Kamervraag 2025Z15281

Het bericht ‘Amsterdamse universiteiten houden politiek buiten de deur tijdens de introductieweken’

Ingediend 21 augustus 2025
Beantwoord 17 september 2025 (na 27 dagen)
Indiener Harmen Krul (CDA)
Beantwoord door Eppo Bruins (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (NSC)
Onderwerpen hoger onderwijs onderwijs en wetenschap
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2025Z15281.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20252026-5.html
1. Het Parool, 19 augustus 2025, «Amsterdamse universiteiten houden politiek buiten de deur tijdens de introductieweken», (Amsterdamse universiteiten houden politiek buiten de deur tijdens de introductieweken | Het Parool)
  • Vraag 1
    Wat is uw reactie op het bericht dat bij de introductieweken van Amsterdamse universiteiten geen politieke jongerenorganisaties (PJO’s) welkom zijn?1

    De vormgeving van de introductieweken is volledig aan de instelling zelf. Het is niet aan mij om hierover een oordeel te hebben.

  • Vraag 2
    Deelt u de mening van de PJO’s dat zij ook onderdeel van het studentenleven zijn?

    Studenten weten deze organisaties goed te vinden, zo blijkt ook uit het feit dat studenten op hogescholen en universiteiten een groot percentage uitmaken van de achterban van politieke jongerenorganisaties. Studentbestuurders van politieke jongerenorganisaties waarvan de politieke partij in de Eerste en Tweede Kamer vertegenwoordigd is, kunnen bijvoorbeeld ook een beurs aanvragen ter ondersteuning van hun werkzaamheden. In die zin zijn politieke jongerenorganisaties onderdeel van het studentenleven. Alle jongeren kunnen lid worden van politieke jongerenorganisaties, en zijn dus niet specifiek gericht op studenten van universiteiten en hogescholen.

  • Vraag 3
    Deelt u de mening van de PJO’s dat juist op de universiteit debat en dialoog volop moeten bloeien en dat universiteiten niet gereduceerd moeten worden tot een apolitieke ruimte?

    Universiteiten zijn bij uitstek een plek voor debat en dialoog. In de eerste plaats voor het academisch debat en dialoog, maar zeker ook breder voor debat en dialoog over maatschappelijke vraagstukken. Het niet toelaten van politieke jongerenorganisaties tot de introductieweken doet geen afbreuk aan de universiteit als plek bij uitstek voor debat en dialoog.

  • Vraag 4
    Hoe beoordeelt u in dat licht de reactie van de Universiteit van Amsterdam (UvA) dat PJO’s niet welkom zijn omdat ze «neutraal» willen blijven? Als alle PJO’s welkom zijn is de neutraliteit toch niet in het geding?

    Zoals ik in mijn antwoord op vraag 1 heb benoemd, ga ik als Minister niet over de introductieweken bij instellingen en de keuzes die zij daarin maken. Dat gezegd hebbende, heb ik van de UvA begrepen dat alleen partijen die een directe link hebben met de UvA mogen flyeren en zichzelf promoten op de campus tijdens de introweek. Partijen die niet aan deze voorwaarde voldoen, worden afgewezen. Partijen die wel zijn verbonden aan de universiteit mogen wel flyeren, denk bijvoorbeeld aan studentenpartijen voor medezeggenschapsraden van de UvA. Dit beleid wordt al een aantal jaren gehanteerd.

  • Vraag 5
    Deelt u de mening dat het voor een sterke democratie belangrijk is om politieke participatie onder jongeren te vergroten en dat de introductieweken daarvoor een goed middel zijn?

    Ik deel de mening dat politieke participatie bijdraagt aan een sterke democratie. Het is echter niet het doel van de introductieweken om politieke participatie onder jongeren te vergroten. De introweek is bedoeld als een sociale, en informatieve kennismaking met de instelling, de stad en elkaar.
    Het staat politieke partijen vrij om (binnen de lokale kaders) in de stad te flyeren en de studenten te benaderen. Voor de versterking van politieke participatie onder jongeren zet de overheid andere middelen in, zoals de subsidieverlening die de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties verstrekt aan politieke partijen voor de aan hen gelieerde politieke jongerenorganisaties en de andere activiteiten die vanuit het Ministerie van BZK worden ondernomen om de betrokkenheid van jongeren bij beleid te vergroten, zoals het initiatief #mijnstemtelt dat samen met de VNG wordt ontplooid.

  • Vraag 6
    Bent u bereid om in gesprek te gaan met de universiteiten en PJO’s over een plek voor PJO’s bij de introductieweken?

    Nee, ik zie voor mij geen rol weggelegd om hierover in gesprek te gaan met de universiteiten en PJO’s. De vormgeving van de introductieweken is aan de instellingen zelf.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2025Z15281
Volledige titel: Het bericht ‘Amsterdamse universiteiten houden politiek buiten de deur tijdens de introductieweken’
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20252026-5
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Krul over het bericht ‘Amsterdamse universiteiten houden politiek buiten de deur tijdens de introductieweken’