1.
Verordening (EU) 2023/1114 van het Europees parlement en de Raad van 31 mei 2023 betreffende
cryptoactivamarkten en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1093/2010 en (EU)
nr. 1095/2010 en Richtlijnen 2013/36/EU en (EU) 2019/1937.
2.
Zie Besluit van 11 december 2024 tot wijziging van het Besluit EU-ver…
3.
Rechtbank Amsterdam, 21 april 2023, ECLI:NL:RBAMS:2023:2540.
4.
Zie bijvoorbeeld de website van de Autoriteit Financiële Markten: htt…
5.
Zie bijvoorbeeld: §46i Kreditwesengesetz (Duitsland); art. L54-10-1 Code monétaire
et financier (Frankrijk); Legal Statement van de UK Jurisdiction Taskforce (November
2019), Legal Statement on Crypto-assets and Smart Contracts, bevestigd in o.a.: AA v Persons Unknown [2019] EWHC 3556 (Comm).
6.
Vergelijk T.H.D. Struycken, De numerus clausus in het goederenrecht, (diss. Nijmegen
Radboud), Deventer: Kluwer, p. 113–115, p. 487–489; M.G. van de Langemheen & Y.A.
Wehrmeijer, «Cryptovaluta: niet onaantastbaar», Bb 2022/3, p. 7–9; M. van Ingen & W. Smits, «Beslag op bitcoin: (praktisch) onmogelijk?»,
BER 2018/2, p. 20; T.J. de Graaf, «Verhaalsbeslag op bitcoins», TCR 2019/2, p. 88–94; V. Tweehuysen, «Goederenrechtelijk puzzelen met bitcoins», AA 2018/7, p. 602–610.
7.
Zie, bijvoorbeeld, Considerans 9 van Voorstel voor een Verordening van het Europees
parlement en de Raad betreffende de vaststelling van de digitale euro, COM/2023/369
def.
8.
UNIDROIT Principles for Digital Assets and Private Law(raadpleegbaar via UNIDROIT Principles on Digital Assets and Private Law) en European
Law Institute Principles on the Use of Digital Assets as Security(raadpleegbaar via ELI_Principles_on_the_Use_of_Digital_Assets_as_Security.pdf).
Vraag 1
Bent u ermee bekend dat de Europese Markets in Crypto-Assets Regulation1 (MiCAR) per 1 januari 2025 in werking is getreden, maar dat de uitvoering daarvan in Nederland problematisch is vanwege een gebrek aan flankerende wetgeving?2
Vraag 2
Hoe beoordeelt u het feit dat beleggers ingevolge artikel 70 lid 1 MiCAReigenaars zijn van cryptoactiva, maar dat Nederlands vermogensrecht eigendom van onstoffelijke goederen niet mogelijk maakt en in de Nederlandse rechtspraak is geoordeeld dat het aan de wetgever is om absolute rechten op digitale goederen mogelijk te maken?3
Vraag 3
Bent u ermee bekend dat aanbieders van cryptoactivadiensten (CASP’s) in Nederland slechts met kunstgrepen kunnen voldoen aan de Europese verplichting tot vermogensscheiding (artikel 75 lid 7 MiCAR)?4
Vraag 4
Deelt u de zorg dat Nederlandse beleggers in digitale goederen slechter worden beschermd en dat de Nederlandse financiële sector een concurrentieachterstand heeft vanwege het gebrek aan een adequate wettelijke basis voor vermogensscheiding?
Vraag 5
Deelt u de zorg dat beleggers in digitale goederen naar Nederlands recht minder goed worden beschermd dan in landen zoals België, Frankrijk en Duitsland, waar digitale goederen wel duidelijk kunnen worden gekwalificeerd, althans waar de vermogensscheiding van cryptoactiva duidelijker is geregeld?5
Vraag 6
Deelt u de zorg dat beleggers, uitgevende instellingen, banken, overige crediteuren en CASP’s in Nederland op achterstand staan omdat – bij gebreke van een duidelijke vermogensrechtelijke kwalificatie – het onduidelijk is: (1) hoe digitale goederen moeten worden overgedragen; (2) hoe zekerheid erop kan worden gevestigd; en (3) hoe beslag erop kan worden gelegd?6 Deelt u meer in het bijzonder de zorg dat deze onduidelijkheid ook leidt tot verminderde kredietverlening, omdat banken daardoor terughoudend zijn digitale goederen als zekerheid te accepteren?
Vraag 7
Welke concrete problematiek is volgens u in de praktijk reeds ontstaan, of zou kunnen ontstaan, door de huidige vermogensrechtelijke onduidelijkheid rondom digitale goederen?
Vraag 8
Bent u ermee bekend dat de Europese Centrale Bank een «digitale euro» in voorbereiding heeft en dat – na invoering daarvan – ook digitale euro's zullen moeten worden bewaard en overgedragen, en onderwerp gemaakt moeten worden van zekerheden en beslag?7
Vraag 9
Deelt u de zorg dat – bij gebreke van flankerende regelgeving als hierboven bedoeld – Nederlandse consumenten en de Nederlandse financiële sector niet optimaal zullen kunnen profiteren van de digitale euro die de Europese Centrale Bank in voorbereiding heeft? Deelt u meer in het bijzonder de zorg dat het Nederlands recht vanwege de thans bestaande, vermogensrechtelijke onduidelijkheid niet goed is toegerust voor de nabije toekomst waarin de euro ook in digitale vorm zal worden uitgegeven?
Vraag 10
Bent u bekend met de instrumenten aangenomen door UNIDROIT en het European Law Institute8, die aanwijzingen geven voor nationale wetgevers om de hierboven bedoelde vermogensrechtelijke onduidelijkheid weg te nemen? Zo ja, bent u bereid deze instrumenten als leidraad te hanteren bij de voorbereiding van flankerende wetgeving?
Kamervraag document nummer: kv-tk-2025Z13335
Volledige titel: De vermogensrechtelijke behandeling van cryptoactiva