| Ingediend | 22 juli 2025 |
|---|---|
| Beantwoord | 19 september 2025 (na 59 dagen) |
| Indiener | Joost Eerdmans (EénNL) |
| Beantwoord door | Judith Uitermark (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (NSC) |
| Onderwerpen | bestuur cultuur en recreatie religie rijksoverheid |
| Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2025Z14848.html |
| Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20252026-16.html |
Zie bijlage voor de gevraagde informatie per ministerie.
Zie antwoord vraag 1.
Zie antwoord vraag 1.
Het principe van de scheiding van kerk en staat houdt in dat de overheid zich neutraal dient op te stellen ten aanzien van de belijdenis van godsdienst of levensovertuiging in beleid, uitvoering en toezicht. Dit volgt onder andere uit het discriminatieverbod en de vrijheid van godsdienst en betekent dat de overheid geen geloof of wijze van geloofsbelijdenis mag voortrekken en zich niet met geloofsbelijdenis of de interpretatie van religie mag bemoeien, maar ook dat religieuze organisaties geen formele positie hebben binnen de overheid. Een en ander betekent niet dat het de overheid verboden is om ruimte te maken voor de belijdenis van geloof of levensbeschouwing. Integendeel: aandacht voor pluriformiteit, bijvoorbeeld door het organiseren van betekenisvolle dagen, past binnen een democratische rechtsstaat zoals Nederland, waar een grote diversiteit bestaat aan levensbeschouwingen, opvattingen, leefstijlen en waardepatronen.
Daarnaast heeft het Rijk ook een werkgeversrol richting medewerkers. Binnen ministeries wordt vanuit die werkgeversrol op verschillende manieren aandacht besteed aan betekenisvolle dagen. Hiermee wordt onder andere gestreefd naar het bevorderen van inclusie, het vergroten van bewustzijn over het non-discriminatiebeginsel en diversiteit binnen het Rijk, en het creëren van verbinding. Ministeries en rijksonderdelen besteden aandacht aan een mix van verschillende betekenisvolle dagen, aansluitend bij het personeelsbestand en behoeften binnen de organisatie, waarbij een balans bestaat tussen verschillende thema’s. Dit gebeurt in de meeste gevallen in overleg en/of samenwerking met de medewerkers(netwerken). Welke dagen worden uitgelicht verschilt veelal van jaar tot jaar. Religieuze dagen kunnen onderdeel uitmaken van de mix aan betekenisvolle dagen in een bepaald jaar, maar religie neemt hierin expliciet geen specifieke plek in.
Deze aanpak is niet in strijd met de neutraliteit en/of onpartijdigheid van ambtenaren.
Zie antwoord vraag 4.
In een brief van 22 juli 2025 heeft het lid Eerdmans (JA21) vragen gesteld over iftars op ministeries (kenmerk 2025Z14848). Hierbij informeer ik u dat de vragen niet binnen de standaard termijn van drie weken kunnen worden beantwoord in verband met huidige recesperiode en de benodigde interdepartementale afstemming. Ik zal u de reactie zo snel mogelijk toesturen.