Ingediend | 8 juli 2025 |
---|---|
Beantwoord | 3 september 2025 (na 57 dagen) |
Indiener | Derk Boswijk (CDA) |
Beantwoord door | Caspar Veldkamp (minister sociale zaken en werkgelegenheid) (NSC) |
Onderwerpen | internationaal organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2025Z14402.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20242025-3000.html |
Ja.
De berichtgeving dat Laos op verzoek van Moskou militairen naar Rusland stuurt voor hulp bij mijnenruiming is tot op heden noch door Laos, noch door andere bronnen bevestigd. In gesprekken tussen de autoriteiten van Laos en de EU is navraag gedaan naar de kwestie. De autoriteiten aldaar ontkennen de berichten, wijzen op hun neutrale opstelling in de Russische agressieoorlog tegen Oekraïne en de ontbrekende capaciteit in Laos. Het kabinet ziet op dit moment geen aanleiding voor nader onderzoek. Mocht er nieuwe informatie naar voren komen die aanleiding geeft tot nader onderzoek, dan zal het kabinet dit in overweging nemen.
In de periode 2016–2020 heeft de EU naar schatting 5 miljoen euro bijgedragen aan humanitaire ontmijningsactiviteiten in Laos. Deze steun betrof financiering voor het United Nations Development Programme, de Laotiaanse ontmijningsinstanties en NGO’s die zich inzetten voor ontmijning in Laos, zoals UXO Lao en de Mines Advisory Group. De steun was gericht op slachtofferhulp, verwijdering van landmijnen, en risicovoorlichting over eerstehulpverlening en het veilig omgaan met landmijnen. Er is geen EU-steun aangewend voor steun aan militaire structuren.
In de periode 2012–2023 heeft Nederland in totaal 6,7 miljoen euro bijgedragen aan humanitaire ontmijningsactiviteiten in Laos. Deze steun werd uitgevoerd via een partner INGO. Met deze bijdrage zijn landmijnen geruimd, is mogelijk besmet gebied in kaart gebracht, is risicovoorlichting aan de bevolking gegeven en slachtofferhulp verleend. Ook zijn lokale autoriteiten ondersteund bij databeheer en het toezien op kwaliteitsstandaarden in relatie tot ontmijning. De financiering kwam uit ODA-middelen. Er is ook geen Nederlandse steun aangewend voor steun aan militaire structuren.
Voor zover bekend is de EU-steun altijd gericht geweest op verwijdering van landmijnen, het in kaart brengen van besmette gebieden, slachtofferhulp, en risicovoorlichting over hoe veilig om te gaan met mijnen in Laos, en zijn deze activiteiten ook altijd tot deze regio beperkt gebleven.
Het verlenen van directe of indirecte steun aan Rusland in het kader van de illegale en onrechtvaardige oorlog tegen Oekraïne is volstrekt onaanvaardbaar. Nederland onderstreept dit standpunt consequent in bilateraal en multilateraal verband, en benadrukt daarbij doorlopend dat het faciliteren van Russische agressie door derde landen duidelijke consequenties zal hebben.
Zie antwoord 2 en 5.
Conform mijn antwoord op vraag 2 en vraag 3 is (her)onderzoek van bestaande partnerschappen en steunprogramma’s met Laos op dit moment niet aan de orde. Het kabinet zal verdere berichtgeving nauwgezet blijven volgen.
Via de EU is opheldering gevraagd aan Laos. Conform mijn antwoord op vraag 2 zijn verdere diplomatieke stappen op dit moment niet aan de orde.
Indien de berichtgeving bevestigd wordt zal het kabinet zich beraden op passende maatregelen. Dit is op dit moment echter niet aan de orde, conform mijn antwoord op vraag 2.
Nederland en de Europese Unie hanteren strikte toetsingskaders om te voorkomen dat militaire of civiele trainingen aan operaties van Rusland of diens bondgenoten bijdragen. Daarnaast hanteren missies een eigen «due dilligence» beleid waarin missie-specifiek afwegingen over het delen van kennis en informatie worden gemaakt.
Nederland heeft voor veiligheidsmissies interne wegingskaders, waarbij altijd een inschatting van onbedoelde neveneffecten en afbreukrisico's bij een Nederlandse missie-bijdrage wordt gemaakt. Daarnaast is een politiek-bestuurlijke toets gebruikelijk en is er actief programma-monitoring. Ook worden financiële bijdragen bij verschillende missies via internationale non-gouvernementele organisaties gedaan, om corruptie en doorsluizing van financiële middelen tegen te gaan.