| Ingediend | 18 september 2025 |
|---|---|
| Beantwoord | 6 oktober 2025 (na 18 dagen) |
| Indiener | Wieke Paulusma (D66) |
| Beantwoord door | Judith Tielen (Volkspartij voor Vrijheid en Democratie) |
| Onderwerpen | gezondheidsrisico's zorg en gezondheid |
| Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2025Z17145.html |
| Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20252026-201.html |
Ja.
Ja.
Het risico op ernstige ziekte is het grootst bij kinderen jonger dan zes maanden. Bij hen is het effect van de RS-prik groter. Kinderen die vóór april 2025 geboren zijn hebben hun eerste RSV-seizoen al doorgemaakt en zijn bij aanvang van het nieuwe seizoen ouder dan zes maanden. Daarmee is het risico op ernstig beloop van een RSV-infectie aanzienlijk kleiner. Voor de uitvoering van het programma is daarom gekozen te starten met baby’s geboren op of na 1 april 2025.Het advies van de Gezondheidsraad, dat mijn ambtsvoorganger heeft overgenomen in de Kamerbrief van oktober 2024, gaat uit van immunisatie van kinderen in hun eerste levensjaar. De Gezondheidsraad adviseert dat kinderen beschermd hun eerste RSV-seizoen ingaan, met een prik tegen het RS-virus.
Nee. Het uitbreiden van de doelgroep naar kinderen die vóór 1 april 2025 geboren zijn, is niet uitvoerbaar. Dit heeft immer aanzienlijke consequenties voor de planning, logistiek en capaciteit van de jeugdgezondheidszorg en daarmee zet het de zorgvuldige start van het programma onder druk. Daarnaast is de effectiviteit van immunisatie voor kinderen ouder dan zes maanden beperkt (zie ook antwoord 3). Daarom is bewust gekozen voor de grens van 1 april 2025, zodat de uitvoering tijdig en zorgvuldig kan starten en de meest kwetsbare kinderen worden beschermd.
Deze vragen zijn zo spoedig mogelijk beantwoord.