Ingediend | 12 mei 2025 |
---|---|
Beantwoord | 8 juli 2025 (na 57 dagen) |
Indieners | Arend Kisteman (VVD), Rosemarijn Dral (VVD), Bart Bikkers (VVD) |
Beantwoord door | Struycken , Dirk Beljaarts , Nobel |
Onderwerpen | economie ondernemen |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2025Z08993.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20242025-2686.html |
Ja.
Het voorkomen van financiële problemen bij ondernemers en het eerder bereiken van ondernemers met geldzorgen draagt bij aan een beter welbevinden van de ondernemers en daarmee potentieel ook aan het voorkomen van verslavingsproblematiek. Het Ministerie van EZ draagt hieraan bij middels o.a. het Geldboek voor Ondernemers, het Zwaar weer programma van de Kamer van Koophandel en de inzet en support van Ondernemersklankbord. Ook werken de Ministeries van EZ, SZW en de Belastingdienst samen met Geldfit Zakelijk, om ondernemers te attenderen op deze en andere hulproutes bij geldzorgen, waaronder gemeentelijke schuldhulp en initiatieven zoals Over Rood.
Hierdoor worden ondernemers met (corona-)schulden eerder bereikt, voorgelicht over en toegeleid naar de voor hen passende (hulp-)mogelijkheden om zodoende financiële stress te voorkomen. Het is aannemelijk dat dit ook kan bijdragen aan het voorkomen of verhelpen van daarmee samenhangende andere psychsociale problematiek
Het gesprek met Ondernemer Centraal staat gepland op 9 juli aanstaande.
Het is belangrijk om oog te hebben voor de financiële situatie van ondernemers. De schuldenproblematiek van ondernemers en (ex-)ondernemers en voorlichting over de beschikbare mogelijkheden heeft mijn continue aandacht. Zie ook mijn antwoord onder vraag 2.5.
Er zijn geen signalen dat reguliere verslavingszorginstellingen of overheidsinstanties onvoldoende geëquipeerd zijn om ondernemers met verslavingsproblematiek te ondersteunen.
De reguliere verslavingszorg richt zich op de individuele cliënt en diens persoonlijke omstandigheden, waarbij de beroepsgroep – zoals het ondernemerschap – niet op voorhand een bepalende factor is voor de inrichting van het behandeltraject.
Gemeenten geven aan dat het vaak gaat om complexe, meervoudige problematiek, die vraagt om integrale ondersteuning en nauwe samenwerking binnen de keten. Gemeenten werken daarbij samen met andere organisaties, zoals verslavingszorg. In de gemeentelijke praktijk wordt gewerkt aan begeleidingstrajecten voor ondernemers, waaronder omscholing om uit risicovolle omgevingen te stappen. Daarnaast is tijdelijke toegang tot de regeling Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz) mogelijk als ondersteunende maatregel richting herstel. Afhankelijk van de aard van de verslaving worden ondernemers doorgeleid naar passende vormen van hulp, van budgetcoaching tot specialistische verslavingszorg.
Zie het antwoord op vraag 8
Zie het antwoord op vraag 8
Verslavingsproblematiek specifiek onder ondernemers wordt op dit moment niet apart geregistreerd. Om die reden zijn er geen cijfers beschikbaar over de omvang van verslaving onder ondernemers. Verslavingsinstellingen registreren in de regel namelijk geen beroepsgroepen, waardoor uitspraken over trends per sector of bedrijfsomvang niet mogelijk zijn. Wel komen uit navraag via de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) signalen naar voren dat gemeenten toenemend verslavingsproblematiek onder bepaalde groepen ondernemers zien. VNG geeft aan dat een grote gemeente in het noorden van het land melding maakt van verslavingsproblematiek bij specifieke beroepsgroepen, zoals stukadoors en stellingbouwers en dat in het oosten van het land verslaving steeds vaker naar voren komt bij levensvatbaarheidsonderzoeken bij ondernemers met schulden. Hoewel signalen van een toename onder ondernemers dus uit de praktijk naar voren komen, zijn er geen landelijke cijfers beschikbaar om een substantiële toename in absolute zin te bevestigen.
Er is een algemene toename zichtbaar in het aantal mensen dat zich meldt bij de verslavingszorg. Volgens gegevens uit het Landelijk Alcohol en Drugs Informatie Systeem (LADIS) steeg het aantal cliënten in behandeling in 2023 tot ruim 65.000, ten opzichte van ongeveer 61.000 in 2022. Alcoholverslaving blijft het meest voorkomende probleem (45%), met name bij ouderen, gevolgd door cannabisgebruik onder jongeren (41%). Daarnaast is er sprake van een hernieuwde stijging in gokverslaving, met name online, en toenemende problematiek met meerdere middelen zoals cocaïne, amfetamine, ecstasy, GHB, ketamine en 3-MMC. Naar verwachting worden eind juni nieuwe cijfers van het LADIS gepubliceerd.
Voor verslavingsproblematiek onder ondernemers zijn geen specifieke oorzaken vastgesteld, mede omdat verslaving onder ondernemers niet afzonderlijk wordt geregistreerd. In algemene zin geldt dat verslaving een complex en individueel bepaald proces is, waarbij biologische, psychologische en sociale factoren samenkomen.
Zie het antwoord op vraag 8
Elke verslaving is er één te veel. De aanpak van verslaving is niet alleen van belang voor ondernemers, maar ook voor niet-ondernemers. Daarbij is ook aandacht nodig voor het doorbreken van het taboe op verslaving onder ondernemers en het verbeteren van de toegankelijkheid van zorg.
Verschillende ministeries treffen al maatregelen om bepaalde typen verslavingen in te dammen, zoals het aanpakken van alcohol- en drugsgebruik. Op het terrein van (online) kansspelen heeft de Staatssecretaris Rechtsbescherming op 14 februari 2025 een nieuwe visie met uw Kamer gedeeld waarin de bescherming van mensen tegen de risico’s van kansspelen centraal staat.2 In dat kader zal er meer worden ingezet op het informeren van kwetsbare groepen, het creëren van bewustwording over de relatie tussen gokken en schulden en verslaving en passende hulp en ondersteuning. Naar aanleiding van het bericht in het Financieel Dagblad is de Kansspelautoriteit (Ksa) – de toezichthouder op de legale kansspelsector – in gesprek met het Instituut van Midden- en Kleinbedrijf (IMK) om te bezien of en hoe gokschade onder ondernemers beter kan worden tegengegaan. Daarnaast bestaat het Loket Kansspel3 waar mensen terecht kunnen voor hulp en begeleiding bij gokproblemen. Ook ondernemers kunnen hier terecht. Bij Geldfit is ook specifiek aandacht voor gokproblematiek.
Gemeenten hebben een wettelijke taak om schuldhulp aan te bieden aan natuurlijke personen. Dit betreft zowel particulieren als zzp’ers en veel kleine ondernemers. Daarnaast zijn gemeenten verplicht om samen met vaste lastenpartners – zoals verhuurders, zorgverzekeraars, energiebedrijven en waterbedrijven – betalingsachterstanden te signaleren en hulp aan te bieden bij het oplossen ervan.
Vroegsignalering en een tijdige aanpak van financiële problemen kan stress bij ondernemers verlagen en zodoende bijdragen aan het voorkomen of verminderen van verslavingsproblematiek. Zoals toegelicht in het antwoord op vraag 5, betreft het hier vaak complexe, meervoudige problematiek waarbij een integrale benadering noodzakelijk is. Gemeenten zijn wettelijk verplicht schuldhulpverlening aan te bieden aan natuurlijke personen, waaronder zzp’ers en kleine ondernemers. Om hen tijdig te ondersteunen bij (dreigende) financiële problemen, werken gemeenten samen met verschillende ketenpartners – zoals verslavingszorginstellingen, verhuurders, zorgverzekeraars en vaste lastenpartners – om passende hulp te bieden. Deze hulp kan variëren van budgetcoaching tot specialistische behandeling.
Vrijwel elke gemeente biedt op de een of andere manier ondersteuning aan ondernemers met geldzorgen. Een aantal grotere gemeenten heeft hiervoor actief beleid ontwikkeld:
Onderdeel van de bredere aanpak schuldhulpverlening. Biedt begeleiding aan ondernemers met financiële problemen via onder andere de Gemeentelijke Kredietbank (GKA) en het ONL Loket voor Zelfstandigen. Gericht op schuldhulp, herstart of bedrijfsbeëindiging.
Het Regionaal Bureau Zelfstandigen (RBZ) helpt ondernemers met geldproblemen. Ze bieden onder andere de BBZ-regeling (Besluit bijstandsverlening zelfstandigen), coaching en schuldhulp.
Een speciaal loket voor zelfstandige ondernemers met financiële zorgen. Biedt advies, ondersteuning bij schulden, inkomensondersteuning en trainingen.
Gericht op het versterken van de financiële zelfredzaamheid van ondernemers. Er is ondersteuning beschikbaar bij schulden, evenals coaching en netwerkactiviteiten.
Biedt gespecialiseerde schuldhulpverlening aan ondernemers, werkt met ondernemerscoaches en biedt trajecten op basis van de BBZ-regeling.
Naast gemeenten zijn er diverse landelijke en regionale organisaties die ondernemers met (dreigende) geldzorgen ondersteunen, zoals:
Gemeenten moeten integrale schuldhulpverlening aanbieden. Dat houdt in dat zij kijken wat de onderliggende oorzaken van schulden zijn en of, en zo, ja hoe deze opgelost kunnen worden. Alleen integrale hulpverlening zal tot een duurzame oplossing kunnen leiden. Dat betekent overigens niet dat zij zelf over alle benodigde expertise hoeven te beschikken. Zoals ook genoemd in het antwoord op vraag 5 werken gemeenten samen met andere organisaties, zoals verslavingszorg. Gezamenlijk beschikken zij over de expertise die nodig is om de verslaving en financiële zorgen aan te pakken. Gemeenten zetten professionele organisaties in voor schuldhulpverlening aan ondernemers indien zij zelf niet of onvoldoende over deze vorm van schuldhulpverlening beschikken. Verder ontvangt de VNG subsidie om gemeenten te ondersteunen om de dienstverlening aan ondernemers met schulden beter vorm te geven. Hiervoor heeft de VNG ook het spoor voor de ondernemer op de Routekaart Financiële Zorgen ontwikkeld.4
Ja. Ik ga samen met gemeenten, brancheorganisaties en zorgpartijen verkennen of, en zo ja, hoe de ondersteuning van ondernemers met meervoudige problematiek structureel versterkt kan worden. We willen daarbij ook lessen trekken uit bestaande praktijkvoorbeelden, zoals Geldfit Zakelijk, Ondernemersklankbord en Ondernemer Centraal. Deze verkenning vindt plaats in samenspraak met collega’s van andere ministeries, gezien de samenhang tussen sociaal beleid, zorg, economische zelfstandigheid en armoede- en schuldenaanpak. Een interdepartementale benadering is daarbij essentieel om passende, integrale ondersteuning te kunnen bieden.