zo nee, waarom niet?
Het ontbreekt niet aan adequate kanalen voor de deugdelijke distributie van humanitaire hulp noch aan voedsel en medicijnen. Professionele, gemandateerde hulporganisaties, waaronder de ervaren en goed toegeruste humanitaire partners van Nederland, staan klaar om hulpverlening aanzienlijk op te schalen. Israël moet stappen nemen om die hulporganisaties, waaronder de VN,behoorlijke toegang te geven tot Gaza en behoorlijke, veilige distributie van hulp in Gaza mogelijk te maken. Nederland blijft zich met gelijkgezinde landen diplomatiek en financieel inzetten voor de onmiddellijke verbetering van toegang voor de invoer en distributie van hulpgoederen via land.
Is het kabinet bereid om, zoals de ChristenUnie dat graag ziet gebeuren, per ommegaande met een «coalition of the willing» opnieuw te beginnen met airdrops zodat er voldoende voedsel en medicijnen Gaza binnen komt en hier het initiatief voor te nemen? Zo ja, per wanneer kan dit opgestart worden en kan het kabinet hier per ommegaande contact over opnemen met de Israëlische autoriteiten? Indien dit geweigerd wordt, welke stappen zet het kabinet dan om alsnog toegangsmogelijkheid van airdrops af te dwingen?
Het kabinet heeft op 1 augustus uw Kamer geïnformeerd het besluit om deel te nemen aan de internationale groep landen ten bate van airdrops in Gaza. Nederland doet dit samen met een brede gelijkgezinde groep landen bestaande uit Jordanië en andere Europese en internationale partners zoals Duitsland, België, Luxemburg4, Frankrijk, Italië, Spanje, Canada alsook de Verenigde Arabische Emiraten. Deze landen zullen van 1 tot en met 21 augustus airdrops uitvoeren. Nederland zet in op deelname aan de rotaties vanaf 8 augustus deel aan de operatie. Airdrops zijn een manier om bij te dragen aan het verlichten van het leed van de Palestijnen in de Gazastrook, hoewel het een relatief duur en riskant hulpverleningsinstrument betreft dat qua schaal nooit ter vervanging van hulpverlening via land kan dienen. Naast deelname aan de airdrops blijft Nederland zich daarom diplomatiek en financieel inspannen voor de onmiddellijke verbetering van toegang voor de invoer en distributie van hulpgoederen via land.
Is het kabinet bereid om per ommegaande met een «coalition of the willing» voedsel en goederen via zee te verzenden naar Gaza en hier het initiatief voor te nemen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, per wanneer kan dit opgestart worden en kan het kabinet hier per ommegaande contact over opnemen met de Israëlische autoriteiten? Indien dit geweigerd wordt, welke stappen zet het kabinet dan om alsnog toegangsmogelijkheid van gecoördineerd voedsel en medicijnen af te dwingen?
Gaza heeft hiervoor geen geschikte haven(infrastructuur). Eerdere initiatieven om hulp direct aan de Gazastrook te leveren via zee bleken kostbaar en ineffectief. Bovendien werkt Israël niet mee aan de hulptoevoer via zee. Verder hebben de VN en andere hulporganisaties duizenden vrachtwagenladingen met hulp klaarstaan rond de grenzen. De hulp invoeren en distribueren via land blijft de meest effectieve en efficiëntste manier. Zie ook antwoorden op vragen 6 en 7 alsook de brief aan uw Kamer over de situatie in de Gazastrook van 28 juli 2025.
Welk perspectief voor een staakt-het-vuren is er nu nog, nu de onderhandelingen zijn afgeketst? Overwegende dat Verenigde Staten (VS)-gezant voor het Midden-Oosten Witkoff stelt dat Hamas tijdens de onderhandelingen niet gecoördineerd was of dat Hamas in ieder geval niet te goeder trouw de gesprekken is ingegaan waardoor de onderhandelingen zijn afgeketst, onderschrijft het kabinet dit?3 Zo nee, waar lag het aan? In hoeverre is Hamas hiermee verantwoordelijk voor het verlengen van het lijden van Gazanen? Hoeveel gijzelaars zijn nog in handen van Hamas en welke drukmiddelen zet het kabinet momenteel op Hamas en de financiers van Hamas om de gijzelaars vrij te laten?
De oorlog in Gaza moet stoppen. Het kabinet betreurt dat de onderhandelingen tussen Israël en Hamas zijn vastgelopen en roept de partijen op terug te keren naar de onderhandelingstafel. Een onmiddellijk staakt-het-vuren is noodzakelijk voor het vrij krijgen van het vijftigtal gijzelaars dat is ontvoerd door Hamas en nog altijd vastgehouden worden; voor het realiseren van de noodzakelijke hulp voor de noodlijdende bevolking van de Gazastrook en om tot een duurzame oplossing te komen. Over de ontwikkelingen rond het staakt-het-vuren staat het kabinet in nauw contact met partners die een bemiddelende rol spelen in de onderhandelingen, waaronder Qatar, Egypte en de Verenigde Staten.
Het kabinet kan geen exacte uitspraken doen over de opstelling van de partijen tijdens de onderhandelingen. Het kabinet ziet wel dat Hamas forse (mede)verantwoordelijkheid toekomt voor het uitblijven van het staakt-het-vuren. Het kabinet koestert geen illusies over de intenties en het optreden van Hamas. Hamas is een terroristische organisatie die al jarenlang zijn eigen bevolking onderdrukt, mensenrechten schendt en door zijn gruwelijke daden van 7 oktober 2023 een spiraal van geweld ontketende. Het kabinet blijft onderstrepen dat Hamas onmiddellijk de gijzelaars moet vrijlaten en de wapens moet opgeven. Er is geen plaats voor Hamas in de toekomst van de Gazastrook. Nederland blijft dan ook voortrekker voor aanvullende EU-sancties tegen Hamas en Palestinian Islamic Jihad. Deze worden nog door één lidstaat tegengehouden.
Bent u het eens dat het goed zou zijn om een voorstel te doen om in Den Haag verder te onderhandelen? Bent u bereid om deze uitnodiging uit te doen en ook in EU verband te bespreken? Zo nee, waarom niet?
Het perspectief op een staakt-het-vuren valt of staat uiteindelijk met de bereidheid van Hamas en Israël. In Brussel blijft Nederland zich inzetten voor een leidende rol voor de EU in vredesonderhandelingen, conform de motie-Ceder. Dat vergt overigens wel dat alle betrokken partijen daartoe bereid zijn. Nederland staat uiteraard open voor het laten plaatsvinden van eventuele onderhandelingen in Den Haag. Tegelijkertijd is de locatie geen doel op zich. De oorlog in de Gazastrook moet stoppen en daarvoor moet spoedig een staakt-het-vuren worden bereikt; daar is de Nederlandse inzet op gericht.
Is Egypte voldoende aangesproken op haar verantwoordelijkheid en rol ten aangezien van haar grens met Gaza? Is het kabinet bereid om per ommegaande met een «coalition of the willing» Egypte te verzoeken de grens te openen zodat vrouwen, kinderen, zieken en andere kwetsbaren het conflictgebied kunnen verlaten en de juiste hulp, voedsel, medicijnen en onderdak kunnen krijgen en hier het initiatief voor te nemen?
Nederland en andere gelijkgezinde landen hebben regelmatig contact met Egypte over de situatie in de Gazastrook. In die contacten wordt aangedrongen op het belang van de opening van de Rafah-grensovergang, waartoe ook Egyptische actie is vereist. De opening van de Rafah-grensovergang zou een betekenisvolle stap zijn.
Overwegende dat er inmiddels ook aan de bel wordt getrokken ten aanzien van een tekort van specifieke medicijnen, kan het kabinet hier op reageren? Hoe wordt ervoor zorggedragen dat de medicijnen op de juiste plek Gaza binnenkomen? Kunt u de verantwoordelijke Israëlische autoriteiten hier per ommegaande op aanspreken?4
Nederland en andere gelijkgezinde landen blijven druk uitoefenen op de Israëlische autoriteiten om de humanitaire toegang te verruimen en te versnellen zodat hulpgoederen – waaronder medicijnen – geleverd kunnen worden op de schaal die nodig is en in de hele Gazastrook.
Klopt het dat de Verenigde Naties (VN) stelt niet te kunnen distribueren mede vanwege de onveiligheid? Welke rol speelt de Israel Defense Forces (IDF) daar volgens het kabinet in en welke rol speelt Hamas daarin? Is Hamas bewust bezig met het saboteren van de voedseldistributie zoals Israël beweert, en zo ja op welke wijze? Is het kabinet bereid om, zoals de ChristenUnie dat graag ziet gebeuren, per ommegaande met een «coalition of the willing» te kijken wat er nodig is om voldoende beveiliging mogelijk te maken zodat de konvooien ongehinderd voedsel en medicijnen kunnen distribueren?
Zie ook de antwoorden op de vragen 6, 7, 8 en 11. De aanhoudende gevechten en een gebrek aan coördinatie met, en veiligheidsgaranties door, de Israëlische strijdkrachten, brengen enorme veiligheidsrisico’s mee voor hulporganisaties. Daarnaast zorgen de catastrofale noden, de ontwrichting van de Gazaanse maatschappij en de afbraak van law & order voor moeilijk beheersbare situatie met wanhopige menigtes die humanitaire konvooien tegenhouden en plunderen.
Het kabinet kent de berichten over sabotage van voedseldistributie door Hamas, maar kan deze niet verifiëren. Het kabinet heeft echter geen illusies over de intenties en het optreden van Hamas. Hamas is een terroristische organisatie die al jarenlang zijn eigen bevolking onderdrukt, mensenrechten schendt en door zijn gruwelijke daden van 7 oktober 2023 een spiraal van geweld ontketende. Het kabinet blijft onderstrepen dat Hamas onmiddellijk de gijzelaars moet vrijlaten en de wapens moet opgeven. Er is geen plaats voor Hamas in de toekomst van de Gazastrook.
Welke opvolging is gegeven aan de motie Ceder c.s. ten aanzien van sancties? Is het kabinet van mening dat dit doorzetten de situatie van Gazanen zou verbeteren en zo ja, is het kabinet bereid om dit opnieuw in te brengen? Zo nee, waarom niet?5
Tijdens de Raad Buitenlandse Zaken van 23 juni jl. heeft Nederland het Zweedse initiatief gesteund met betrekking tot het sanctioneren van extremistische Israëlische Ministers, in lijn met de gewijzigde motie Klaver.2 In de Raad bestaat vooralsnog geen unanimiteit voor een dergelijke stap. Het kabinet heeft daarom besloten de Israëlische Ministers Smotrich en Ben-Gvir tot persona non grata te verklaren en heeft de inzet om hen te registreren als ongewenste vreemdelingen in het Schengenregistratiesysteem SIS. Dit omdat zij herhaaldelijk geweld door kolonisten hebben aangewakkerd tegen de Palestijnse bevolking, zij voortdurend de uitbreiding van illegale nederzettingen bepleiten en oproepen tot etnische zuivering in de Gazastrook.
Waarom heeft de EU nauwelijks een rol in de onderhandelingen zoals de Kamer via de motie Ceder heeft verzocht? Bent u het eens dat het belangrijk is om te benadrukken dat de EU een leidende rol dient te spelen in verdere onderhandelingen voor een staakt-het-vuren en vrijlating van gijzelaars, en dit voorstel ook per ommegaande over te brengen en de motie alsnog uit te voeren?6
De EU zet zich naar vermogen in om tot oplossingen in dezen te komen en een faciliterende rol te spelen. Tegelijk gebiedt de realiteit dat op buitenlandpolitiek terrein eenstemmigheid tussen afzonderlijke lidstaten niet altijd mogelijk is gebleken.
Welke andere acties -samen met gelijkgezinde landen- onderneemt u om deze schrijnende situatie zo spoedig mogelijk te stoppen?
Zie de antwoorden op de vragen 3, 5, 6, 7, 11 en 12.
Kan het kabinet deze vragen met spoed individueel beantwoorden en uiterlijk op 28 juli 2025?
Het ministerie heeft zich zoals altijd ingespannen om de vragen spoedig te behandelen, en uw Kamer toe te sturen vóór het Commissiedebat van 7 augustus over de situatie in Gaza.
| De brandbrief van hulporganisaties en gebrekkige voedseldistributie in Gaza | |
| Don Ceder (CU) | |
| Caspar Veldkamp (minister sociale zaken en werkgelegenheid) (NSC) | |
|   | |
Bent u bekend met de brief van tientallen hulporganisaties over de situatie in Gaza op 23 juli 2025? Hoe beoordeelt u deze brief?1 Hoeveel doden zijn er inmiddels gevallen in Gaza sinds de beëindiging van het staakt-het-vuren als gevolg van honger?
Ja. De zorgen van de hulporganisaties zijn terecht en het rapport van het Integrated Phase Classification System van 29 juli onderstreept de ernst van de situatie. Zicht op de exacte cijfers blijft beperkt door toegangsbelemmeringen voor humanitaire organisaties, onderzoekers, journalisten en andere waarnemers. Tevens hangen de sterftecijfers sterk af van de gehanteerde definitie. Zo sprak de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) op 27 juli jl. van 63 doden door ondervoeding in de maand juli. Hoe dit zich verhoudt tot het aantal doden buiten ziekenhuizen, alsook het aantal doden door andere oorzaken, is niet bekend.
Welke stappen zet het kabinet zowel nationaal als in Europese Unie (EU)-verband per ommegaande om te voorkomen dat er mensen sterven van de honger en te zorgen dat mensen op reguliere wijze voldoende voedsel hebben?
Zoals toegelicht in de brief aan uw Kamer over de situatie in de Gazastrook van 28 juli 2025 zet het kabinet zich, bij voorkeur in EU-verband, in om door een combinatie van druk op en dialoog met Israël de situatie in zowel de Gazastrook als de Westelijke Jordaanoever te verbeteren.
Overwegende dat in de brief van hulporganisaties wordt gesteld dat net buiten Gaza, in magazijnen, en zelfs binnen Gaza zelf, tonnen voedsel, schoon water, medische benodigdheden, onderdakspullen en brandstof liggen opgeslagen, klopt het dat er vlak buiten de grenzen en in Gaza voldoende vrachtwagens met goederen staan en zouden deze qua aantallen een hongersnood kunnen voorkomen, mits deze Gaza worden binnengelaten en deze gelijkwaardig onder alle mannen, vrouwen en kinderen in Gaza gedistribueerd zouden worden?
Ja.
Klopt dan de stelling dat hongersnood te voorkomen is en de oorzaak dat er mensen van honger sterven in ieder geval niet te wijten is aan gebrek aan voedsel bestemd voor Gazanen (zowel binnen als buiten Gaza bestemd), maar te wijten aan het feit dat het al beschikbaar gestelde voedsel niet of te weinig gedistribueerd wordt, en als dat al gebeurt het niet altijd bij de juiste mensen terechtkomt? Indien dat niet het geval is, kan het kabinet met cijfers aantonen hoe de situatie dan wel geduid zou moeten worden?
De hongercrisis in Gaza is onnodig. VN-hulporganisaties hebben voldoende voorraad om de Gazastrook direct en voor maanden van voedsel te voorzien. Aanhoudend militair geweld, bevolen evacuaties, het (nagenoeg) tegenhouden van hulptransporten over land en de afwezigheid van adequate distributie zorgen ervoor dat het beschikbare voedsel nauwelijks of niet bij de juiste mensen terechtkomt.
Overwegende dat de hulporganisaties stellen dat ze geen toegang tot deze goederen hebben en deze dus niet kunnen leveren, en dat humanitaire organisaties de capaciteit en voorraden hebben om op grote schaal te reageren maar omdat hen de toegang wordt ontzegd, dit terwijl de Israëlische regering openlijk verklaart dat de organisaties toestemming van Israël hebben maar dat de Verenigde Naties (VN) weigert om te distribueren, kunt u aangeven welke verklaring wel of niet klopt of nuancering behoeft?2
De VN en andere hulporganisaties kunnen hulp onvoldoende Gaza binnenbrengen en deze niet adequaat distribueren. De VN noch andere gemandateerde hulporganisaties weigeren om (voedsel)hulp – onder adequate omstandigheden – te distribueren. Zie ook het antwoord op vraag 4.
Klopt het dat er momenteel ongeveer 950 trucks al reeds geïnspecteerd zijn door Israël en er geen belemmeringen zijn gerelateerd aan een mogelijke toestemmingverlening tot toegang in Gaza? Zo nee, hoeveel zijn er dan al reeds geïnspecteerd en welke handelingen dienen er nog verricht te worden zodat deze Gaza in kunnen?
De cijfers omtrent de inspectie van vrachtwagens door Israël variëren dagelijks. Verder geeft het deel van de vrachtwagens dat is geïnspecteerd volgens het zogenaamde 2720-mechanisme geen volledig beeld van de totale invoer van goederen. Dit mechanisme (in december 2023 aangenomen door de VN-Veiligheidsraad) richt zich op het coördineren, monitoren en versnellen van humanitaire hulp naar Gaza.
Op welke punten schiet Gaza Humanitarian Foundation (GHF) volgens het kabinet tekort om humanitaire hulp te verlenen? Zijn al deze punten ook als onderdeel van de afspraken op 10 juli jl. aangekaart? Zo ja, welke eisen zijn er neergelegd en hoe is hier inmiddels opvolging aan gegeven?
De hulp zoals geboden door GHF is niet in overeenstemming met de principes van humaniteit, onpartijdigheid, onafhankelijkheid en neutraliteit. Hulpdistributies van GHF vinden plaats op vier locaties die onbereikbaar zijn voor de meeste mensen in Gaza. De voedseluitgifte daar is onbehoorlijk en leidt tot chaos en slachtoffers. Ook zijn veel van de goederen die GHF uitdeelt niet ready-to-eat maar vereisen water en brandstof, waaraan een groot tekort bestaat, voor verdere bewerking. De op 10 juli overeengekomen afspraken tussen de EU en Israël gaan niet over GHF, maar focussen op verruiming van de mogelijkheden voor invoer en distributie van humanitaire hulp in het algemeen.
Overwegende dat VN-woordvoerder Dujarric stelt dat: «To collect supplies that have reached any of the Israeli crossings around Gaza – all of which are fenced off and heavily guarded – drivers need multiple access approvals as well as a pause in the bombing and for the iron gates [at the crossing] to slide open,» adds the UN spokesperson. «We have to be allowed to come in with our own trucks. The goods have to switch from one truck to another. It’s a very lengthy procedure.», hoelang duurt de procedure gemiddeld om toegang te verkrijgen tot het terrein en voordat een truck gereed is om te distribueren en vindt het kabinet dit proportioneel gezien de veiligheidssituatie? Zo nee, wat vindt het kabinet wel een verantwoorde procedure en tijdsduur?
Nederland heeft beperkt zicht op de precieze procedures en hun lengte. Het is echter aan de professionele, gemandateerde hulporganisaties zoals de VN, niet aan Nederland, om aan te geven welke procedures werkbaar zijn. Zie ook het antwoord op vraag 4.
Is het met deze procedurelengte überhaupt mogelijk om voldoende trucks Gaza in te krijgen per dag, uitgaande van de theoretische situatie dat er 24/7 aanvragen voor toegang op locatie zouden kunnen worden verwerkt? Kan het kabinet uiteenzetten waarom dat wel of niet het geval is? Kan de procedure verkort worden of kan er meer personeel beschikbaar gesteld worden om een versnelling mogelijk te maken? Kan de EU daarbij ondersteunen en was dit onderdeel van de afspraken tussen Israël en de EU gedeeld op 10 april jl.? Acht het kabinet het mogelijk om zonder controle trucks Gaza binnen te laten?3 Zo ja, hoe beoordeelt het kabinet het veiligheidsaspect en risico op verlenging van de oorlog en daarmee verlenging van het leed van Gazanen en is het kabinet bereid om daar individueel of in EU-verband per ommegaande het gesprek over te voeren met de Israëlische autoriteiten?
Het is niet aan Nederland om te bepalen of vrachtwagens zonder controle de Gazastrook binnen kunnen worden gelaten. Het kabinet kan zodoende geen uitlatingen doen over het veiligheidsaspect van een dergelijke maatregel. Wel benadrukt Nederland dat Israël, conform de bepalingen van het humanitair oorlogsrecht, de noodzakelijke maatregelen moet nemen om voldoende humanitaire hulp voor de Gazastrook te faciliteren of te bewerkstelligen. Het akkoord tussen de EU en Israël omvat geen precieze afspraken omtrent de procedures van invoer van goederen, wel over het volledig openen van grensovergangen.
Het kabinet hecht geen waarde aan het argument dat het binnenlaten van voldoende humanitaire hulp het risico met zich meebrengt dat dit de oorlog kan verlengen. Honger mag nóóit dienen als instrument voor oorlogsvoering. Dit is zodoende geen overweging voor de Nederlandse inzet op gebied van humanitaire hulp.
Klopt het dat de VN wel toestemming heeft om voedsel op te halen en te distribueren en dat er al trucks zijn die geïnspecteerd zijn en toestemming hebben, maar dat er wel sprake is van een zwaar bureaucratisch proces om op het terrein te komen, dat voor de forse vertraging zorgt? Indien het kabinet van mening is dat deze conclusie niet klopt, kan het kabinet aangeven waarom niet?
Er zijn inderdaad diverse belemmeringen, waaronder bureaucratische belemmeringen, die het ophalen en distribueren van hulp bemoeilijken. Hoe substantieel deze belemmering is in vergelijking met alle andere obstructies in de humanitaire distributieketen kan het kabinet niet beoordelen. Duidelijk is wel dat procedures om goederen op te halen bij de grens veel beter kunnen, zoals ook wordt aangegeven door het Bureau voor de Coördinatie van Humanitaire Aangelegenheden van de VN (OCHA). Zo geven de VN bijvoorbeeld aan dat de dagelijkse openingstijden van de grensovergangen moeten worden verruimd (langere openingstijden, en iedere dag van de week).
Overwegende dat VN-woordvoerder Dujarric tevens stelt dat: «all too often, civilians approaching our trucks are shot at or trampled while trying to get food,» en «We must get reliable assurances that troops would not engage or be present along the routes of our convoys.», is het zo dat het gebrek aan veiligheidsgaranties ook een rol speelt voor de VN t.a.v. de moeizame distributie?
Ja.
Heeft de VN momenteel als standpunt dat ze geen Israëlische troepen als escort met de VN-konvooien mee willen te laten gaan om voedsel te distribueren? Zo ja, is het mogelijk om andere vormen van beveiliging mee te zenden en kan de EU daaraan bijdragen? Heeft dit standpunt van de VN tot vertraging in distributie geleid? Zo ja, waarom zijn er geen alternatieve vormen van beveiliging voorgesteld en hoe beoordeelt het kabinet dit?
De onafhankelijkheid, onpartijdigheid en neutraliteit van humanitaire hulp is leidend voor de VN. Nederland onderschrijft deze leidende principes, en onderstreept dat altijd terughoudend moet worden omgesprongen met vermenging van humanitaire hulp en militaire activiteit. Het is aan de VN-organisaties om te bepalen welke vormen van bescherming werkbaar zijn en welke precieze (aanvullende) maatregelen genomen kunnen worden om hulpgoederen veilig en effectief te distribueren.
Betekent het uitgangspunt van de VN dat niet een volledige blokkade door Israël, maar de eisen rond veiligheid en de te lange procedures momenteel de reden is dat er minder trucks dan mogelijk worden geleverd om de hulpgoederen te distribueren? Zo nee, waarom niet? Indien er wel een volledige blokkade is, hoe kan het dat de VN wel degelijk insinueert Gaza in te kunnen, mits de situatie op de grond beter was?4
Nee. Het kabinet beschouwt de huidige situatie, in het bijzonder de catastrofale noden en plunderingen van hulpkonvooien door wanhopige menigtes, als een direct gevolg van de humanitaire blokkade. De volledige blokkade duurde, vanaf begin maart, circa 80 dagen. Na de gedeeltelijke opheffing van de blokkade bleef, en blijft, toegang voor invoer en distributie van hulp vooralsnog ernstig beperkt. Er worden, zoals gezegd, onvoldoende maatregelen genomen om hulporganisaties in staat te stellen hun werk ongehinderd en veilig uit te voeren.
Overwegende dat GHF-woordvoerder Chapin Fay stelt dat de GHF herhaaldelijk heeft aangeboden om namens de VN de VN-goederen te leveren, maar dat de VN weigert mee te werken, klopt dit? Zo ja, hoe beoordeelt het kabinet dit? Klopt de conclusie dat als GHF de distributie zou overnemen er voldoende voedsel geleverd wordt om een hongersnood te voorkomen en levens van Gazanen gered kunnen worden?5 Zo nee, waarom niet?
Het kabinet is niet bekend met details over correspondentie tussen GHF en de VN. Het hulpmechanisme en de werkzaamheden van GHF zijn niet in overeenstemming met de humanitaire principes van humaniteit, onpartijdigheid, onafhankelijkheid en neutraliteit, gaan gepaard met gedwongen verplaatsing en leiden tot dodelijke situaties. Het kabinet acht het daarom zeer onwaarschijnlijk dat GHF in staat zou zijn om de taken van de VN op gebied van humanitaire distributie adequaat over te nemen. De VN is daarnaast niet verplicht om samen te werken met GHF. Israël is echter wel verplicht is om professionele hulporganisaties zoals de VN en de Rode Kruis- en Halve Maanbeweging, die op dit moment onmisbaar zijn voor de bestrijding van hongersnood, zo goed mogelijk te ondersteunen bij de uitvoering van hun werk.
Kan het kabinet de echtheid van de correspondentie tussen de VN en GHF bevestigen?6 Zo ja, klopt het dat de GHF meerdere afspraken heeft geprobeerd te maken met de VN om te bespreken hoe voedsel gedistribueerd zou kunnen worden en coördinatie verbeterd zou kunnen worden en dat deze tot in ieder geval 24 juli jl. niet zijn gehonoreerd? Hoe beoordeelt het kabinet deze opstelling van de VN in het licht van de humanitaire crisis onder de Gazaanse bevolking?
Het kabinet is niet bekend met details over correspondentie tussen GHF en de VN en kan hierover geen uitspraken doen.
Klopt de conclusie dat het neutraliteitsstandpunt van de VN momenteel zwaarder weegt dan de noodzaak voor acute hulp en distributie van al reeds beschikbare goederen? Zo ja, hoe beoordeelt het kabinet deze opstelling? Zo nee, welke weging wordt er dan wel gemaakt volgens het kabinet en hoe weegt het kabinet deze in het licht van de humanitaire ramp?
Het neutraliteitsstandpunt van de VN staat ten dienst van de mogelijkheid om veilig en ongehinderd hulp te kunnen distribueren, in de Gazastrook en elders in de wereld. Het kabinet heeft begrip voor de noodzaak die humanitaire organisaties voelen om vast te houden aan de humanitaire principes. Het feit dat humanitaire hulp niet adequaat kan worden gedistribueerd heeft andere oorzaken, zoals toegelicht in de beantwoording van vragen 3, 4 en 10.
Overwegende dat vorige week 100 doden werden gemeld bij een VN-truck die via Zikim in Noord-Gaza was, waar GHF niet bij betrokken was, hoe kon het zo escaleren en wat was de rol en aandeel van de Israel Defense Forces (IDF)?7
Het Wereldvoedselprogramma (WFP) maakte in het weekend van 21 juli jl. bekend8 dat een wanhopige menigte poogde om voedsel te bemachtigen van een VN-konvooi, waarbij zij volgens WFP onder vuur werd genomen door Israëlische troepen. Dit betreft geen incident. Door honger en wanhoop verzamelen zich momenteel grote aantallen mensen bij de wegen die de VN mogen gebruiken voor hulpleveranties. Er verschijnen vrijwel dagelijks berichten over beschietingen op burgers in dergelijke situaties. De VN wijzen nadrukkelijk naar Israël.
Hoe vaak heeft sinds de introductie van GHF de IDF Gazaanse burgers rond een VN-konvooi beschoten? Hoeveel slachtoffers zijn daarbij tot nu toe gevallen als gevolg van het direct schieten van de IDF op de bevolking?
Sinds het GHF-initiatief van start ging worden burgers veelvuldig beschoten bij hulpdistributies, volgens ooggetuigen en in Gaza aanwezige hulporganisaties betrof dit beschietingen door onder andere de Israëlische strijdkrachten. Het kabinet heeft, onder meer vanwege het gebrek aan toegang voor journalisten en onderzoekers, geen verifieerbare informatie over het precieze aantal slachtoffers dat is gevallen door Israëlisch vuur. Wel is duidelijk dat bij geweld in en nabij distributielocaties al meer dan duizend burgers zijn gedood, waarvan ten minste 766 in en nabij de GHF-distributiefaciliteiten. Deze cijfers blijven oplopen. Het kabinet veroordeelt dit geweld ten zeerste, en dringt aan op onmiddellijke bescherming van hulpbehoevende burgers.
Hoe vaak heeft sinds de introductie van GHF Hamas een VN-konvooi aangevallen? Hoeveel slachtoffers zijn daarbij tot nu toe gevallen? Klopt het dat Hamas heeft gesteld zich niet verantwoordelijk te voelen voor voldoende humanitaire hulp richting de Gazaanse bevolking? Hoe beoordeelt het kabinet dit?
De VN heeft geen berichten gedeeld over konvooien die zijn aangevallen door Hamas sinds de oprichting van de GHF in mei 2025. Het kabinet koestert echter geen illusies over de intenties en het optreden van Hamas. Hamas is een terroristische organisatie die al jarenlang zijn eigen bevolking onderdrukt, mensenrechten schendt en door zijn gruwelijke daden van 7 oktober 2023 een spiraal van geweld ontketende. Hamas is in belangrijke mate medeverantwoordelijk voor het uitblijven van een staakt-het-vuren.
Hoe beoordeelt u het bericht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken van Frankrijk, dat stelde dat het risico op hongersnood het resultaat is van de blokkade opgelegd door Israël, in het licht van de verklaringen van Israël, de VN, Hamas en de feitelijke omstandigheden?8 Hoe beoordeelt u de soortgelijke uitspraken van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) in het licht van de uitspraken van Israël, de VN, Hamas en de feitelijke omstandigheden?9 Deelt het kabinet deze opvatting?
Het kabinet deelt de zorgen die door Frankrijk, andere landen en internationale organisaties zoals de WHO, zijn geuit.
Israël heeft als bezettende macht de verplichting om de bevolking in bezet gebied te voorzien van adequate voeding en medische voorzieningen.
Het blijft van belang om de implementatie van resolutie 2417, en het humanitair oorlogsrecht in den brede, te blijven agenderen, zoals Nederland ook doet, zowel in multilaterale fora als in de bilaterale dialoog met Israël. Nederland heeft om deze reden op 29 juli tijdens het Open Debat Midden-Oosten in de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties aandacht gevraagd voor de implementatie van resolutie 2417 in de Gazastrook. Daarnaast heeft Nederland met de zogenaamde Group of Friends van deze resolutie op 23 juli jl. een verklaring ondertekend over het kritieke risico op honger.11 In lijn met resolutie 2417 wijst Nederland Israël consequent op de verplichtingen onder het humanitair oorlogsrecht.
Erkent het kabinet dat de tragedie in Gaza nog groter is omdat er theoretisch gezien genoeg voedsel beschikbaar zou zijn om iedereen te kunnen voeden, mits het voedsel met de juiste coördinatie en op een efficiënte en vreedzame manier zou worden verdeeld?
Ja. De oorlog in Gaza moet stoppen. De Gazaanse bevolking lijdt onder extreme en aanhoudende ontberingen als gevolg van de Israëlische humanitaire blokkade. Een onmiddellijk staakt-het-vuren is nodig om meer hulp te verlenen aan de noodlijdende bevolking en ook om de gegijzelden vrij te krijgen. Het beëindigen van de vijandelijkheden zou helpen bij het snel en massief opschalen van hulpverlening, zoals ook tijdens het staakt-het-vuren van begin dit jaar. Echter moet hulp, conform het humanitair oorlogsrecht, ook op voldoende schaal geboden kunnen worden indien een staakt-het-vuren uitblijft.
Overwegende dat er inmiddels ook aan de bel wordt getrokken ten aanzien van een tekort van specifieke medicijnen, kan het kabinet hier op reageren? Hoe wordt ervoor zorggedragen dat de medicijnen op de juiste plek Gaza binnenkomen? Kunt u de verantwoordelijke Israëlische autoriteiten hier per ommegaande op aanspreken?10
Nederland roept Israël op om volledige, ongehinderde en veilige humanitaire toegang te bewerkstelligen. Zowel voor de invoer van essentiële hulpgoederen, waaronder medicijnen, als voor de distributie hiervan.
Kan het kabinet onafhankelijk onderzoek eisen naar de toedracht van de doden als gevolg van honger sinds het vervallen van het staakt-het-vuren en daarbij naast de rol van Israël ook expliciet kijken naar de rol en keuzes van Hamas, de VN, de EU en betrokken hulporganisaties te kijken ten aanzien van het niet-gedistribueerde voedsel?
Nederland maakt zich grote zorgen over de catastrofale situatie in Gazastrook en de zich ontvouwende hongersnood in de strook. Nederland blijft het belang van accountability onderstrepen in bilaterale en multilaterale diplomatieke inzet. Zoals bekend wordt reeds onderzoek gedaan naar internationale misdrijven, inclusief oorlogsmisdrijven, via bestaande internationale organisaties en structuren waaronder het Internationaal Strafhof en de Independent International Commission of Inquiry on the Occupied Palestinian Territory, including East Jerusalem, and Israel. Het kantoor van de Hoge Vertegenwoordiger voor Mensenrechten in de Palestijnse Gebieden van de Verenigde Naties speelt ook een belangrijke rol waar het onderzoek naar mensenrechtenschendingen betreft. Nederland ondersteunt dit kantoor in 2024 en 2025 met in totaal 2 miljoen euro.
Kan het kabinet deze vragen individueel beantwoorden en uiterlijk op 28 juli 2025?
Er is gestreefd naar een zo spoedig mogelijk en separate beantwoording.
| Het bericht ‘Frankrijk zal Palestina erkennen als staat’ | |
| Stephan van Baarle (DENK) | |
| Caspar Veldkamp (minister sociale zaken en werkgelegenheid) (NSC) | |
|   | |
Bent u bekend met het bericht «Frankrijk zal Palestina erkennen als staat»?1
Ja.
Bent u bereid Frankrijk in deze stap te volgen en de Palestijnse staat te erkennen? Zo neen, waarom niet?
De uiteindelijke erkenning van de Palestijnse staat moet voor Nederland onderdeel zijn van een politieke proces dat leidt tot een duurzame oplossing voor het Israëlisch-Palestijns conflict, die door beide partijen wordt gedragen, waarbij de tweestatenoplossing het uitgangspunt is. Dit proces moet wat Nederland betreft zo spoedig mogelijk worden aangevangen. Erkenning vraagt om een zorgvuldige afweging. Hierbij moet niet alleen worden gekeken naar wat dit kan betekenen voor een eventuele duurzame oplossing voor de catastrofale situatie in Gaza, maar ook naar de verantwoordelijkheden en noodzakelijke hervormingen van de Palestijnse Autoriteit.
Wat vindt u ervan dat Frankrijk naar het onmenselijke leed in Gaza verwijst en zegt dat er geen alternatief meer bestaat voor het erkennen van de Palestijnse staat?
Het besluit om tot erkenning van de Palestijnse staat over te gaan is een nationale competentie. Zie overigens het antwoord op vraag 2.
Wat vindt u ervan dat Israël het zelfbeschikkingsrecht van de Palestijnen niet erkent? Deelt u de mening dat dit een schending is van het internationaal recht?
Ja. In overeenstemming met het advies van het Internationaal Gerechtshof (IGH) van 19 juli 2024, erkent het kabinet dat de Israëlische bezetting van de Palestijnse Gebieden onrechtmatig is en dat Israël met zijn bezetting het recht op zelfbeschikking van het Palestijnse volk schendt.
Wat vindt u ervan dat meerdere Israëlische regeringsleden hebben toegegeven zowel de Gazastrook als de Westelijke Jordaanoever in te willen lijven bij Israël? Bent u bereid dit te veroordelen en als een schending van het internationaal recht te benoemen?
In overeenstemming met het advies van het Internationaal Gerechtshof (IGH) van 19 juli 2024, erkent het kabinet dat de Israëlische bezetting van de Palestijnse Gebieden onrechtmatig is. Dit komt overeen met de reeds jarenlang bestaande kabinetspositie dat de nederzettingen en de uitbreiding daarvan, vernielingen of uithuisplaatsingen in de bezette gebieden, in strijd zijn met het internationaal recht. Het kabinet veroordeelt oproepen tot annexatie van de Palestijnse Gebieden en schaart zich eveneens achter de oproep van het IGH om de bezetting zo spoedig mogelijk te beëindigen, met inachtneming van de legitieme veiligheidsbelangen van Israël. De oproepen van de Israëlische extremistische Ministers Ben-Gvir en Smotrich tot annexatie van de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever zijn onacceptabel en vormen mede aanleiding voor het kabinet om hen tot persona non grata te verklaren en voor de inzet om hen te registreren als ongewenste vreemdelingen in het Schengenregistratiesysteem (SIS). Daarnaast heeft Nederland in EU-verband het Zweedse initiatief gesteund m.b.t. het sanctioneren van extremistische Israëlische Ministers, in lijn met de gewijzigde motie Klaver.2
Wat vindt u ervan dat ook de Knesset op 23 juli 2025 (met 71 stemmen voor en slechts 13 tegen) een motie aannam die oproept om «Israëlische soevereiniteit op Judea, Samaria en de Jordaanvallei» toe te passen? Bent u bereid dit te veroordelen?
Het kabinet veroordeelt deze oproep. Zie voor de toelichting het antwoord op vraag 5.
Wat vindt u ervan dat volgens de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) het erkennen van een Palestijnse staat niet afgedaan kan worden als symboolpolitiek, ook als dit op de korte termijn geen effectief verschil op het strijdtoneel creëert?
Zie het antwoord op vraag 2.
Deelt u de mening dat de Advisory Opinion van het Internationaal Gerechtshof uit 2024 over de illegale bezetting van Palestina genoeg juridische grond verschaft voor de erkenning van Palestina?
Zie voor de Nederlandse afweging om al dan niet over te gaan tot erkenning het antwoord op vraag 2.
Deelt u de mening dat het decennialange Nederlandse beleid om Palestina niet te erkennen, het zelfbeschikkingsrecht van de Palestijnen middels een eigen staat belemmert?
Zie het antwoord op vraag 2.
| De aankondiging van Frankrijk om de Palestijnse staat te erkennen | |
| Frans Timmermans (GroenLinks-PvdA), Kati Piri (PvdA) | |
| Dick Schoof (minister-president ) (INDEP), Caspar Veldkamp (minister sociale zaken en werkgelegenheid) (NSC) | |
|     | |
Heeft u kennisgenomen van de aankondiging van Frankrijk om, in navolging van meer dan 140 landen waaronder Ierland, Spanje, Noorwegen en Zweden, over te gaan tot erkenning van de Palestijnse staat?
Ja.
Bent u van mening dat de internationale gemeenschap druk moet houden op Israël om het Palestijns recht op zelfbeschikking te eerbiedigen en de illegale bezetting te beëindigen?
Ja. In overeenstemming met het advies van het Internationaal Gerechtshof (IGH) van 19 juli 2024 erkent het kabinet dat de Israëlische bezetting van de Palestijnse Gebieden onrechtmatig is. Zoals toegelicht in de brief aan uw Kamer over de situatie in de Gazastrook van 28 juli jl. zet het kabinet zich in om door een combinatie van druk op en dialoog met Israël de situatie in zowel de Gazastrook als de Westelijke Jordaanoever te verbeteren.
Bent u van mening dat erkenning een belangrijk signaal is dat de internationale gemeenschap blijft strijden voor een rechtvaardige en duurzame tweestatenoplossing? Zo nee, waarom niet?
De uiteindelijke erkenning van de Palestijnse staat moet voor Nederland onderdeel zijn van het politieke proces dat leidt tot een duurzame oplossing die door beide partijen wordt gedragen, waarbij de tweestatenoplossing het uitgangspunt is. Dit proces moet wat Nederland betreft zo spoedig mogelijk worden aangevangen. Erkenning vraagt om een zorgvuldige afweging. Hierbij moet niet alleen worden gekeken naar wat dit daadwerkelijk kan betekenen voor het concreet verbeteren van de catastrofale situatie in Gaza, maar ook naar de verantwoordelijkheden en noodzakelijke hervormingen van de Palestijnse Autoriteit.
Klopt het dat nationale regeringen zelf tot erkenning kunnen besluiten en dat dit geen Europees besluit vraagt of Europese competentie is?
Ja, dat klopt.
Bent u van mening dat het tijd is dat Nederland overgaat tot de erkenning van de Palestijnse staat? Zo nee, waarom niet?
Op dit moment overweegt het kabinet niet om de Palestijnse staat te erkennen.
| Opnemen van Palestijnse patiënten uit Gaza | |
| Mpanzu Bamenga (D66), Jan Paternotte (D66), Wieke Paulusma (D66) | |
| Daniëlle Jansen (NSC), Caspar Veldkamp (minister sociale zaken en werkgelegenheid) (NSC) | |
|   | |
Bent u op de hoogte van het feit dat grote aantallen zwaargewonde en zieke Palestijnen in Gaza wachten op evacuatie voor behandeling in het buitenland?1
Ja.
Bent u op de hoogte van het feit dat Italië recent 17 patiënten en 53 begeleiders uit Gaza heeft geëvacueerd en dat het totale aantal geëvacueerde patiënten naar landen in de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) European Region inmiddels 852 bedraagt (stand 27 juni 2025)?2
Ja.
Klopt het dat tussen 7 oktober 2023 en 10 april 2025 7.229 patiënten uit Gaza geëvacueerd zijn waarvan het overgrote deel naar Egypte, Verenigde Arabische Emiraten, Qatar en Turkije?3
Volgens cijfers van de WHO die betrekking hebben op de periode van 7 oktober 2023 tot en met 13 augustus 2025 zijn 7560 mensen uit Gaza geëvacueerd voor medische zorg, waarvan het overgrote deel naar Egypte (3995), de Verenigde Arabische Emiraten (1387), Qatar (970) en Turkije (439). Door EU-landen zijn in die periode 280 patiënten opgevangen.
Klopt het dat Nederland tot op heden geen enkele patiënt uit Gaza heeft opgenomen voor medische behandeling, terwijl het merendeel van de West-Europese landen (waaronder Italië, Frankrijk, Duitsland, Noorwegen, Spanje, België en Zwitserland) dit wel heeft gedaan?
Het kabinet kan niet bevestigen dat het merendeel van de West-Europese landen patiënten uit Gaza heeft opgenomen. Het kabinet zet in op behandeling van ernstig zieke patiënten in de regio.
Kunt u aangeven waarom landen als Italië, Duitsland, Frankrijk, Noorwegen, Spanje, Zwitserland en België wel Palestijnse patiënten hebben opgevangen, maar Nederland niet?
Over de manier waarop wordt bijgedragen aan medische evacuaties maakt iedere regering een eigen afweging. Waar een aantal landen zich richt op het evacueren van patiënten met gecompliceerde zorgvragen, zet Nederland in op het helpen van zoveel mogelijk patiënten in de regio en het ondersteunen van capaciteit daartoe.
Waarom heeft Nederland geen gehoor gegeven aan de herhaalde oproepen van de WHO en anderen om (meer) patiënten uit Gaza op te nemen?4 5
Het leed van mensen die medisch geëvacueerd moeten worden is schrijnend, in het bijzonder waar het kinderen betreft. Het kabinet is vastberaden om verlichting en hulp te bieden. Zoals bekend zet het kabinet in op het helpen van zoveel mogelijk patiënten in de regio en het vergroten van capaciteit daartoe. Hiervoor zijn de noden hoog en op dit gebied kan Nederland snel een concrete en zinvolle bijdrage leveren. Het kabinet onderzoekt mogelijkheden voor concrete steun. De verschillende steunmogelijkheden in de regio worden interdepartementaal in kaart gebracht, in samenwerking met Defensie en VWS.
Het kabinet spant zich in om de knelpunten die in de regio worden ervaren te verlichten. Recent heeft Nederland een aanvullende bijdrage van 3 miljoen euro aangekondigd voor de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) waarmee de medische ondersteuning en evacuatie van patiënten uit de Gazastrook naar landen in de regio kan worden bekostigd. Ook in 2024 stelde Nederland een bijdrage van 3 miljoen euro beschikbaar voor de WHO ter ondersteuning van medische capaciteit in de Gazastrook en de regio. Destijds heeft het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport eveneens medische hulpmiddelen ter waarde van 1,5 miljoen euro beschikbaar gesteld aan Egypte met oog op medische evacuaties uit de Gazastrook.
Het kabinet maakt in 2025 25 miljoen euro vrij voor hulp aan mensen uit Gaza. Dit gaat om humanitaire hulp en ondersteuning voor de langere termijn, zowel in de Gazastrook als landen in de regio. Het kabinet biedt daarmee een substantiële bijdrage aan de humanitaire medische noden in Gaza. Op dit moment wordt hierin prioriteit gegeven aan medische evacuaties in de regio en ondersteuning van medische capaciteit daarbij. Uit deze reservering wordt voorts 800.000 euro vrijgemaakt ter ondersteuning van het werk van Save the Children voor patiënten die zijn geëvacueerd naar Egypte. Met deze bijdrage kan Save the Children circa 600 patiënten helpen voor een periode van één jaar.
Het kabinet identificeert verdere mogelijkheden in de regio, zoals het beschikbaar stellen van Nederlandse medische expertise voor gecompliceerde zorgvragen waar beperkte behandelcapaciteit voor aanwezig is in de regio. Daarbij wordt ook de medische capaciteit in de Westelijke Jordaanoever en landen in de regio, zoals Egypte en Jordanië in ogenschouw genomen. De nadere invulling van dit pakket voor hulp in de Gazastrook of de regio wordt te zijner tijd aan uw Kamer kenbaar gemaakt. Bovendien heropen ik het contactpunt waar partijen en medisch gekwalificeerde personen zich kunnen melden. Daar worden zij in contact gebracht met de hulpverlening in de regio die daar wordt georganiseerd door verschillende NGO’s en de WHO. Hiermee faciliteer ik de behoefte onder Nederlandse zorgprofessionals om ter plaatse in de regio een bijdrage te leveren aan de zorg voor Gazaanse patiënten. De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport helpt mee door het contactpunt actief onder de aandacht te brengen van de partijen in de Nederlandse zorg.
Naast financiële ondersteuning voor medische evacuaties en behandelcapaciteit in de regio zet Nederland zich diplomatiek in richting Israël en landen in de regio voor de verruiming van mogelijkheden voor medische evacuaties uit de Gazastrook. Over deze thematiek spreek ik met Ministers van Buitenlandse Zaken van landen uit de regio.
Heeft Nederland deze oproepen besproken binnen het kabinet of met relevante Europese partners? Zo ja, waarom zijn er desondanks nog steeds geen patiënten uit Gaza naar Nederland overgebracht voor medische behandeling? Zo niet, waarom niet?
Het kabinet heeft er voor gekozen om zich te richten op het bieden van diplomatieke en financiële ondersteuning voor medische evacuaties en behandeling in ziekenhuizen in de regio. Nederland kan daar snel een concrete en zinvolle bijdrage leveren. Het staat buiten kijf dat de behoefte aan ondersteuning in de regio groot en acuut is.
Zie ook de beantwoording van vraag 6.
Bent u van mening dat het geen gehoor geven door Nederland aan de oproep van de WHO-directeur-generaal Tedros Adhanom Ghebreyesus van 16 juli 2025 om patiënten uit Gaza op te nemen kan worden beschouwd als strijdig met de verplichtingen van derde staten zoals die voortvloeien uit de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof van 26 januari 2024? Kunt u dit toelichten?6
Deze verplichting brengt met zich mee dat derde staten, waaronder Nederland, alle redelijkerwijs beschikbare maatregelen moeten nemen om genocide in de Gazastrook zo veel mogelijk te voorkomen. Dit omvat maatregelen die een afschrikwekkend effect kunnen hebben op degenen die genocide voorbereiden dan wel begaan. Ook het nemen van maatregelen gericht op het bijdragen aan het voortbestaan van de beschermde groep kan onder omstandigheden een invulling vormen van de verplichting tot voorkomen.
Zoals ook de CAVV beaamt, kent het internationaal recht echter geen duidelijke of vaste regels die de keuze van maatregelen ter voorkoming van genocide voorschrijven. Nederland neemt al geruime tijd maatregelen om de situatie in de Gazastrook te verbeteren en spant zich naar vermogen in om genocide te voorkomen. Er wordt telkens naar gelang de situatie ter plekke geëvalueerd welke effectieve maatregelen redelijkerwijs een invulling vormen van deze verplichting.
Hoewel medische evacuaties niet rechtstreeks zijn gericht op het «afschrikken» van de mogelijke plegers van genocide, in dit geval Israël, kunnen deze evacuaties bijdragen aan het voortbestaan van de beschermde groep. Dit betekent echter niet dat de inzet van het kabinet gericht moet zijn op het overbrengen van deze personen naar Nederland. Ook het bijdragen aan medische zorg ter plekke of in de regio kan hieronder vallen.
Daarom spant het kabinet zich, middels diplomatieke en financiële inzet, in algemene zin in voor de verruiming van mogelijkheden voor medische evacuaties uit de Gazastrook.
Bent u bekend met de uitspraak van uw voorganger Minister Bruins Slot dat Nederland onderzoekt hoe zieke en gewonde patiënten uit Gaza naar Nederland kunnen worden gehaald? Hoe is hieraan opvolging gegeven?7
Het kabinet is bekend met de uitspraak van Minister Bruins Slot over het onderzoek. De conclusies van de door Minister Bruins Slot aangekondigde verkenning werden besproken in de Raad Defensie, Internationale, nationale en Economische Veiligheid (RDINEV) van 22 oktober 2024, waarna het kabinet besloot dat ondersteuning in de regio de voorkeur heeft boven opvang in Nederland. In de brief aan uw Kamer van 28 juli 2025 is toegelicht dat Nederland zich reeds inzet voor medische evacuaties (zie ook de beantwoording van vraag 6).
Bent u van mening dat het onthouden van medische zorg aan zwaargewonde en ernstig zieke burgers uit een conflictgebied in strijd is met internationale humanitaire verplichtingen, zoals vastgelegd in de Vierde Conventie van Genève? Kunt u dit toelichten?
De verplichtingen over de bescherming van gewonden en zieken uit de Verdragen van Genève gelden in de eerste plaats voor de partijen bij het gewapend conflict. Tijdens een gewapend conflict dienen alle gewonden en zieken te worden ontzien en beschermd. Gewonden en zieken hebben het recht op een menselijke behandelding en, voor zover mogelijk, om binnen de kortst mogelijke tijd de medische verzorging en aandacht te ontvangen die hun toestand vereist. Het opzettelijk onthouden van medische zorg aan gewonden en zieke burgers is in strijd met het humanitair oorlogsrecht.
Nederland heeft Israël herhaaldelijk gewezen op de verplichtingen van het humanitair oorlogsrecht, waaronder de verplichting om humanitaire hulp, waaronder medische hulp, in de Gazastrook te faciliteren. Daarnaast biedt Nederland diplomatieke en financiële ondersteuning voor medische evacuaties en behandeling in ziekenhuizen in de regio.
Klopt het dat Coordination of Government Activities in the Territories (COGAT, de Israëlische bezettingsautoriteit) medische evacuaties regelmatig annuleert en beperkt? Zo ja, welke acties heeft Nederland daartegen ondernomen?
Ja. Dat is sinds 7 oktober 2023 frequent voorgekomen. Op dit moment lijkt vaker toestemming te worden verleend. Nederland blijft Israël en landen in de regio verzoeken om de mogelijkheden voor medische evacuaties verder te verruimen. Dit betreft ook evacuatie naar de Westelijke Jordaanoever, inclusief Oost-Jeruzalem. Dat gebeurt voortdurend en op verschillende niveaus. Ook worden mogelijkheden voor ondersteuning van specifieke medische evacuaties in de regio verkend in nauwe afstemming met de relevante hulporganisaties.
Bent u van mening dat het Israëlische beleid ten aanzien van hulpverlening – inclusief het blokkeren van medische evacuaties – neerkomt op collectieve bestraffing en daarmee een schending vormt van het internationaal humanitair recht? Kunt u dit toelichten?
Het door de partijen bij het gewapend conflict opzettelijk onthouden van medische zorg aan gewonden en zieke burgers is in strijd met het humanitair oorlogsrecht. Zelfs in situaties waarin middelen beperkt zijn, moeten partijen bij een conflict hun uiterste best doen om zo snel mogelijk de best mogelijke medische zorg aan gewonden en zieken te verlenen. Dit omvat het toestaan van verlenen van medische zorg door onpartijdige humanitaire organisatie wanneer niet aan de behoeften van de gewonden en zieken wordt voldaan en het verlenen en/of toelaten van essentiële medische benodigdheden in bezet gebied. Gezien de blokkade van humanitaire hulp, waaronder medische middelen, lijkt om die reden sprake te zijn van een schending van deze verplichtingen door Israël.
Bent u bereid om met ziekenhuizen, universiteiten, gemeenten en medische organisaties in Nederland te overleggen over de mogelijkheid tot opvang en behandeling van Palestijnse patiënten?
Nederland spant zich in om diplomatieke en financiële ondersteuning te bieden voor medische evacuaties en behandeling in ziekenhuizen in de regio.
Bent u bereid om alsnog, en met spoed, patiënten uit Gaza op te nemen, zoals gevraagd door de WHO, en daartoe samen te werken met het EU-mechanisme, andere lidstaten en relevante medische instellingen?
Zie antwoord vraag 13.
| Het artikel “Visumvrij reizen 85 miljoen Turken stap dichterbij: ’Grip op migratie? Vergeet het dan maar” | |
| Claudia van Zanten (BBB), Martin Oostenbrink (BBB) | |
| Caspar Veldkamp (minister sociale zaken en werkgelegenheid) (NSC), Eddy van Hijum (minister sociale zaken en werkgelegenheid, minister volksgezondheid, welzijn en sport) (CDA), David van Weel (minister justitie en veiligheid, minister asiel en migratie) | |
|   | |
Bent u bekend met het artikel «Visumvrij reizen: 85 miljoen Turken stap dichterbij, grip op migratie vergeet het dan maar» in De Telegraaf van 22 juli 2025?1
Ja.
Klopt het dat de Europese Commissie serieus overweegt om visumvrij reizen voor alle Turkse staatsburgers in te voeren, terwijl Turkije niet voldoet aan alle 72 voorwaarden van de visumliberaliseringsroutekaart, met name het weigeren om de veel te brede antiterreurwetgeving aan te passen?
Nee. Invoering van visumliberalisatie is op dit moment niet aan de orde aangezien Turkije niet voldoet aan de daarvoor geldende criteria. Turkije moet nog voldoen aan zes van de 72 criteria. Zie hiervoor ook het antwoord op vraag 4.
Het Schengen visumcomité besloot tot aanpassing van het Schengen cascademodel voor Turkije. De aanpassing van het Schengen cascademodel heeft als doel om efficiënter om te gaan met bonafide, frequente reizigers, en om meer uniformiteit te realiseren in het visumafgiftebeleid, zodat Schengenlanden in vergelijkbare gevallen visa met eenzelfde geldigheidsduur en type afgeven. Het gaat bij dit model dus niet om visumliberalisatie. Het cascademodel is een systeem waarbij de geldigheidsduur van het visum stapsgewijs wordt verlengd op basis van de reisgeschiedenis en naleving van de overige visumvoorwaarden door de aanvrager. De voorwaarden voor het verkrijgen van een visum blijven onveranderd.
Turkse reizigers die eerder op de juiste manier gebruik van hun visum hebben gemaakt, kunnen voortaan bij een tweede aanvraag een multiple entry visa (MEV) aanvragen voor de duur van zes maanden. Dit loopt stapsgewijs op naar een geldigheid van vijf jaar. Het gaat daarbij om reizigers die goede redenen hebben om met regelmaat naar het Schengengebied te reizen, zoals bijvoorbeeld werknemers van bedrijven die veel zakendoen met Nederland. Het vorige cascademodel maakte een MEV van een jaar pas mogelijk na de derde aanvraag.
Hoe beoordeelt u deze ontwikkeling in het licht van de aanhoudende afbraak van democratie en rechtsstaat in Turkije, waaronder het knevelen van de pers, politieke tegenstanders en het ontbreken van onafhankelijke rechtspraak? Hoe verklaart u dat de Europese Commissie überhaupt vasthoudt aan dit plan, terwijl Turkije zich steeds verder verwijdert van Europese normen en waarden?
Zie het antwoord op vraag 2 en 4. Turkije voldoet niet aan de uitstaande voorwaarden voor visumliberalisatie en deze is dan ook niet aan de orde.
Kunt u aangeven welke criteria in uw optiek nog openstaan voordat visumliberalisering daadwerkelijk tot de mogelijkheden behoort?
Turkije voldoet nog niet aan alle eisen voor visumliberalisatie. Er staan nog zes van de 72 criteria uit het stappenplan voor een visumvrije regeling met Turkije open. Hierop vindt geen voortgang plaats. Deze zes criteria zijn als volgt:
Hoeveel Turkse staatsburgers hebben nu al visumvrije toegang tot Europa, voornamelijk via zogenaamde groene of grijze paspoorten?
Turkse staatsburgers die reizen op een speciaal (groen) paspoort, een dienst (grijs) paspoort, of een diplomatiek (zwart) paspoort, hebben visumvrije toegang tot de Schengenzone. Een speciaal (groen) paspoort wordt uitgegeven aan (1) personen die in dienst zijn van de Turkse overheid, of gepensioneerden die in het verleden in dienst waren van de Turkse overheid, (2) hun partners en kinderen, (3) medewerkers (van een bepaald niveau) van bepaalde Turkse publieke instellingen, zoals publieke banken, Kamers van Koophandel, en handelsassociaties, en (4) exporteurs die een minimum volume per jaar exporteren. Een dienst (grijs) paspoort wordt uitgegeven aan personen die voor officiële zaken naar het buitenland moeten reizen, en niet in aanmerking komen voor de andere categorieën. Een diplomatiek (zwart) paspoort wordt voornamelijk uitgegeven aan Turkse diplomaten en bewindspersonen.
Er is geen inzicht in de aantallen van deze paspoorten die op dit moment in omloop zijn (en daarmee naar Europa reizen).
Kunt u bevestigen dat visumliberalisering feitelijk neerkomt op het openen van de buitengrenzen van de Europese Unie (EU) voor 85 miljoen Turkse staatsburgers, zonder dat Nederland daar zelfstandig nog zeggenschap over heeft?
Zie het antwoord op vraag 2.
Kunt u garanderen dat, zolang Turkije niet aan álle voorwaarden voldoet – waaronder aanpassing van de antiterreurwetgeving en herstel van persvrijheid – Nederland zich binnen de EU stevig blijft verzetten tegen visumvrij reizen voor Turken?
Visumliberalisatie is een Europees proces gebaseerd op objectieve criteria. Het kabinet houdt onverminderd vast aan de vervulling van alle benchmarks, zie hiervoor ook het antwoord op vraag 4.
Kunt u een risicoanalyse met betrekking tot deze visumliberalisering delen met de Kamer, inclusief de gevolgen voor de Nederlandse samenleving, de impact op de grensregio’s, impact op de landbouwsector en sociale cohesie?
Zie antwoord op vraag 2. Er is geen sprake van visumliberalisering.
Kunt u aangeven welke voordelen deze visumliberalisering heeft voor Nederland?
Zie antwoord op vraag 2. Er is geen sprake van visumliberalisering. De voorwaarden voor het afgeven van een visum blijven onveranderd.
Overwegende dat de BBB voorstander is van het stoppen van het kandidaat-lidmaatschap van Turkije en het afbreken van EU-toetredingsonderhandelingen, hoe verhoudt het kabinetsbeleid zich tot eventuele visumliberalisering voor Turkije?
Zie het antwoord op vragen 7 en 8. Daarbij zij nog opgemerkt dat visumliberalisatie en EU-toetreding twee afzonderlijke trajecten zijn waarvoor afzonderlijke, zij het deels vergelijkbare, criteria gelden. Zoals u weet liggen de toetredingsonderhandelingen tussen de EU en Turkije sinds juni 2018 stil door de aanhoudende achteruitgang op het gebied van de democratie, de rechtsstaat en de grondrechten in Turkije.
Bent u bereid aan te dringen op een gezamenlijk standpunt met andere Europese lidstaten dat visumvrije toegang voor Turkse burgers niet gecombineerd mag worden met voortzetting van toetredingsonderhandelingen?
Zie het antwoord op vragen 4 en 10.
Overwegende dat bij de BBB-fractie grote zorg bestaat dat visumvrij reizen leidt tot toenemende migratiedruk op Nederland en de EU, welke maatregelen ziet u als noodzakelijk om dat risico adequaat te beheersen?
Zie het antwoord op vraag 2. Er is geen sprake van visumvrij reizen.
In welke mate biedt het asiel- en migratiepact van de EU (met o.a. solidariteit en herverdeling), dat volgend jaar juni wordt ingevoerd, voldoende instrumenten aan Nederland om ongecontroleerde instroom via visumvrij reizen tegen te gaan?
Zie het antwoord op vraag 2. Er is geen sprake van visumvrij reizen.
Overwegende dat voor wie niet voldoet aan toelatingscriteria (zoals visumvrije toegang) het traditionele migratiesysteem wel van kracht blijft, hoe garandeert u dat vluchtelingenprocedures uit Turkije niet als indirecte route gebruikt kunnen worden indien visumvrij reizen wordt ingevoerd?
Zie het antwoord op vraag 2.
Deelt u het standpunt dat toetredingsonderhandelingen met Turkije moeten stoppen vóórdat enige vorm van visumvrij reizen wordt toegestaan?
Zie het antwoord op vragen 2 en 10.
Wat zijn volgens u de reële migratiegevolgen van het openstellen van visumvrij reizen voor 85 miljoen mensen uit een instabiel, autoritair geleide staat als Turkije?
Zie antwoord op vraag 2. Er is geen sprake van visumvrij reizen.
Hoe denkt u grip te houden op migratie als Turkse staatsburgers straks zonder visum naar Nederland kunnen reizen en zich hier vervolgens beroepen op verblijf, asiel, medische zorg of gezinshereniging?
Zie het antwoord op vraag 2. Er is geen sprake van visumvrij reizen.
Klopt het dat bestaande afspraken in het migratiepact van de EU (zoals herverdeling of solidariteit) onvoldoende bescherming bieden tegen de toestroom die dit plan teweegbrengt?
Zie het antwoord op vraag 2. Er is geen sprake van visumvrij reizen.
Hoe verhoudt deze koers zich tot het principe van Nederlandse soevereiniteit en eigen migratiecontrole, die voor BBB essentieel is?
Zie het antwoord op vraag 2. Er is geen sprake van visumvrij reizen.
Bent u bereid zich binnen de EU krachtig te verzetten tegen zowel visumliberalisering voor Turkije als voortgang van de toetredingsonderhandelingen? Zo nee, waarom niet?
Zie het antwoord op vragen 2 en 10.