Kamervraag 2025Z12125

Het rapport ‘State of play on the implementation of the Pact on Migration and Asylum’ van de Europese Commissie

Ingediend 13 juni 2025
Beantwoord 18 juli 2025 (na 35 dagen)
Indiener Anne-Marijke Podt (D66)
Beantwoord door David van Weel (minister , minister )
Onderwerpen migratie en integratie organisatie en beleid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2025Z12125.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20242025-2759.html
1. Europese Commissie, 11 juni 2025, «State of play on the implementation of the Pact on Migration and Asylum», EUR-Lex – 52025DC0319 – EN – EUR-Lex
  • Vraag 1
    Bent u bekend met het rapport «State of play on the implementation of the Pact on Migration and Asylum» van de Europese Commissie?1

    Ja

  • Vraag 2
    Herkent u het door de Commissie geschetste beeld dat Nederland niet voldoet aan de verwachtingen betreffende opvangcapaciteit? Met hoeveel dient de opvangcapaciteit nog te groeien?

    Het algemene beeld dat wordt geschetst is dat er aanzienlijke vooruitgang is geboekt door alle lidstaten van de Europese Unie, ook door Nederland. Per bouwsteen wijst de Commissie vervolgens op wat er goed gaat, en wat uitstaande acties en uitdagingen zijn richting de inwerkingtreding van het Pact in juni 2026.
    Nederland ligt op schema om het Pact per juni 2026 te implementeren. De Commissie benoemt dat ook in verschillende onderdelen van het rapport. De Commissie noemt wel de Nederlandse opvangcapaciteit als aandachtspunt. Dat is niet nieuw. Om de opvangproblematiek aan te pakken zet het kabinet in op meerdere sporen, waaronder een lagere instroom. Juist daarvoor biedt goede implementatie van het Pact, met name aan de buitengrenzen, handvatten.
    Het succes van het Pact zal in belangrijke mate afhankelijk zijn van de mate van implementatie door alle lidstaten. Het kabinet is daarom blij met de voortgangsrapportage van de Europese Commissie waar in het nieuwsartikel aan wordt gerefereerd. Het is goed om te weten waar de lidstaten staan in hun traject, wat er goed gaat en waar de zorgen van de Commissie zitten. Nederland dringt er ook steeds op aan dit gesprek in Europa met elkaar te voeren.

  • Vraag 3
    Hoe bent u van plan de opvangcapaciteit op te schalen en op welke termijn bent u van plan dit te bewerkstelligen, ook in het licht van de plannen om de Spreidingswet in te trekken en gemeenten die hierop reeds anticiperen?

    Het kabinet zet primair in op het inperken van de nodige opvangcapaciteit door de instroom te beperken en de uitstroom te bevorderen. Daarnaast zet het kabinet in op zo veel mogelijk realisatie van de verdeelbesluiten in het kader van de Spreidingswet. Hierin wordt nauw samengewerkt met het COA. Tevens worden mogelijkheden gecreëerd om opvangcapaciteit breder in te zetten en deze om te klappen als huisvesting voor andere doelgroepen die woonruimte nodig hebben.

  • Vraag 4
    Herkent u het door de Commissie geschetste beeld dat Nederland niet voldoet aan de verwachtingen betreffende opvangcapaciteit voor asielzoekers met speciale behoeften? Met hoeveel dient deze capaciteit te groeien?

    De Europese Commissie stelt dat de aanhoudende uitdagingen in Nederland ten aanzien van de opvang ertoe kunnen leiden dat er onvoldoende opvangcapaciteit is, met name voor kwetsbaren. Nederland werkt samen met alle ketenpartners aan voldoende reguliere opvanglocaties van goede kwaliteit, met bijbehorende voorzieningen, en het geleidelijk afbouwen van de noodopvang. De Opvangrichtlijn bevat minimumnormen voor de opvang van asielzoekers in de Europese Unie. Deze normen hebben betrekking op materiële opvangvoorzieningen, zoals huisvesting, voedsel, kleding, evenals immateriële voorzieningen zoals toegang tot gezondheidszorg, onderwijs voor minderjarige asielzoekers en toegang tot werk onder bepaalde voorwaarden. Nederland voldoet aan deze normen. Daarnaast dienen lidstaten rekening te houden met de situatie van kwetsbare personen. Er worden echter geen kwantitatieve doelstellingen voorgeschreven voor deze groep.

  • Vraag 5
    Wat is de reden dat u, in tegenstelling tot 22 andere lidstaten, nog geen noodplan bij de Commissie heeft aangeleverd?

    Nederland heeft inmiddels een noodplan ingediend bij het Europees Asielagentschap en de Europese Commissie.

  • Vraag 6
    Kunt u aangeven of en welke andere complicaties en vertragingen er zijn opgelopen in de voorbereidingen op de implementatie van het Migratiepact?

    De planning voor de implementatie van het Asiel- en Migratiepact is uiteengezet in het Nationaal Implementatie Plan (NIP) dat uw Kamer in december 2024 heeft ontvangen. Tevens heeft u recent, op 25 juni jl., een brief ontvangen waarin de voortgang van de implementatie is weergegeven. Tot nu toe is er geen aanleiding geweest om van het NIP af te wijken.

  • Vraag 7
    Deelt u de opvatting dat een zorgvuldige en volledige uitvoering van het Migratiepact naar verwachting meer effect zal hebben op de instroom dan nationale wetgeving?

    Beide trajecten zijn van belang om meer grip te krijgen op migratie. Zo is het EU-Pact onder meer van belang voor het versterken van de Europese buitengrenzen door het invoeren van een screening van vreemdelingen en een versnelde grensprocedure voor asielzoekers die afkomstig zijn uit landen met weinig perspectief op verblijf. De nationale wetgeving is onder meer van belang vanwege de noodzaak om de druk op het nationale asiel- en opvangstelsel zo snel mogelijk te verminderen.

  • Vraag 8
    Kunt u aangeven hoe u gaat voorkomen dat vertraging en gebrekkige voortgang van de Nederlandse regering leidt tot vertraging of verslechtering in de Europese uitvoering van het Migratiepact?

    De succesvolle implementatie van het Pact is afhankelijk van de gezamenlijke inzet van de lidstaten van de Europese Unie. Het is daarom van belang dat de voortgang van de implementatie inzichtelijk blijft en dat lidstaten onderling zowel successen als uitdagingen kunnen bespreken. Het kabinet waardeert daarom de voortgangsrapportages van de Europese Commissie en dat deze rapportages gehoor geven aan het verzoek van Nederland dat concrete voorbeelden van lidstaten worden benoemd. De voortgangsrapportages zullen gebruikt worden om vervolgacties en uitdagingen te blijven agenderen in de overleggen met Europese partners en tevens om uw kamer periodiek te informeren over de voortgang van de implementatie.

  • Vraag 9
    Hoe zijn de opmerkingen van de Commissie te rijmen met het positieve beeld dat door u tijdens de commissievergadering over de JBZ-Raad van 11 juni over de voortgang werd geschetst?

    Het Europese Asiel- en Migratiepact vergt ingrijpende en grootschalige wijzigingen in de huidige werkprocessen van de Nederlandse migratieketen en de implementatietermijn is kort. Nederland ligt goed op schema om binnen de termijn gereed te zijn voor het inwerkingtreden van het Pact. De Europese Commissie wijst terecht op aandachtspunten, maar erkent ook de vooruitgang die is gemaakt, zeker ook door Nederland.

  • Vraag 10
    Kunt u deze vragen elk afzonderlijk beantwoorden?

    Ja.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2025Z12125
Volledige titel: Het rapport ‘State of play on the implementation of the Pact on Migration and Asylum’ van de Europese Commissie
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20242025-2759
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Podt over het rapport ‘State of play on the implementation of the Pact on Migration and Asylum’ van de Europese Commissie