Ingediend | 22 augustus 2025 |
---|---|
Beantwoord | 24 september 2025 (na 33 dagen) |
Indiener | Queeny Rajkowski (Volkspartij voor Vrijheid en Democratie) |
Beantwoord door | Mona Keijzer (minister volkshuisvesting en ruimtelijke ordening) (BBB), David van Weel (minister justitie en veiligheid, minister asiel en migratie) , Eddy van Hijum (minister sociale zaken en werkgelegenheid, minister volksgezondheid, welzijn en sport) (CDA) |
Onderwerpen | recht strafrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2025Z15344.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20252026-122.html |
Ja, ik ben bekend met de berichtgeving. Inmiddels is bekend dat de politie een 22-jarige verdachte heeft aangehouden op verdenking van betrokkenheid bij een ernstig seksueel misdrijf aan de Weesperzijde, die ook wordt verdacht van betrokkenheid bij de moord danwel doodslag op een 17-jarige jonge vrouw uit Abcoude en tevens in een derde zaak verdachte is.
Op dit moment vindt het opsporingsonderzoek plaats onder leiding van een officier van justitie. Zonder op de individuele omstandigheden van de zaak in te kunnen gaan, onderstreept deze strafrechtelijke opvolging dat de wet wordt toegepast.
Zie antwoord vraag 1.
Ja, uitgangspunt is dat lik-op-stuk wordt toegepast ten aanzien van asielzoekers die verdacht worden van een misdrijf. Voor politie en justitie geldt dat strafrecht voor iedereen gelijk is, ongeacht verblijfsstatus en dat voor vreemdelingen aanvullende wet- en regelgeving geldt.
Wanneer een asielzoeker bij (onherroepelijk) rechtelijk vonnis is veroordeeld voor een misdrijf wordt er altijd onderzocht of de asielvergunning ingetrokken kan worden of dat de verblijfsaanvraag asiel afgewezen kan worden op grond van openbare orde. Bij brief van 18 december 2024 bent u geïnformeerd over het beleid hierover. Zoals in die brief aangegeven, worden op grond van de Kwalificatierichtlijn en jurisprudentie hoge eisen gesteld aan het weigeren en intrekken van internationale bescherming. In voornoemde brief zijn de genomen maatregelen en het beleid ten aanzien hiervan uiteengezet. Dit is nog altijd van toepassing.
Het aantal ingetrokken asielvergunningen en afgewezen asielaanvragen op grond van de openbare orde, wordt jaarlijks gepubliceerd in de Staat van Migratie. In 2024 ging het om 20 intrekkingen en 70 afwijzingen.
Voor een asielzoeker die wordt verdacht van een strafbaar feit, moet duidelijk worden gemaakt dat het plegen van misdrijven direct strafrechtelijke gevolgen heeft (lik-op-stuk). Onder lik-op-stuk beleid wordt verstaan een snelle interventie na aanhouding van de verdachte tot en met de succesvolle tenuitvoerlegging van de straf. Dat zijn bij voorkeur de supersnelrechtzitting bij de politierechter, waarbij de verdachte binnen 72 uur na aanhouding vanuit de inverzekeringstelling wordt berecht en de snelrechtzitting bij de politierechter waarbij de verdachte binnen 17 dagen na aanhouding vanuit de bewaring wordt berecht. In beide situaties wordt een verdachte berecht vanuit de voorlopige hechtenis en kan de rechter bevelen dat de resterende straf direct aansluitend wordt uitgezeten. Zo wordt voorkomen dat veroordeelde vreemdelingen zich aan de tenuitvoerlegging onttrekken. Indien sprake is van een vreemdeling zonder rechtmatig verblijf, gaat de Dienst Terugkeer en Vertrek al tijdens de detentieperiode aan de slag met de voorbereiding van de uitzetting. Streven daarbij is om zoveel als mogelijk de vreemdeling direct aansluitend aan de strafdetentie uit te zetten, maar indien nodig kan vreemdelingenbewaring worden ingezet. Van al het vertrek van vreemdelingen in de strafrechtketen (VRIS) uit de caseload van DTenV betrof in 2024 79% aantoonbaar vertrek.2 Het lik-op-stuk-beleid is van toepassing op veelvoorkomende criminaliteit en lichte high-impact-crimes.
Ik ben het ermee eens dat de uitbreiding van de ongewenstverklaring, in combinatie met artikel 197 van het Wetboek van Strafrecht, een extra middel vormt om niet rechtmatig verblijvende vreemdelingen tot vertrek te bewegen. Ik kan hier – in algemene zin – aan toevoegen dat vreemdelingen die onder de Terugkeerrichtlijn vallen en veroordeeld worden voor zware misdrijven in de regel thans een zwaar inreisverbod opgelegd krijgen en strafbaar zijn op grond van art. 197 Sr als vertrek wel aan de orde is, maar hun uitzetting niet kan worden gerealiseerd.
Het is reeds uitgangspunt dat lik-op-stuk wordt toegepast bij asielzoekers die verdacht worden van een misdrijf. Dat betekent dat doorlopend wordt bezien of zowel de beschikbare strafrechtelijke maatregelen als de vreemdelingrechtelijke maatregelen optimaal worden toegepast. In het licht van de snelle strafrechtelijke opvolging van voornoemde casus zie ik voor nu geen aanleiding om aanvullend experts te consulteren.
Informatie over strafrechtelijke veroordelingen wordt per individuele casus vanuit de strafrechtsketen doorgegeven aan de IND. Vervolgens vindt er bij de IND altijd een beoordeling plaats of de veroordeling, binnen het beleid zoals beschreven in antwoord 3, aanleiding is om verblijfsrecht te weigeren of in te trekken.
De boetes en het proces van het opleggen hiervan wordt gedaan door de vervoerdersbedrijven. Het is onwenselijk dat mensen die zwartrijden geen boete krijgen, geen boete betalen of bij herhaaldelijke overtreding geen reisverbod krijgen. Ik ben hierop tegen en vind dat alle vormen van zwartrijden, ongeacht wie hiervoor verantwoordelijk is, aangepakt moeten worden. In 2023 zijn er door NS in totaal 283.450 uitstel van betalingen (UvB’s) uitgeschreven. In 2024 waren dit er 352.969. In 2023 zijn er door Arriva in totaal 35908 UvB’s uitgeschreven. In 2024 waren dit er 53.542. De uitstel van betalingen betreft zwartrijders brede zin, niet enkel asielzoekers. Het inningspercentage is bedrijfsvertrouwelijke informatie en kan voor beide bedrijven niet worden gedeeld. Ik ben en blijf dan ook samen met vervoerders, het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (I&W) en het COA in gesprek om te bezien welke stappen mogelijk zijn om dat te verbeteren.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Rajkowski (VVD), van uw Kamer aan de Minister van Asiel en Migratie over het bericht «Verdachte aangehouden voor ernstig zedenmisdrijf op Amsterdamse Weesperzijde» (ingezonden 22 augustus 2025) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.