Ingediend | 18 april 2025 |
---|---|
Beantwoord | 29 augustus 2025 (na 133 dagen) |
Indiener | Emiel van Dijk (PVV) |
Beantwoord door | David van Weel (minister , minister ) |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2025Z07899.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20242025-2939.html |
Ja.
Het embleem dat te zien is op de foto van het twitterbericht bevat inderdaad de Arabische tekst «Harakat Hamas». Dit is een verwijzing naar de terroristische organisatie Hamas. Zoals opgenomen in het regeerprogramma, is het kabinet voornemens het openlijk betuigen van steun aan terroristische organisatie en het verheerlijken van terrorisme strafbaar te stellen, beide met een hoog strafmaximum. Het wetsvoorstel waarin beide strafbaarstellingen worden opgenomen ligt op dit moment ter internetconsultatie tot medio augustus.
Zie antwoord vraag 2.
Zie antwoord vraag 2.
Het is primair de taak van het Openbaar Ministerie om strafbare feiten te onderzoeken en verdachten te vervolgen. Daarna is aan de rechter om per zaak de afweging te maken wat een gepaste straf is, die recht doet aan het gepleegde feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.
Het is aan de overheid om waar mogelijk te faciliteren dat een demonstratie kan plaatsvinden op de plek waar, het tijdstip wanneer of de wijze waarop demonstranten zelf willen demonstreren. De Wet Openbare Manifestaties biedt hiervoor duidelijke kaders. Het is aan het lokaal gezag om hier afwegingen over te maken.
Meer in het algemeen acht ik het zeer onwenselijk dat demonstraties tezamen gaan met wanordelijkheden, gevaarzettend handelen en het overtreden van wet- en regelgeving. Het demonstratierecht mag dan ook geen vrijbrief zijn voor het doelbewust, stelselmatig overtreden van wet- en regelgeving noch voor bewust ontwrichtende acties.
Het kabinet heeft de Taskforce Bestrijding Antisemitisme gevraagd om, met betrokken partijen, te komen tot een perspectief om te handelen indien dat noodzakelijk is vanwege de veiligheid of bij antisemitische uitingen, met inachtneming van het demonstratierecht. Daarnaast is het kabinet voornemens het openlijk betuigen van steun aan terroristische organisatie en het verheerlijken van terrorisme strafbaar te stellen, beide met een hoog strafmaximum. Het wetsvoorstel waarin beide strafbaarstellingen worden opgenomen ligt op dit moment ter internetconsultatie tot medio augustus.
Het kabinet heeft met afschuw gekeken naar de geweldsincidenten die plaatsvonden in Amsterdam in de nacht van 7 op 8 november 2024. Omdat er in Nederland onder geen beding ruimte mag zijn voor antisemitisme, heeft het kabinet de strategie bestrijding antisemitisme opgesteld, die op 22 november 2024 naar uw Kamer is verzonden.4 Daarbij trekt het kabinet 4,5 miljoen euro per jaar uit voor de bestrijding van antisemitisme. Met dit geld wordt een breed pakket van maatregelen gefinancierd om antisemitisme te bestrijden op alle terreinen waar het zich voordoet. Op 4 juli jl. heeft uw Kamer een voortgangsbrief ontvangen over de stand van zaken van deze maatregelen.
Omdat deze vraag over een individuele casus gaat, kan ik hier slechts in algemene zin op ingaan.
Intrekking van Nederlanderschap kan op basis van de Rijkswet op het Nederlanderschap, bijvoorbeeld op grond van artikel 14 tweede lid indien een persoon onherroepelijk is veroordeeld voor een terroristisch misdrijf. Intrekking is niet bij elk misdrijf mogelijk. Dit kan slechts bij onherroepelijke veroordeling wegens een misdrijf zoals genoemd in artikel 14 van de Rijkswet op het Nederlanderschap. Tevens kan het Nederlanderschap alleen worden ingetrokken als de persoon daardoor niet staatloos wordt.
Als een vreemdeling een strafbaar feit heeft gepleegd, wordt aan de hand van de «glijdende schaal» beoordeeld of dit consequenties heeft voor zijn verblijfsrecht in Nederland. Hoe langer de vreemdeling rechtmatig in Nederland verblijft, hoe zwaarder de straf moet zijn om tot beëindiging van het verblijfsrecht over te kunnen gaan. Bij weigering of intrekking van een verblijfsstatus dient sprake te zijn van een (onherroepelijke) veroordeling voor een voldoende ernstig misdrijf of een ambtsbericht «gevaar nationale veiligheid» van de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten. Bij de beoordeling of een verblijfsvergunning moeten worden geweigerd of ingetrokken, worden ook de individuele omstandigheden van het geval getoetst aan Europese regelgeving en internationale verdragen, bijvoorbeeld artikel 3 EVRM en/of artikel 8 EVRM.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van de leden Emiel van Dijk en Wilders (beiden PVV), van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de schriftelijke vragen van 18 april 2025 (2025Z07899) over Mohammed B. (ingezonden 30 juli 2025) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Emiel van Dijk (PVV), van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht dat Mohammed B. weer op vrije voeten is en aanwezig was bij een Sit-in (ingezonden 18 april 2025) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.