Ingediend | 21 mei 2025 |
---|---|
Beantwoord | 3 juli 2025 (na 43 dagen) |
Indiener | Luc Stultiens (GroenLinks-PvdA) |
Beantwoord door | Eppo Bruins (minister ) (NSC) |
Onderwerpen | onderwijs en wetenschap ontslag organisatie en beleid werk |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2025Z09994.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20242025-2658.html |
Ik ben bekend met het bericht. De WUR heeft de autonomie om het budget naar eigen inzicht in te zetten en deze keuzes behoren tot de verantwoordelijkheid van instellingen. Naar aanleiding van de berichtgeving is contact opgenomen met de WUR. De WUR geeft aan te moeten gaan besparen en dat hier meerdere redenen voor zijn: dalende studentenaantallen, bezuinigingen op de begrotingen van OCW en LVVN, en minder beschikbare middelen vanuit Buitenlandse Zaken voor onderwijs- en onderzoeksprojecten op het gebied van ontwikkelingssamenwerking. Overigens geeft de WUR aan dat er al sprake was van een operationeel verlies voordat er sprake was van bezuinigingen door het kabinet. Deze factoren maken dat de WUR lastige keuzes heeft moeten maken om de organisatie financieel gezond te houden.
Daarnaast is het van belang te benadrukken dat circa de helft van de € 80 miljoen bezuiniging bij de WUR betrekking heeft op het universitaire deel van de WUR. De andere helft heeft betrekking op Wageningen Research dat zich richt op toegepast onderzoek en voor een substantieel deel wordt gefinancierd door het Ministerie van LVVN. Ik begrijp dat dergelijke besluiten grote impact hebben op de WUR en diens medewerkers. Ik vertrouw erop dat instellingen hun maatregelen weloverwogen nemen.
Zoals de situatie van de WUR aantoont, is de achtergrond van de bezuinigingen divers en niet één op één te relateren aan de bezuinigingen van het kabinet. Naast bezuinigingen wordt de WUR bijvoorbeeld geconfronteerd met dalende studentenaantallen, minder inkomsten voor ontwikkelingssamenwerking en was er al sprake van een operationeel verlies.
Om hun organisatie financieel gezond te houden moeten instellingen soms ook lastige keuzes maken. Hogescholen en universiteiten hebben een hoge mate van autonomie. Het is aan de hogescholen en universiteiten zelf om keuzes te maken over de inhoud van onderwijs en onderzoek.
Het is daarom voor het ministerie niet mogelijk om specifieke uitspraken te doen over de impact en de gevolgen van de bezuiniging. Wel heb ik er vertrouwen in dat instellingen weloverwogen keuzes maken met betrekking tot het personeelsbeleid waarbij de oplossingsrichtingen ook aansluiten bij de oorzaak van de problemen.
Met de vaststelling van de begroting 2025 is er voor onderwijsinstellingen duidelijkheid gekomen over de hoogte van het beschikbare budget en de resterende bezuinigingsopgaven. Voor het zomerreces wordt naar verwachting de eerste suppletoire begroting 2025 vastgesteld. Instellingen zijn vervolgens zelf verantwoordelijk voor de aanwending van het beschikbare budget ten behoeve van onderwijs en onderzoek.
Dankzij interne waarborgen, zoals de Raad van Toezicht en medezeggenschap, heb ik er vertrouwen in dat de WUR, maar ook andere instellingen, op een zorgvuldige wijze keuzes zullen maken ten aanzien van hun onderzoek en onderwijsaanbod. Ook vertrouw ik erop dat keuzes ten aanzien van het personeelsbeleid in lijn zijn met wet- en regelgeving en arbeidsrechtelijke afspraken.
Met het oog op de dalende studentenaantallen onderschrijf ik overigens het belang van een stabiele en voorspelbare financiering voor de instellingen. De komende periode wordt daarom gewerkt aan een brede verkenning naar de bekostigingssystematiek. Daarnaast krijgen instellingen via de Rijksbijdragebrieven ook meerjarig een doorkijk op de hoogte van de bekostiging en de bezuinigingsopgaven.
De universiteit geeft aan in eerste instantie te bezuinigen op de indirecte kosten en de ondersteunende organisatie. Daarnaast heeft de instelling ook aangegeven dat de bezuinigingen op een later moment ook het primaire proces zullen raken. Ik begrijp dat dergelijke besluiten grote impact hebben op de WUR, diens medewerkers en de directe omgeving.
Het is voor het ministerie niet mogelijk om uitspraken te doen over de gevolgen van specifiek de bezuinigingen op het Wageningse onderwijs- en onderzoekklimaat en de lokale en regionale economie. Zoals ook eerder aangegeven vertrouw ik er op dat de WUR weloverwogen keuzes maakt ten aanzien van hun onderzoek en onderwijsaanbod.
Het kabinet heeft deze keuzes gemaakt om de overheidsfinanciën gezond te houden. Hiermee wordt het ook mogelijk gemaakt dat in andere maatschappelijke doelen geïnvesteerd kan worden en is er ruimte gekomen voor lastenverlichting. De door het kabinet gemaakte keuzes zijn uitgebreid besproken met en geamendeerd door uw Kamer tijdens de begrotingsbehandeling van mijn departement. Met de vaststelling van de begroting 2025 is dit proces afgerond.
Op 21 mei 2025 heeft het lid Stultiens (GroenLinks-PvdA) schriftelijke vragen gesteld over Het schrappen van 130 tot 180 banen bij Wageningen Universiteit. Tot mijn spijt is beantwoording binnen de gestelde termijn niet mogelijk, omdat de benodigde afstemming meer tijd kost. Ik zal de vragen binnen de daarvoor geldende termijn van 6 weken beantwoorden.