Ingediend | 18 augustus 2025 |
---|---|
Beantwoord | 9 september 2025 (na 22 dagen) |
Indiener | Jimmy Dijk |
Beantwoord door | Daniëlle Jansen (NSC) |
Onderwerpen | geneesmiddelen en medische hulpmiddelen verzekeringen zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2025Z15185.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20242025-3063.html |
Ik begrijp de vraag naar transparantie over de investeringen die een firma heeft gedaan om een geneesmiddel op de markt te brengen. Inzicht in de daadwerkelijke kosten zou kunnen helpen bij een prijsstelling die enerzijds voldoende recht doet aan de investeringen van een firma en anderzijds niet onevenredig hoog is. Het blijkt in de praktijk ingewikkeld om hier een goed kader voor te maken. Welke ontwikkelkosten reken je wel mee en welke niet? Soms kunnen de ontwikkelingen mee zitten en soms is er veel tegenslag. Wiens verantwoordelijkheid is dat? En zo zijn er nog veel meer vragen die daar bij gesteld kunnen worden waar geen of geen eenduidig antwoord op gegeven kan worden. De ACM, de Nederlandse Zorgautoriteit en het Zorginstituut werken op dit moment aan een advies over maatschappelijk aanvaardbare uitgaven aan geneesmiddelen (MAUG). Wellicht kan dit advies er aan bijdragen hoe hier mee om te gaan.
Toch zijn de ontwikkelingskosten van een geneesmiddel op zichzelf niet doorslaggevend bij de prijsonderhandelingen. In deze onderhandelingen is het advies van het Zorginstituut Nederland leidend. Het Zorginstituut beoordeelt of een geneesmiddel in het basispakket opgenomen kan worden aan de hand van vier vaste pakketcriteria:
Bij dure geneesmiddelen leidt deze beoordeling vaak tot een advies om een prijsverlaging te bedingen, omdat de gevraagde prijs niet in verhouding staat tot de waarde die het middel voor de patiënt oplevert.
Zoals eerder aangegeven vind ik het belangrijk om duidelijker aan te geven aan welke geneesmiddelen de maatschappij behoefte heeft en wat we bereid zijn om daarvoor te betalen3.
De firma heeft voor tiratricol nog geen vergoedingsdossier ingediend. Ik heb daarom geen informatie over wanneer ik een advies van het Zorginstituut kan verwachten.
Dit is inderdaad een belangrijk politiek vraagstuk.
Ik kan niet sturen op de hoogte van bedrijfswinsten, met name omdat het gaat om internationale bedrijven die wereldwijd actief zijn. Ik heb wel invloed op beheersing van de uitgaven aan geneesmiddelen. Daarvoor heb ik verschillende instrumenten waar mijn ambtsvoorganger u eerder over heeft geïnformeerd4.
De prijzen van geneesmiddelen vallen direct onder mijn verantwoordelijkheid en ik zet me daar dan ook hard op in, bijvoorbeeld door middel van prijsonderhandelingen. Ik streef daarbij naar maatschappelijk aanvaardbare prijzen. Ik ben bereid meer te betalen voor geneesmiddelen die daadwerkelijk van toegevoegde waarde zijn voor de patiënt. Bij nieuwe geneesmiddelen worden soms hoge prijzen gevraagd terwijl de gezondheidswinst op lange termijn nog niet vaststaat. Ik kan daar, op basis van het advies van het Zorginstituut, rekening mee houden bij de prijsonderhandeling.
Ik deel de analyse dat winstmaximalisatie in het algemeen op gespannen voet staat met betaalbaarheid van geneesmiddelen. Maar, zoals mijn ambtsvoorganger eerder ook aangaf, het internationale financiële ecosysteem van geneesmiddelenontwikkeling is zeer complex en niet eenvoudig bij te sturen.
Investeringen van financiers hangen af van de verwachtingen die zij hebben over de bereidheid van overheden en verzekeraars om te betalen voor een nieuw geneesmiddel. Daarom vind ik het belangrijk dat de ontwikkeling en de vergoeding van nieuwe geneesmiddelen zo goed mogelijk aansluit op een duidelijke, breed gedragen behoefte vanuit de samenleving. En dat we vaststellen wat wij als maatschappij bereid zijn om te betalen voor een bepaald type geneesmiddel. Zoals vermeld werken de ACM, de Nederlandse Zorgautoriteit en het Zorginstituut werken op dit moment aan een advies over maatschappelijk aanvaardbare uitgaven aan geneesmiddelen (MAUG). Dit advies is na de zomer gereed. Daarin wordt aandacht besteed aan de elementen die van invloed zijn op maatschappelijke aanvaardbaarheid van uitgaven en prijzen aan geneesmiddelen. Dit advies kan behulpzaam zijn in het maken van keuzes in dit soort situaties.
Zoals aangegeven bij vraag 1 begrijp ik de vraag naar transparantie over de investeringen die een firma heeft gedaan om een geneesmiddel op de markt te brengen. De ontwikkelingskosten van een geneesmiddel maken echter geen onderdeel uit van de criteria die worden toegepast voor het bepalen van een maatschappelijk aanvaardbare prijs.
Ik neem de regie waar ik kan en waar dat gepast is. Via het programma MAUG zijn burgers gevraagd hoe zij denken over de prijzen van dure geneesmiddelen en welke overwegingen zij belangrijk vinden bij keuzes in het prijs- en vergoedingsbeleid. Het rapport bevat waardevolle inzichten die kunnen bijdragen aan huidige en toekomstige beleidsvorming5. Daarnaast zet ik me in voor effectieve toepassing van instrumenten die de prijzen en vergoedingen van geneesmiddelen reguleren, zoals het Geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS) en de Wet geneesmiddelenprijzen (Wgp)en het inkoopbeleid van zorgverzekeraars en zorginstellingen6. En onderhandel ik, op advies van het Zorginstituut, over de prijs van dure geneesmiddelen.
Ik begrijp deze wens. Ik vind het ook onwenselijk wanneer er sprake is van onevenredig hoge winsten, vooral wanneer de ontwikkeling van het geneesmiddel voor een groot deel met publieke investeringen is gefinancierd. Het verplichten van harde prijsafspraken kan er echter toe leiden dat potentiële licentienemers (bedrijven) afhaken. Daarmee komen interessante academische vondsten mogelijk niet beschikbaar voor patiënten.
Het klopt dat het Nederlandse vergoedingssysteem berust op solidariteit, waarbij de financiële lasten van medicijnen collectief worden gedragen, zodat individuele toegankelijkheid niet afhankelijk is van persoonlijke draagkracht. Het is daarbij inderdaad zo dat hoge prijzen kunnen leiden tot hogere zorgpremies en verdringing van andere zorg. Ik zet mij daarom, bijvoorbeeld via prijsonderhandelingen, in om de kosten onder controle te houden en ervoor te zorgen dat deze geneesmiddelen betaalbaar blijven voor het zorgstelsel.