Kamervraag 2025Z18548

Het memo uniforme beoordeling duurzaamheid long covid

Ingediend 2 oktober 2025
Beantwoord 3 november 2025 (na 32 dagen)
Indiener Ilse Saris (CDA)
Beantwoord door Mariëlle Paul (VVD)
Onderwerpen ziekten en behandelingen zorg en gezondheid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2025Z18548.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20252026-330.html
  • Vraag 1
    Bent u bekend met het memo uniforme beoordeling duurzaamheid long covid?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Hoeveel mensen ontvangen er op dit moment een arbeidsongeschiktheidsuitkering waarbij a) long covid de hoofddiagnose betreft en b) long covid als nevendiagnose is vermeld?

    Op 31 augustus 2025 was het aantal lopende WIA-uitkeringen met post-COVID2:

  • Vraag 3
    Bent u bereid om jaarlijks aan de Kamer te rapporteren in de vorm van een long covid monitor over de ontwikkeling van het aantal mensen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering met long covid als hoofd- of nevendiagnose, inclusief beoordeling, bezwaar en cliënttevredenheid?

    UWV monitort kwantitatief alle instroom in de WIA en rapporteert daar periodiek over, op hoger abstractieniveau. Daarop is vraaggerichte analyse mogelijk, ook op basis van de diagnose post-COVID. Overigens is de huidige verwachting dat er steeds minder mensen met post-COVID in de WIA terecht zullen komen door een toegenomen immuniteit, waardoor het aantal gevallen met een ernstig ziekteverloop daalt. Tot 2024 was een stijgende trend te zien in het aantal mensen dat een WIA-aanvraag doet met als hoofd- of nevendiagnose post-COVID. In 2021 ging het om ruim 600 WIA-beoordelingen. In 2022 om ruim 3.000, in 2023 ruim 5.000 en in 2024 bijna 7.000 WIA-beoordelingen. In 2025 is er tot nu toe sprake van een dalende trend. Tot oktober 2025 zijn 2.850 mensen beoordeeld voor de WIA met als hoofd- of nevendiagnose post-COVID. Alles overziend is er dus geen aanleiding tot een jaarlijkse post-COVID monitor. Een breder beeld van de ontwikkeling van de WIA-instroom vind ik wel van belang, omdat de WIA-instroom door andere oorzaken juist stijgt.

  • Vraag 4
    Hoe beoordeelt u de aanbevelingen voor uniforme beoordeling uit het memo?

    UWV is als zelfstandig bestuursorgaan verantwoordelijk voor uitvoering van de WIA. In afwachting van de handreiking post-COVID van de Nederlandse Vereniging van Verzekeringsgeneeskunde (NVVG) ondersteunt UWV met dit memo haar professionals om meer uniformiteit te creëren in de beoordeling van duurzaamheid van arbeidsbeperkingen bij post-COVID. De doelstelling van deze aanbevelingen onderschrijf ik.
    De NVVG is de wetenschappelijke beroepsvereniging van verzekeringsartsen en artsen in opleiding tot verzekeringsarts. Zij zijn in de afrondende fase van de ontwikkeling van de handreiking post-COVID. In deze handreiking wordt ook ingegaan op de prognose bij post-COVID. Na het verschijnen is deze handreiking van de NVVG leidend.

  • Vraag 5
    Op welke wijze gaat er binnen het UWV opvolging worden gegeven aan de aanbevelingen uit het memo?

    Het memo van UWV is een ondersteuning voor de medisch professionals binnen UWV in afwachting van de handreiking post-COVID van de Nederlandse Vereniging van Verzekeringsgeneeskunde (NVVG). UWV heeft het memo gedeeld met alle verzekeringsartsen en artsen binnen UWV.

  • Vraag 6
    In welk stadium verkeert de aangekondigde actualisering van de Standaard Duurbelastbaarheid in Arbeid uit 2015?

    De standaard duurbelastbaarheid in arbeid is dit jaar verrijkt met de wetenschappelijke inzichten vanuit een promotieonderzoek van een verzekeringsarts. Er loopt momenteel een onderzoek of de standaard daarnaast verder geactualiseerd moet worden.

  • Vraag 7
    Hoe worden ervaringsdeskundigen met long covid betrokken bij de ontwikkeling van kennis en expertise over long covid in de beoordeling door het UWV?

    De afgelopen twee jaar zijn er bijeenkomsten georganiseerd waarbij er gesproken is over wat mogelijke manieren zijn om de situatie van mensen met «moeilijk objectiveerbare» aandoeningen die arbeidsongeschikt raken te verbeteren. Een actie die daaruit volgt, is dat UWV jaarlijks een bijeenkomst organiseert om in gesprek te gaan met alle vertegenwoordigers van verschillende patiëntenorganisaties. In die bijeenkomst informeert UWV-patiëntenverenigingen over ontwikkelingen over kennis en expertise, zo ook over post-COVID. Een eerste bijeenkomst organiseert UWV eind dit jaar.

  • Vraag 8
    Welke stappen bent u voornemens te zetten om op zowel beleidsinhoudelijk als financieel vlak meer interdepartementaal samen te werken met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport om mensen met long covid zo goed en passend mogelijk te ondersteunen?

    Mijn ministerie spreekt periodiek met het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de ontwikkelingen rondom post-COVID op de verschillende terreinen. Afgelopen jaar hebben er verschillende universitair medische centra een post-COVID expertisecentrum geopend zodat er meer kennis en betere zorg komt voor patiënten met post-COVID. Het beeld is niet dat er meer voor mensen met post-COVID gedaan moet worden op financieel vlak, omdat uit cijfers van UWV blijkt dat ruim 85% van de WIA-aanvragen waarbij post-COVID een rol speelt leidt tot een WIA-uitkering vanwege (volledige of gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid. Als een WIA-aanvraag wordt afgewezen, zijn er verschillende vangnetten (WW en bijstand) en ondersteuningsmogelijkheden beschikbaar in om financiële problemen te voorkomen.
    Omdat er signalen waren dat de kennis van sommige verzekeringsartsen over post-COVID verbeterd kon worden, zijn er verschillende maatregelen in gang gezet zodat verzekeringsartsen praktische handvatten krijgen voor de beoordeling van mensen met post-COVID. Zo ontwikkelt de NVVG een handreiking post-COVID met ondersteuning vanuit mijn ministerie.

  • Vraag 9
    Wat is de stand van zaken van de aangenomen motie Saris/Ceder over onderzoek naar regionale verschillen in kennis en expertise over long covid in de beoordeling door het UWV? Hoe wordt dit memo hierbij betrokken?2

    Het onderzoek van UWV naar regionale verschillen is in volle gang en de uitkomsten hiervan worden in december van dit jaar verwacht. Het onlangs verschenen memo heeft geen rol in dit onderzoek. Wel is het doel van het memo eventuele regionale verschillen verder te verkleinen.

  • Vraag 10
    Wanneer gaat u duidelijkheid verschaffen over de gevolgen voor lopende en toekomstige beoordelingen van de tussenuitspraken van de Centrale Raad van Beroep over arbeidsongeschiktheidsuitkeringen van mensen met ME/CVS?3

    Deze uitspraken hebben gevolgen voor de besluiten die UWV na de uitspraken gaat nemen in vergelijkbare gevallen. Die moeten in overeenstemming zijn met het oordeel in de drie uitspraken. Het betreft aanvragen voor een WIA-uitkering die worden gedaan na deze uitspraken op 17 juli 2025, maar ook besluiten waar nog bezwaar of beroep tegen open staat, die met andere woorden nog niet onherroepelijk zijn geworden (nog geen formele rechtskracht hebben verkregen). Besluiten die al wel formele rechtskracht hebben gekregen, worden in beginsel niet geraakt door deze uitspraken.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2025Z18548
Volledige titel: Het memo uniforme beoordeling duurzaamheid long covid
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20252026-330
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Saris over het memo uniforme beoordeling duurzaamheid post-COVID