Kamervraag 2022Z17389

De negatieve gevolgen van langer wachten met de start van een TBS-behandeling.

Ingediend 21 september 2022
Beantwoord 1 november 2022 (na 41 dagen)
Indiener Joost Sneller (D66)
Beantwoord door Franc Weerwind (minister zonder portefeuille justitie en veiligheid) (D66)
Onderwerpen recht strafrecht
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2022Z17389.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-551.html
1. Indien u meer dan de normaal toegestane 6 weken nodig heeft om een weloverwogen antwoord te geven op de volgende vragen, dan vindt vragensteller dat niet bezwaarlijk.
2. NPO Radio 1 Het Onderzoeksbureau, 9 september 2022, «Tbs-experts slaan alarm: «Lange celstraf met tbs is ronduit onverstandig»», Het Onderzoeksbureau – Beluister #40 – Tbs-experts slaan alarm: «Lange celstraf met tbs is ronduit onverstandig» | Podcasts | NPO Radio 1.
3. RSJ, 2 februari 2010, «Advies afschaffing Fokkensregeling. Beter niet.», Advies Afschaffing Fokkensregeling. Beter niet | Advies | Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (rsj.nl).
4. NPO Radio 1 Het Onderzoeksbureau, 9 september 2022, «Tbs-experts slaan alarm: «Lange celstraf met tbs is ronduit onverstandig»», Het Onderzoeksbureau – Beluister #40 – Tbs-experts slaan alarm: «Lange celstraf met tbs is ronduit onverstandig» | Podcasts | NPO Radio 1.
5. Algemeen Dagblad, 29 juni 2016, Tbs met dwang geëist tegen Jan R. voor «bajesmoord», Tbs met dwang geëist tegen Jan R. voor «bajesmoord» | Zoetermeer | AD.nl.
  • Vraag 1
    Bent u bekend met het bericht «Tbs-experts slaan alarm: «Lange celstraf met tbs is ronduit onverstandig»» van NPO Radio 1/WNL-podcast «Het onderzoeksbureau» over combinatievonnissen waarbij tbs en een gevangenisstraf wordt opgelegd?1, 2

    Ja, ik heb hiervan kennis genomen.

  • Vraag 2
    Kunt u inzicht verschaffen in het aantal gecombineerde vonnissen waarbij tbs en een gevangenisstraf is opgelegd en wat de duur is van gevangenisstraffen in dergelijke gevallen voordat wordt gestart met de tbs-behandeling?

    In de tabel hieronder staat het aantal onherroepelijke strafzaken waarin een vrijheidsstraf in combinatie met tbs met dwangverpleging is opgelegd in de afgelopen 5 jaar. Daarnaast geeft de tabel de duur van de opgelegde gevangenisstraf weer.3
    Tbs i.c.m. ontslag van rechtsvervolging1
    29
    33
    39
    33
    38
    Tbs i.c.m. gev.straf < 6 maanden
    18
    18
    15
    19
    29
    Tbs i.c.m. gev.straf 6 maanden t/m 1jr.
    26
    38
    30
    39
    41
    Tbs i.c.m. gev.straf > 1jr. t/m 2jr.
    15
    21
    16
    12
    17
    Tbs i.c.m. gev.straf > 2jr. t/m 3jr.
    8
    15
    17
    7
    17
    Tbs i.c.m. gev. straf > 3 jr. t/m 6 jr.
    22
    15
    21
    19
    24
    Tbs i.c.m. gev. straf > 6 jr. t/m 12 jr.
    11
    8
    14
    13
    19
    Tbs i.c.m. gev.straf > 12 jr. t/m 18jr.
    1
    1
    0
    0
    8
    Tbs i.c.m. gev.straf > 18jr.
    1
    0
    1
    3
    1
    Dat wil zeggen dat er naast de tbs-maatregel geen gevangenisstraf is opgelegd.

  • Vraag 3
    In welke mate is volgens u in deze cijfers een trend waar te nemen waarin, onder andere vanwege de afschaffing van de Fokkens-regeling en de inwerkingtreding van de Wet straffen en beschermen, steeds later met de tbs-behandeling van start wordt gegaan omdat voorafgaand een vrijheidsstraf ten uitvoer wordt gelegd?

    Uit de cijfers bij vraag 2 blijkt enerzijds dat er een toename zichtbaar is van het totale aantal opleggingen per jaar met daarin een toename van het aantal lange straffen (langer dan 6 jaar) in 2021. Tegelijkertijd kan op basis van deze cijfers van de afgelopen vijf jaar niet gesproken worden van een trend.

  • Vraag 4
    Onderschrijft u de conclusie van de Raad voor de Strafrechttoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) dat personen die tbs opgelegd krijgen psychiatrische patiënten zijn, die voor een geslaagde vermindering van het delictrisico vooral baat hebben bij een hoog niveau van zorg, en dat zij in zowel reguliere detentie als in de Penitentiair Psychiatrische Centra (PPC’s) geen toegang hebben tot de noodzakelijke zorg?3 Zo nee, waarom niet?

    Ik ben het eens met de conclusie van de Raad voor de Strafrechttoepassing en Jeugdbescherming dat personen die een tbs-maatregel opgelegd krijgen gebaat zijn bij een hoog niveau van zorg. Ik ben het niet eens met de conclusie dat deze personen tijdens de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf voorafgaande aan de tbs-maatregel geen toegang hebben tot de noodzakelijke zorg. Daarbij wil ik er op wijzen dat dit rapport van de RSJ dateert uit 2010 en dat sindsdien onder andere binnen de PPC’s de nodige ontwikkelingen hebben plaatsgevonden met betrekking tot het zorgaanbod.
    Bij binnenkomst in de penitentiaire inrichting (PI) wordt bij iedere gedetineerde een medische intake gedaan en de zorgbehoefte in beeld gebracht. Indien daartoe aanleiding bestaat, kan een gedetineerde ambulante specialistische zorg op een reguliere afdeling binnen de PI ontvangen of kan de gedetineerde worden geplaatst in een Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC). In een PPC krijgen gedetineerden met ernstige psychische problemen en psychiatrische stoornissen begeleiding en behandeling, mede om daarmee het risico op delict gedrag te verminderen. De PPC’s verlenen zorg die kwalitatief gelijkwaardig is aan de GGZ-zorg in de vrije samenleving, rekening houdend met de beperkingen van de penitentiaire setting. Net als bij de forensisch psychiatrische centra, is er bij de PPC’s sprake van druk op de capaciteit. Het is van belang dat de capaciteit in de PPC’s efficiënt benut wordt, dat de juiste patiënt op de juiste plek zit en er voldoende plekken beschikbaar zijn voor gedetineerden met ernstige psychische problematiek.

  • Vraag 5
    Hoe beoordeelt u thans de conclusie van de «taskforce behandelduur tbs» (hierna: de taskforce) en de gedragsdeskundigen die zij heeft geconsulteerd om tot hun aanbevelingen te komen, dat uitstel van de behandeling door ten uitvoerlegging van een vrijheidsstraf een negatief effect heeft op het psychiatrisch ziektebeeld van de gedetineerde patiënt, onder meer omdat voor deze groep een verhoogde kans op detentieschade bestaat en omdat onbehandeld laten van de psychiatrische aandoening deze kan verergeren? (Kamerstuk 29 452, nr. 187)

    Het is aan de onafhankelijke rechter om te beoordelen welke sanctie passend is. Personen die een combinatievonnis opgelegd krijgen, hebben een ernstig strafbaar feit gepleegd en zijn gedeeltelijk toerekeningsvatbaar. Dat betekent dat zij gedeeltelijk verantwoordelijk kunnen worden gehouden voor hun daden en daarvoor gestraft moeten worden. Daar hoort het uitzitten van een gevangenisstraf bij. Het gaat hier om ernstige misdrijven, waarbij het strafdoel vergelding en het recht doen aan slachtoffers ook een rol speelt.
    Dat neemt niet weg dat ik de conclusie onderschrijf dat schade door het onbehandeld laten van psychiatrische aandoeningen in detentie zoveel mogelijk moet worden voorkomen. Zoals ik bij vraag 4 heb aangegeven, is het mogelijk om een gedetineerde tijdens de ten uitvoerlegging van een gevangenisstraf in een PPC te plaatsen waar hij de gedurende de detentiefase noodzakelijke psychische of psychiatrische zorg ontvangt. Daarnaast is er binnen het gevangeniswezen ook een pre-passantenafdeling. Op deze afdeling worden gedetineerden met een combinatievonnis tijdens de laatste zes tot twaalf maanden van de detentieperiode voorbereid en gemotiveerd voor de behandeling in een FPC, om daarmee de overgang naar de tbs-kliniek en de start van de tbs-behandeling zo goed mogelijk te laten verlopen. Dit sluit aan bij de aanbeveling die destijds door de «taskforce behandelduur tbs» is gedaan.

  • Vraag 6
    Onderschrijft u de conclusie van de RSJ dat uitstel van de behandeling door ten uitvoerlegging van een vrijheidsstraf kan leiden tot een langere behandelduur en tot een verminderde kans op een succesvolle behandeling met resocialisatie als resultaat? Zo ja, hoe beoordeelt u dit mede in het licht van de hoge kosten die de maatschappij betaalt voor een tbs-behandeling? Zo nee, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 5.

  • Vraag 7
    Hoe reflecteert u op de conclusies van de RSJ en de taskforce in het licht van de strafdoelen resocialisatie, recidivevermindering en beveiliging van de maatschappij? Acht u de tenuitvoerlegging van lange gevangenisstraffen voor aanvang van de tbs-behandeling in het licht daarvan wenselijk?

    Vergelding is een belangrijk strafdoel waarmee recht wordt gedaan aan de ernst van het strafbare feit en de belangen van de samenleving, het slachtoffer en de nabestaanden. De kern van elke gevangenisstraf is dat de vrijheid van de veroordeelde wordt ontnomen, waardoor hij gedurende een bepaalde termijn uit de samenleving wordt verwijderd. Aan dit vergeldende kenmerk van de gevangenisstraf moet recht worden gedaan bij de uitvoering van de straf.5 Resocialisatie, recidivevermindering en de beveiliging van de maatschappij zijn ook belangrijke strafdoelen. Om de samenleving te beschermen moet zo veel mogelijk worden voorkomen dat een persoon na zijn straf weer een strafbaar feit pleegt. De straf moet zich daarom ook richten op een veilige terugkeer in de maatschappij.
    Het opleggen van een combinatievonnis is een weloverwogen beslissing van de rechter, waarbij de rechter een zorgvuldige afweging heeft gemaakt tussen de verschillende strafdoelen die ons strafrecht kent. De rechter bepaalt aan de hand van de omstandigheden van het geval wat de meest passende sanctie is. De mogelijkheid dat detentieschade kan optreden is één van de omstandigheden die de rechter meeneemt in zijn overwegingen. Dit vraagt om maatwerk. Het is aan de rechter om te beoordelen in welke mate er vergelding moet plaatsvinden.

  • Vraag 8
    Welke mogelijkheden heeft de rechterlijke macht, al dan niet in samenspraak met u, op dit moment om in geval van een combinatievonnis een eerdere start van de tbs-behandeling op te leggen? Kunt u specifiek toelichten in hoeveel uitspraken/vonnissen (per jaar) de afgelopen 12 jaar gebruik is gemaakt van de mogelijkheid die artikel 37b, lid 2 wetboek van strafrecht daartoe biedt?

    Artikel 37b lid 2 Wetboek van Strafrecht (Sr) biedt de mogelijkheid voor een rechter om, in het geval van een combinatievonnis, in zijn uitspraak een advies op te nemen omtrent het tijdstip waarop de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege dient aan te vangen. De rechter kan bijvoorbeeld bij een combinatievonnis in het vonnis opnemen dat hij een gevangenisstraf van vijf jaar oplegt en daarbij adviseert, gelet op de noodzaak van behandeling, de tbs-maatregel met dwangverpleging aan te laten vangen na het uitzitten van twee jaar van de opgelegde gevangenisstraf. De uiteindelijke beslissing over de aanvang van de tbs-behandeling zal door mij worden genomen.6 Ik zal daarbij in ieder individueel geval zorgvuldig beoordelen of hiertoe aanleiding is. De veroordeelde kan beroep instellen bij de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming tegen mijn beslissing tot niet plaatsing in afwijking van het advies van de rechter.7
    Ook als de rechter geen advies heeft gegeven als bedoeld in artikel 37b lid 2 Sr, kan ik beslissen een tbs-behandeling op een eerder tijdstip aan te laten vangen indien dringende medische redenen daartoe noodzaken of als de veroordeelde jonger is dan 23 jaar en plaatsing op een eerder tijdstip met het oog op zijn ontwikkeling noodzakelijk is.8 Deze wettelijke mogelijkheden bieden de rechter en mij de gelegenheid om maatwerk te bieden en rekening te houden met de omstandigheden van het geval.
    Op de vraag in hoeveel uitspraken de afgelopen 12 jaar gebruik is gemaakt van de mogelijkheid die artikel 37b lid 2 Sr biedt, kan ik geen volledig antwoord geven. Deze gegevens worden niet door de Rechtspraak geregistreerd. Navraag bij de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) levert op dat tussen 2018 en 2022 acht keer een zaak aan de orde is geweest waarin de rechter een advies heeft gegeven om eerder te starten met een tbs-behandeling.9 Door de Adviescommissie Geestelijk Gestoorde Gedetineerden (AGGG) wordt mede aan de hand van het criterium dringende medische redenen die eerdere plaatsing noodzakelijk maken, getoetst of het advies van de rechter aanleiding geeft tot vervroegde plaatsing in een tbs-kliniek. Hierbij wordt gekeken naar het huidige toestandsbeeld en de zorginhoudelijke behandelbehoefte, mede in vergelijking met het toestandsbeeld tijdens de uitspraak van de rechter. Ook wordt beoordeeld of zich contra-indicaties voordoen. De AGGG adviseert mij vervolgens over de beslissing tot vervroegde plaatsing in een tbs-kliniek. In de meeste gevallen wordt het advies van de rechter gevolgd. In één zaak is in de afgelopen vier jaar het advies niet gevolgd, omdat er een goed behandeltraject was gedurende de detentiefase en er dus geen medische noodzaak was om eerder te starten met een tbs-behandeling.
    Ik heb navraag gedaan bij de rechterlijke macht omtrent het ervaren van eventuele obstakels om vaker gebruik te maken van de mogelijk uit artikel 37b lid 2 Sr. In reactie hierop heeft de rechterlijke macht aangegeven geen gegevens te hebben over eventuele obstakels.

  • Vraag 9
    Kunt u inzichtelijk maken in hoeverre de rechterlijke macht, al dan niet in samenspraak met u, van die mogelijkheid gebruik maakt en welke (juridische of andere) obstakels de rechterlijke macht eventueel ervaart om vaker gebruik te maken van deze mogelijkheid?

    Zie antwoord vraag 8.

  • Vraag 10
    Hoe beoordeelt u zelf de conclusie van advocaat Job Knoester dat van de juridische mogelijkheden terughoudend gebruik wordt gemaakt, mogelijk vanwege een maatschappelijke roep om vergelding?4

    Zoals ik bij vraag 9 heb aangegeven heeft de rechterlijke macht laten weten geen gegevens te hebben over eventuele obstakels die rechters ervaren bij het (vaker) toepassen van artikel 37b lid 2 Sr. Daarnaast wil ik benadrukken dat vergelding één van de strafdoelen van ons strafrecht is. Het is aan de rechter om dit strafdoel af te wegen tegen de andere strafdoelen van ons strafrecht en om te bepalen of hij gebruik wil maken van de mogelijkheid uit artikel 37b lid 2 Sr.

  • Vraag 11
    Welke risico’s identificeert u voor de veiligheid van het personeel en medegedetineerden bij de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf bij een persoon die tevens tbs opgelegd heeft gekregen?5

    Binnen de DJI is constant oog voor de veiligheid van het personeel en de gedetineerden. Per gedetineerde wordt voortdurend bezien welke zorg- en beveiligingsnoodzaak aan de orde is en zo nodig wordt een gedetineerde (ook bij wie een tbs-maatregel is opgelegd) overgeplaatst naar een andere afdeling binnen het gevangeniswezen, zoals een Extra Zorg Voorziening-afdeling (EZV) of een PPC. Binnen het gevangeniswezen werkt op alle reguliere en specialistische afdelingen voldoende opgeleid personeel, dat is getraind en toegerust ten behoeve van de specifieke doelgroep en de taken op de betreffende afdeling. Hiermee worden de risico’s op onveilige situaties zoveel mogelijk beperkt.

  • Mededeling - 12 oktober 2022

    Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Sneller (D66), van uw Kamer aan de Minister voor Rechtsbescherming over de negatieve gevolgen van langer wachten met de start van een TBS-behandeling (ingezonden 21 september 2022) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2022Z17389
Volledige titel: De negatieve gevolgen van langer wachten met de start van een TBS-behandeling.
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20222023-551
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Sneller over de negatieve gevolgen van langer wachten met de start van een TBS-behandeling.