Kamervraag 2024Z00008

Het bericht 'Mijn kinderen voelen zich door mij in de steek gelaten, mijn dochter gelooft niet dat een asielaanvraag zo lang kan duren'

Ingediend 2 januari 2024
Beantwoord 25 januari 2024 (na 23 dagen)
Indiener Anne-Marijke Podt (D66)
Beantwoord door Eric van der Burg (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD)
Onderwerpen immigratie migratie en integratie
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2024Z00008.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20232024-871.html
  • Vraag 1
    Hoeveel Palestijnse asielaanvragers worden geraakt door het moratorium, inclusief staatloze Palestijnen en Palestijnen van wie de nationaliteit onbekend is?1

    Het is niet mogelijk om betrouwbare cijfers te genereren ten aanzien van instroom en terugkeer van (staatloze) Palestijnen uit de Palestijnse Gebieden. De cijfers zijn niet nader te specificeren op Palestijnen, omdat de Palestijnse nationaliteit niet wordt erkend en vreemdelingen dus niet als zodanig kunnen worden geregistreerd. Daarnaast geldt dat (staatloze) Palestijnen verschillende landen van gebruikelijke verblijfplaats kunnen hebben.
    Of iemand onder de werking van het besluit- en vertrekmoratorium valt, blijkt aan de hand van de individuele dossiers, en bij nieuwe asielaanvragen komt dit naar voren bij het aanmeldgehoor. In het aanmeldgehoor wordt aandacht besteed aan de gestelde herkomst van de Palestijnse vreemdeling. Aan de hand daarvan wordt beoordeeld of een persoon onder de werking van het moratorium valt.

  • Vraag 2
    Bent u het ermee eens dat, gezien de recente uitlatingen van de Israëlische regering, het noodzakelijk is het beleid ten aanzien van asielverzoeken van Palestijnen te herzien, omdat de situatie in Gaza waarschijnlijk nog lang duurt, terwijl gezinsleden in groot gevaar verkeren?

    Zoals ook aangegeven in mijn brief van 19 december jl.2 wordt een besluit- en vertrekmoratorium afgekondigd wanneer er naar verwachting voor een korte periode onzekerheid bestaat over de situatie in een land van herkomst en op grond daarvan redelijkerwijs niet kan worden beslist op aanvragen van vreemdelingen die daar vandaan komen.
    Een dergelijke situatie doet zich momenteel voor in de Palestijnse gebieden. Het is op dit moment nog te vroeg om definitieve conclusies te verbinden aan de implicaties die de situatie aldaar heeft voor verzoeken om internationale bescherming. Het is immers niet mogelijk om op grond van de huidige onzekere en veranderlijke situatie te komen tot bestendig beleid. Uiteraard wordt de situatie in de Palestijnse Gebieden tussentijds gemonitord. Indien daartoe aanleiding bestaat kan dan ook bezien worden of het moratorium voortijdig beëindigd kan worden.

  • Vraag 3
    Bent u bereid om, in elk geval in die gevallen waarbij mensen afhankelijk zijn van een snel besluit, zoals in het geval van gezinsleden in de Palestijnse gebieden en in die gevallen waarbij het asielverzoek losstaat van Israëlische aanvallen op Gaza en de West Bank en geweld van kolonisten, deze verzoeken met voorrang te behandelen?

    Het besluit- en vertrekmoratorium is afgekondigd omdat er op dit moment onvoldoende duidelijkheid bestaat over de situatie in de Palestijnse Gebieden om een zorgvuldige beoordeling te kunnen maken voor verzoeken om internationale bescherming. Zoals aangegeven in mijn antwoord op vraag 2 is het namelijk niet mogelijk om op grond van de huidige onzekere en veranderlijke situatie te komen tot bestendig beleid. Dit heeft tot gevolg dat er dus ook in de gevallen die u noemt geen weloverwogen besluitvorming kan plaatsvinden omtrent de betreffende aanvragen.
    Hierop zijn wel enkele uitzonderingen. In zaken die ouder zijn dan 21 maanden en waarin dus de maximale beslistermijn is overschreden zal een besluit genomen moeten worden. Daarnaast kan de IND beslissen in zaken van (staatloze) Palestijnen die onder het mandaat van de UNWRA vallen, waarin – op het moment dat het besluit- en vertrekmoratorium werd ingesteld – reeds een nader gehoor was afgenomen en die op grond van artikel 1D positief beslist kunnen worden.3 Het moet hierbij gaan om zaken waarbij de (staatloze) Palestijn de Palestijnse Gebieden voor 7 oktober jl. heeft verlaten.

  • Vraag 4
    Bent u bereid om het beleid voor verzoeken van Palestijnen meer te laten aansluiten bij dat van asielverzoeken uit Syrië en Yemen, waarbij het ook altijd mogelijk is een vergunning in te trekken als de veiligheidssituatie in het land van herkomst verbetert?

    Het is op basis van Europese regelgeving mogelijk om een asielvergunning in te trekken indien de grond waarop deze is verleend komt te vervallen. In relatie tot vergunningen die zijn verleend vanwege de algemene veiligheidssituatie in een bepaald land betekent dit inderdaad dat een vergunning ingetrokken kan worden indien de veiligheidssituatie duurzaam en bestendig is verbeterd.
    Echter, kunnen er op dit moment zoals reeds aangegeven in mijn antwoord op vraag 2 geen bestendige beleidsmatige conclusies verbonden worden aan de situatie in de Palestijnse Gebieden. Het is daarmee op dit moment niet mogelijk om zorgvuldig te beoordelen of eenieder die afkomstig is uit de Palestijnse Gebieden vanwege de veiligheidssituatie aldaar internationale bescherming behoeft dan wel of een reeds verleende vergunning ingetrokken kan worden.

  • Vraag 5
    Indien het antwoord op vraag 3 en 4 ontkennend is, bent u bereid binnen drie maanden dit beleid opnieuw te bezien (via een brief aan de Kamer) op basis van de dan actuele situatie in Gaza en de West Bank?

    De situatie in de Palestijnse Gebieden wordt tussentijds nauwgezet gemonitord. Indien daartoe aanleiding bestaat kan bezien worden of het moratorium voortijdig beëindigd kan worden. Uw Kamer zal in ieder geval uiterlijk binnen zes maanden geïnformeerd worden over het verlengen dan wel vervallen van het besluit- en vertrekmoratorium. Indien de situatie over drie maanden voldoende uitgekristalliseerd is zal uw Kamer uiteraard reeds dan geïnformeerd worden. Dit kan ik op dit moment echter nog niet met volledige zekerheid toezeggen.

  • Vraag 6
    Bent u, gezien de actualiteit, bereid deze vragen snel te behandelen?

    Ja.

  • Mededeling - 23 januari 2024

    Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Podt (D66), van uw Kamer aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het bericht «Mijn kinderen voelen zich door mij in de steek gelaten, mijn dochter gelooft niet dat een asielaanvraag zo lang kan duren» (ingezonden 2 januari 2024) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2024Z00008
Volledige titel: Het bericht 'Mijn kinderen voelen zich door mij in de steek gelaten, mijn dochter gelooft niet dat een asielaanvraag zo lang kan duren'
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20232024-871
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Podt over het bericht 'Mijn kinderen voelen zich door mij in de steek gelaten, mijn dochter gelooft niet dat een asielaanvraag zo lang kan duren'