Kamervraag 2023Z01002

Het bericht ‘UvA neemt afstand van uitspraak docent over ‘het verschijnsel non-binair’

Ingediend 25 januari 2023
Beantwoord 20 februari 2023 (na 26 dagen)
Indiener Harm Beertema (PVV)
Beantwoord door Robbert Dijkgraaf (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (D66)
Onderwerpen hoger onderwijs onderwijs en wetenschap
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z01002.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-1609.html
  • Vraag 1
    Bent u bekend met het bericht «UvA neemt afstand van uitspraak docent over «het verschijnsel non-binair»»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Deelt u de opvatting dat sociaal wetenschapper Laurens Buijs als Universiteit van Amsterdam (UvA)-docent het recht heeft om de wokecultuur binnen de universiteit te bekritiseren als hij vaststelt dat volwassen wetenschappelijke argumentatie door die wokecultuur dreigt plaats te moeten maken voor ideologische argumenten, die betrekking hebben op gevoelens van onveiligheid en het schenden van «safe spaces»? Zo nee, waarom niet?

    Elke medewerker van een universiteit heeft het recht om de cultuur van de organisatie te bekritiseren. Dit geldt ook voor de heer Buijs.

  • Vraag 3
    Vindt u dat de betrokken opleidingsdirecteur van Interdisciplinaire sociale wetenschap (ISW) aan de UvA de wetenschappelijke standaarden uit het oog heeft verloren en zich heeft laten leiden door ideologische argumenten door nadrukkelijk afstand te nemen van de uitspraken van Laurens Buijs? Zo nee, waarom niet?

    Die mening deel ik niet. Ik hecht eraan dat de universiteit een veilige leer- en werkomgeving biedt waarin iedereen zich thuis voelt en zich kan ontplooien en waar een diversiteit aan perspectieven betrokken en overwogen wordt. Studenten en docenten moeten zichzelf kunnen zijn. Dat geldt dus ook voor transgender personen, waaronder non-binaire studenten en docenten. In een brief aan studenten schrijft de betrokken opleidingsdirecteur dat docenten, bestuurders en ondersteunende staf afstand nemen van de oordelen en uitingen van de heer Buijs over non-binariteit. Daarmee draagt de opleidingsdirecteur uit dat iedereen welkom is bij de opleiding en op respect kan rekenen, en dat een opvatting van een van de medewerkers geen uitdrukking is van het beleid van de organisatie.

  • Vraag 4
    Bent u het ermee eens dat de opleidingsdirecteur van ISW aan de UvA de zorgen van Laurens Buijs over het gebrek aan debat en de dominantie van de wokecultuur juist heeft bevestigd door in haar brief aan de studenten te bevestigen dat hij zich schuldig zou hebben gemaakt aan discriminatie, microagressie en het schenden van de safe space van studenten, waar dat op geen enkele wijze het geval is? Zo nee, waarom niet?

    Die mening deel ik niet. De opleidingsdirecteur heeft het beleid van de organisatie verduidelijkt. De opleidingsdirecteur draagt uit dat iedereen welkom is bij de opleiding en op respect kan rekenen, en dat een opvatting van een van de medewerkers geen uitdrukking is van het beleid van de organisatie. Uit de berichtgeving maak ik niet op dat de opleidingsdirecteur de docent heeft beticht van discriminatie, microagressie en het schenden van de safe space van studenten.

  • Vraag 5
    Deelt u de mening dat het zwaarder laten wegen van de zogeheten sociale veiligheid van studenten haaks staat op het recht van docenten van de UvA om zonder consequenties en ruggespraak vrijelijk te kunnen publiceren in een journalistiek medium van en voor studenten, docenten en medewerkers van de UvA? Zo nee, waarom niet?

    Uw vraag suggereert dat de UvA de sociale veiligheid van studenten zwaarder laat wegen dan de mogelijkheid van een docent om vrijelijk te publiceren in het universiteitsblad. Die veronderstelling deel ik niet. Folia is een onafhankelijk journalistiek medium en heeft de heer Buijs een podium geboden voor zijn opvattingen. Het publiceren van een opinie is zelden zonder consequenties; het kan lezers overtuigen, weerstand oproepen of een bijvoorbeeld discussie teweeg brengen. In dit specifieke geval heeft de heer Buijs kritiek gekregen vanuit de academische gemeenschap en op sociale media.
    Dit neemt niet weg dat de sociale veiligheid van studenten en medewerkers soms op gespannen voet kan staan met de vrijheid van meningsuiting en de academische vrijheid. In eerste instantie is het aan de bestuurders binnen de universiteiten om daar een verstandige weg in te vinden. De opleidingsdirecteur in kwestie heeft dan ook aangekondigd het gesprek binnen de opleiding te willen voeren over respect voor de identiteit van ieder mens én voor de academische vrijheid. Dit voornemen ondersteun ik van harte.

  • Vraag 6
    Hoe beoordeelt u de handelwijze van de UvA richting een kritische docent die ook nog eens gebruik heeft gemaakt van de klokkenluidersregeling? Acht u deze handelwijze wenselijk? Zo ja, waarom?

    De heer Buijs heeft onder andere kritiek geuit op het diversiteitsbeleid van de UvA. Dit is zijn goed recht. De betrokken opleidingsdirecteur en de chief diversity officer van de UvA hebben in reactie op zijn kritiek het beleid van de UvA – naar mijn inschatting op een respectvolle wijze – toegelicht en verdedigd. Het college van bestuur heeft inmiddels een onafhankelijke commissie ingesteld om de melding te onderzoeken. Ik heb vertrouwen in de handelwijze van het college van bestuur.

  • Vraag 7
    Deelt u onze mening dat academie ideologische opvattingen, die altijd tijd-, hype- en modegebonden zijn, strikt moeten worden gescheiden van het wetenschappelijke werk? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe gaat u dat stimuleren?

    Onafhankelijkheid en onpartijdigheid van wetenschappelijk onderzoek is vastgelegd als principe in de Nederlandse gedragscode wetenschappelijke integriteit. Ik citeer uit de gedragscode: «Onafhankelijkheid houdt onder andere in dat men zich in de keuze van de methode, bij de beoordeling van de data en in de weging van alternatieve verklaringen, maar ook bij het beoordelen van onderzoek of onderzoeksvoorstellen van anderen, niet laat leiden door buiten-wetenschappelijke overwegingen (bijvoorbeeld overwegingen van commerciële of politieke aard).» Dit principe onderschrijf ik.
    Inzake het hoger onderwijs zijn docenten vrij om politieke opvattingen te uiten maar dienen ze zich altijd bewust te zijn van de academische omgeving en hun positie daarin. Een goede docent nodigt studenten daarbij uit tot dialoog. Voorts is het op universiteiten een goed gebruik dat debatten voldoen aan de eisen die aan het academische debat worden gesteld. Denk daarbij aan weerlegbaarheid, argumentatie, kritiek, nieuwsgierigheid en respect.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2023Z01002
Volledige titel: Het bericht ‘UvA neemt afstand van uitspraak docent over ‘het verschijnsel non-binair’
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20222023-1609
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Beertema over het bericht ‘UvA neemt afstand van uitspraak docent over ‘het verschijnsel non-binair’'