| Ingediend | 7 februari 2023 |
|---|---|
| Beantwoord | 21 maart 2023 (na 42 dagen) |
| Indiener | Dilan Yeşilgöz-Zegerius (minister justitie en veiligheid) (VVD) |
| Beantwoord door | Dilan Yeşilgöz-Zegerius (minister justitie en veiligheid) (VVD), Gunay Uslu (staatssecretaris onderwijs, cultuur en wetenschap) (D66) |
| Onderwerpen | criminaliteit openbare orde en veiligheid |
| Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z02003.html |
| Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-1952.html |
Ja.
Ik vind de berichtgeving over de doodsbedreigingen aan het adres van Pim Lammers en andere schrijvers en kunstenaars die voor hem en daarmee voor de artistieke vrijheid opkomen zeer zorgwekkend en ronduit onacceptabel.
Ik deel de mening van de vraagstellers dat kunstenaars in staat moeten zijn om op het scherpst van de snede maatschappijkritisch werk te kunnen maken. De artistieke en literaire vrijheid van schrijvers, dichters, kunstenaars of welke groep dan ook is een groot goed. Dit moet gerespecteerd worden, ongeacht hoe je hun werk interpreteert of wat je ervan vindt. Agressie en geweld, ook online, vind ik onaanvaardbaar. Het feit dat personen of groepen aanstoot kunnen nemen aan de inhoud van een publicatie, vormt geen reden om publicaties of schrijvers te weren.
Het is niet bekend of er meer gevallen zijn (geweest) waarbij kunstenaars of schrijvers naar aanleiding van bedreigingen opdrachten hebben geweigerd of zich hebben teruggetrokken uit reeds aangenomen opdrachten. Hier is geen onderzoek naar gedaan.
Bedreiging is strafbaar gesteld in het Wetboek van Strafrecht en kent een strafdreiging van drie jaren of een geldboete van de vierde categorie. Bij bedreiging kan aangifte worden gedaan en is het aan het Openbaar Ministerie – en indien het zover komt aan de rechter – om te beoordelen of de handeling of uiting binnen het strafrechtelijk kader valt. Op grond van de Aanwijzing kader voor strafvordering meerderjarigen (2019A003) wordt de strafeis met 200% verhoogd bij delicten van agressie en geweld tegen journalisten. Hieronder worden ook schrijvers begrepen die op gestructureerde en regelmatige wijze een substantiële bijdrage levert aan het publieke debat en de informerende en controlerende functie van de media. Bij bedreiging van deze groep schrijvers wordt daarnaast de op het feit gestelde gevangenisstraf met een derde verhoogd (artikel 285, vijfde lid van het Wetboek van Strafrecht).
In 2019 is PersVeilig opgericht op initiatief van de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ), het Genootschap van Hoofdredacteuren, het Openbaar Ministerie (OM) en de politie. Het doel van PersVeilig is het versterken van de positie van journalisten tegen agressie en geweld door middel van preventie en weerbaarheid. In de sfeer van preventie moet gedacht worden aan trainingen, kennisdeling en ondersteuning. Zo kunnen journalisten die te maken krijgen met agressie en geweld incidenten melden op www.persveilig.nl. Freelancers kunnen op het vlak van preventie speciale ondersteuning krijgen middels een flexibel beschermingspakket. Wanneer schrijvers een substantiële bijdrage leveren aan het publieke debat, vallen zij ook onder de doelgroep van PersVeilig.
Verder verwijs ik ook naar het antwoord op vraag 5, waarin een verkenning wordt aangekondigd om meer zicht te krijgen in de behoeften van de sector.
Ik vind het belangrijk dat schrijvers en kunstenaars gebruik kunnen blijven maken van hun artistieke vrijheden. Ik sta er dan ook positief tegenover om te verkennen hoe we deze vrijheden op een zo goed mogelijke wijze kunnen beschermen.
Ik vind PersVeilig en andere initiatieven uit de sector die zich inzetten voor een beroepsgroep erg waardevol. Het is daarnaast ook van belang inzicht te krijgen in de ervaringen van schrijvers en kunstenaars wanneer het gaat om geweld en agressie, en in de behoeften uit de sector.
Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zal de komende tijd in gesprek gaan met de sector en PersVeilig, onder andere om te verkennen hoe dit onderwerp speelt binnen deze beroepsgroepen en op welke wijze deze beroepsgroep het beste beschermd kan worden.
Zoals ik ook in mijn antwoord bij vraag 5 heb aangegeven, is het van belang inzicht te krijgen in de ervaringen van schrijvers en kunstenaars wanneer het gaat om geweld en agressie, en in de behoeften uit de sector.
Het Ministerie van OCW zal hiervoor de komende tijd in gesprek gaan met de sector en PersVeilig en uw Kamer daarover informeren.
Hierbij deel ik u, mede namens de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mede dat de schriftelijke vragen van het lid Wuite (D66), van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de bedreigingen van schrijver Pim Lammers (ingezonden 7 februari 2023) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.