| Ingediend | 8 september 2025 | 
|---|---|
| Beantwoord | 29 september 2025 (na 21 dagen) | 
| Indieners | Nicolien van Vroonhoven-Kok (CDA), Rosanne Hertzberger (Volkspartij voor Vrijheid en Democratie) | 
| Beantwoord door | Becking | 
| Onderwerpen | onderwijs en wetenschap organisatie en beleid | 
| Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2025Z16301.html | 
| Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20252026-159.html | 
Ja.
De Onderwijsraad stelt dat bij het leren van een nieuwe taal een beroep wordt gedaan op de kennis die leerlingen hebben van een eerder verworven taal. Dit komt omdat de talen die leerlingen beheersen niet gescheiden zijn in het brein, maar met elkaar verbonden en elkaar versterken.2 Daarnaast onderbouwt de Onderwijsraad het advies met studies die concluderen dat dat leerlingen zich veiliger en meer verbonden voelen met de leraar en hun klasgenoten als de leraar aandacht en waardering heeft voor hun thuistaal.3 Tenslotte is gebruik gemaakt van internationaal onderzoek dat concludeert dat het geen negatieve invloed heeft op de ontwikkeling en leerprestaties van leerlingen als zij talen afwisselend gebruiken.4
Uw Kamer heeft op 11 september om een beleidsreactie op het advies van de Onderwijsraad verzocht. In deze reactie, die uw Kamer in november zal ontvangen, zal ik ingaan op hoe het advies aansluit bij mijn beleid.
Zie antwoord vraag 3.
Zie antwoord vraag 3.
Voor mij is het belangrijkste dat leerlingen goed leren lezen, schrijven en rekenen in het Nederlands en dat de aanpak die de school hiervoor kiest bewezen effectief en goed doordacht is. Scholen hebben nu al ruimte om andere talen dan het Nederlands in het onderwijs te gebruiken. Zowel in het po als het vo is dit mogelijk indien een andere taal beter aansluit bij leerlingen met een niet-Nederlandse achtergrond. Hier moet het bevoegd gezag dan wel een gedragscode voor opstellen die de kwaliteit en effectiviteit van het onderwijs in de andere voertaal borgt.
Zie antwoord 3, 4 en 5.
We moeten terughoudend zijn om teveel nieuwe onderwerpen op het bordje van de leraar neer te leggen. Omgaan met meertaligheid is wel een onderwerp waar leraren expertise in moeten opdoen, omdat het onderdeel wordt van de kerndoelen en de examenprogramma’s Nederlands. Het is aan scholen om hiervoor een aanpak te kiezen die aansluit bij hun visie en leerlingpopulatie en die bewezen effectief is.
Zie antwoord vraag 8.
De Onderwijsraad baseert deze schets op de uitkomsten van het Teaching and Learning International Survey (Talis) uit 2018, een internationaal vergelijkend onderzoek van de OESO dat de leer- en werkomgeving van leraren en schoolleiders in kaart brengt.
Ik zal zorgvuldig bekijken welke elementen uit het advies van de Onderwijsraad binnen mijn beleid passen. In de beleidsreactie zal ik daarop ingaan.