| Ingediend | 28 oktober 2025 |
|---|---|
| Beantwoord | 4 december 2025 (na 37 dagen) |
| Indieners | Marieke Koekkoek (D66), Laurens Dassen (Volt) |
| Beantwoord door | David van Weel (minister justitie en veiligheid, minister asiel en migratie) |
| Onderwerpen | migratie en integratie organisatie en beleid |
| Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2025Z19269.html |
| Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20252026-557.html |
Ja.
Het Europese Hof van Justitie heeft geoordeeld dat het samenstel van discriminerende maatregelen ten aanzien van vrouwen in Afghanistan onder het begrip «daad van vervolging» valt wanneer deze maatregelen, door hun cumulatieve effect, afbreuk doen aan de eerbiediging van de menselijke waardigheid.2 Dat betekent echter niet dat aan iedere Afghaanse vrouw, ongeacht de reden waarom zij om bescherming verzoekt, een verblijfsvergunning asiel móet worden verleend. Er kan nog steeds een individuele beoordeling plaatsvinden.
Uit de landeninformatie over Afghanistan blijkt dat het niet houden aan de normen en leefregels van de Taliban voor vrouwen en meisjes ernstige consequenties kan hebben waardoor zij extra gevaar kunnen lopen.
Op 25 september 2024 heeft Nederland – samen met Australië, Canada en Duitsland – Afghanistan aansprakelijk gesteld voor grove en systematische schendingen van het Vrouwenverdrag. Met de aansprakelijkstelling zet Nederland zich samen met de genoemde staten in om naleving van internationale verplichtingen onder het Vrouwenverdrag door Afghanistan af te dwingen en toekomstige schendingen te voorkomen. Deze schendingen moeten stoppen. Afghaanse vrouwen en meisjes moeten aanspraak kunnen maken op de rechten onder het Vrouwenverdrag. In het bijzonder moet het recht op onderwijs voor Afghaanse vrouwen en meisjes worden gerespecteerd en gegarandeerd.
Als eerste noodzakelijke stap bij een dergelijke aansprakelijkstelling is Afghanistan uitgenodigd om in onderhandeling te treden. Momenteel is Nederland, samen met Australië, Canada en Duitsland, bezig met de organisatie van deze onderhandelingen. Over dit proces [en vragen gerelateerd aan deze internationaal-juridische procedure] kan het kabinet, in het belang van de aansprakelijkstelling, geen verdere uitspraken doen. Voor het huidige asielbeleid voor Afghaanse vrouwen verwijs ik u naar het antwoord op vraag 8.
Zie antwoord vraag 4.
Ja.
Voor personen van wie de asielaanvraag is afgewezen geldt dat zij in beginsel Nederland zelfstandig dienen te verlaten, eventueel met ondersteuning van de Nederlandse overheid. Wanneer personen niet zelfstandig terugkeren kan gedwongen vertrek aan de orde zijn. Of ook daadwerkelijk kan worden overgegaan tot gedwongen vertrek hangt onder andere af van de samenwerking met de landen van herkomst. Gedwongen terugkeer naar Afghanistan is momenteel niet mogelijk.
In de Vreemdelingencirculaire (paragraaf C7.2) is opgenomen dat een Afghaanse vrouw in aanmerking kan komen voor een verblijfsvergunning asiel als zij aannemelijk heeft gemaakt dat zij zich niet kan conformeren aan de door de Taliban opgelegde normen en leefregels en door het niet naleven van deze opgelegde normen en leefregels het risico loopt op (ernstige daden van) vervolging. In diezelfde paragraaf van de Vreemdelingencirculaire is opgenomen dat de IND daarnaast beoordeelt in hoeverre de vrouw door de Taliban opgelegde normen en leefregels dermate ernstig in haar mogelijkheden tot ontplooiing en sociale en maatschappelijke deelname wordt beperkt en welke impact dit zal hebben op haar. Bij een voldoende ingrijpende impact zal dit aanleiding geven voor een verblijfsvergunning asiel.
Met inachtneming van de uitspraak van het Europese Hof van Justitie betekent dit in de huidige beslispraktijk dat op basis van hetgeen een Afghaanse vrouw in de asielprocedure naar voren brengt wordt onderzocht of en, zo nodig, in welke mate zij stelt en aannemelijk maakt te zijn of zullen worden getroffen door de discriminerende maatregelen ten aanzien van vrouwen in Afghanistan. Als zij stelt en aannemelijk maakt door deze discriminerende maatregelen te zijn of te zullen worden getroffen, wordt in de regel een verblijfsvergunning verleend. In de praktijk is dat al snel het geval, maar dat betekent niet dat het individuele relaas er als het ware niet meer toe doet. Een Afghaanse vrouw zal tenminste naar voren moeten brengen en aannemelijk moeten maken dat zij vanwege de huidige discriminerende maatregelen niet naar Afghanistan kan en wil terugkeren.
Zoals ook aangegeven in het antwoord op de vraag 3 komt uit de huidige landeninformatie over Afghanistan naar voren dat de positie van vrouwen en meisjes in Afghanistan door de normen en leefregels van de Taliban ernstig onder druk staat. Het niet leven volgens deze normen en leefregels kan voor vrouwen en meisjes gevolgen hebben. Het enkele feit dat vrouwen en meisjes in het westen hebben verbleven betekent echter niet dat zij per definitie bij terugkeer gevaar lopen; dit blijft steeds onderwerp van individuele toetsing.
Nederland voelt zich zeer verbonden met het lot van de Afghaanse vrouwen en meisjes en blijft de Taliban oproepen om mensenrechten, en de rechten van vrouwen en meisjes in het bijzonder, te respecteren, in overeenstemming met internationale verdragsverplichtingen.
Zoals uw Kamer bekend, ga ik niet in op individuele zaken. Op dit moment bestaat er geen aanleiding het landgebonden asielbeleid te wijzigen. Op korte termijn zal een nieuwe ambtsbericht worden gepubliceerd.
Ja.
Op dit moment bestaat er geen aanleiding het landgebonden asielbeleid, waarin de slechte mensenrechtensituatie in Afghanistan is verdisconteerd, te wijzigen. Op korte termijn zal een nieuwe ambtsbericht door het Ministerie van Buitenlandse Zaken worden gepubliceerd.
Ik heb de vragen zo spoedig mogelijk beantwoord.
Hierbij deel ik u, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken, mede dat de schriftelijke vragen van de leden Dassen en Koekkoek (beiden Volt), van uw Kamer aan de Minister van Asiel en Migratie over het bericht «Kabinet stuurt vrouwen terug naar Taliban in Afghanistan» (ingezonden 28 oktober 2025) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.