Ingediend | 15 januari 2025 |
---|---|
Beantwoord | 20 februari 2025 (na 36 dagen) |
Indiener | Tom van der Lee (GL) |
Beantwoord door | Beljaarts , Eelco Heinen (VVD) |
Onderwerpen | financiën organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2025Z00394.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20242025-1370.html |
Ja.
Accountantsorganisaties, waaronder de vier grootste accountantsorganjsaties die organisaties van openbaar belang mogen controleren, ook wel bekend als de «big four», moeten zich aan de voorschriften van de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) houden. De klacht die bij de Europese Commissie is ingediend, gaat over vermeende concurrentievervalsing door de Big Four. Toezichthouder ACM vond geen aanwijzingen voor verboden concurrentiebeperkende gedragingen door de Big Four.
De mededingingsregels dragen bij aan een gelijk speelveld voor alle accountantsorganisaties. Voor het overtreden daarvan heeft de ACM geen aanwijzingen gevonden. Overigens zie ik wel dat de vier grootste accountantsorganisaties gezamenlijk een aanzienlijk marktaandeel en economische machtspositie hebben op de markt voor accountancy in Nederland. Een gezamenlijke economische machtspositie is echter niet verboden. Dit zou pas het geval zijn als deze ondernemingen misbruik zouden maken van die economische machtspositie. Hier zijn op dit moment geen aanwijzingen voor. Zie verder het antwoord op vraag 5.
Ja.
In haar brief schrijft de Europese Commissie dat de inhoud van de klacht een Nederlandse aangelegenheid betreft en dat de Nederlandse autoriteiten goed in staat zijn te beoordelen of hier sprake is van een mogelijke inbreuk op de Europeesrechtelijke mededingingsregels.
De betrokken Nederlandse bestuurlijke en rechterlijke instanties hebben zich recent uitgesproken over de vraag of er voldoende aanknopingspunten zijn om een onderzoek naar een inbreuk op de artikelen 101 en 102 van het EU-Werkingsverdrag te starten. De OvRAN had bij de Autoriteit Consument en Markt (ACM) een handhavingsverzoek ingediend tegen de NBA en de «big four» wegens overtreding van de Mededingingswet. De ACM heeft het verzoek afgewezen, omdat uit eigen onderzoek geen aanwijzingen naar voren kwamen van (verboden) concurrentiebeperkende gedragingen door deze accountantsorganisaties. De rechtbank en het College van Beroep voor het bedrijfsleven hebben het (hoger) beroep van de OvRAN tegen dit besluit van de ACM ongegrond verklaard. 3 Ik zie daarom geen reden om verdere actie te ondernemen.
Aan de nota naar aanleiding van het verslag wordt momenteel de laatste hand gelegd. Ik verwacht deze binnen afzienbare tijd aan de Tweede Kamer te kunnen toesturen.