Kamervraag 2022Z16603

Het recent uitgebrachte VN rapport over de mensenrechtenschendingen jegens de Oeigoeren in Xinjiang.

Ingediend 9 september 2022
Beantwoord 8 november 2022 (na 60 dagen)
Indiener Tom van der Lee (GL)
Beantwoord door Wopke Hoekstra (viceminister-president , minister buitenlandse zaken) (CDA), Liesje Schreinemacher (minister zonder portefeuille buitenlandse zaken) (VVD)
Onderwerpen recht staatsrecht
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2022Z16603.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-651.html
1. United Nations Human Rights – Office of the High Commissioner, 31 augustus 2022, «OHCHR Assessment of human rights concerns in the Xinjiang Uyghur Autonomous Region, People’s Republic of China» (xxxxxx (ohchr.org))
2. De Volkskrant, 22 juni 2022, «Made in China met Oeigoerse dwangarbeid wordt langzaam een serieus bedrijfsrisico» (Made in China met Oeigoerse dwangarbeid wordt langzaam een serieus bedrijfsrisico (volkskrant.nl))
  • Vraag 1
    Bent u bekend met het rapport van de Verenigde Naties (VN) over de mensenrechtenschendingen in Xinjiang dat woensdag 31 augustus jl. is uitgebracht?1

    Ja

  • Vraag 2
    Heeft u kennisgenomen van het gegeven dat dit VN-rapport bevestigt wat al sinds 2018 wordt onderzocht, te weten dat in de regio van Xinjiang ernstige mensenrechtenschendingen en inhumane handelingen plaatsvinden zoals gedwongen arbeid, gedwongen abortus en stelselmatig seksueel misbruik, en wat is uw oordeel hierover?

    Het rapport bevestigt onze eerdere zorgen over ernstige mensenrechtenschendingen tegen de Oeigoeren. Naast de schendingen genoemd in de vraag is er volgens het rapport mogelijk sprake van misdrijven tegen de menselijkheid in Xinjiang. Het Chinese beleid zou hebben geleid tot dwangarbeid, marteling, mishandeling, seksueel geweld, schending van reproductierechten en arbitraire vrijheidsbeperking op grote schaal, met schattingen dat het meer dan 1 miljoen gedetineerde leden van Oeigoerse en andere Moslim gemeenschappen in Xinjiang betreft. Ook spreekt het rapport over transnationale repressie en de intimidatie van de Oeigoerse diaspora. Ons oordeel is dat dit VN-rapport geloofwaardig is en daarom serieus dient te worden genomen en opvolging verdient.

  • Vraag 3
    Kunt u aangeven of dit onderzoek het Nederlandse standpunt ten opzichte van deze situatie heeft veranderd? Zo ja, hoe?

    Het standpunt van Nederland is onveranderd. Nederland steunt de aanbevelingen van OHCHR en spoort China aan de arbitrair opgesloten individuen vrij te laten, intimidatie en vergelding jegens Oeigoeren en andere Moslimminderheden in het buitenland onmiddellijk stop te zetten, het repressieve beleid in Xinjiang te beëindigen en de individuen verantwoordelijk voor mensenrechtenschendingen aansprakelijk te houden.

  • Vraag 4
    Deelt u de mening dat deze mensenrechtenschendingen zeer verwerpelijk zijn en dat de uitkomsten van dit VN-rapport, afkomstig van het hoogste internationale orgaan voor de waarborging van mensenrechten, niet ondermijnd mogen worden?

    Deze mening delen wij.

  • Vraag 5
    Kunt u aangeven welk percentage van de totale handel tussen Nederland en China plaatsvindt met bedrijven die gevestigd zijn in Xinjiang?

    Volgens gegevens uit het Chinese douane platform was de waarde van de import en export tussen Nederland en Xinjiang in 2021 ruim 108 miljoen USD.
    Het aandeel van de totale handel tussen Nederland en Xinjiang in 2022 t/m juli bedraagt 52,9 miljoen USD. De totale waarde van de bilaterale handelsrelatie met China in 2021 was ongeveer 73 miljard euro. Dat betekent dat het percentage van de totale handel tussen Nederland en China met bedrijven die gevestigd zijn in Xinjiang neerkomt op minder dan 1 procent.

  • Vraag 6
    Bent u bekend met het feit dat de Verenigde Staten wettelijk de import van alle goederen uit Xinjiang verbieden en dat Duitsland bedrijven wettelijk zal verplichten te voorkomen dat ergens in de toeleveringsketen dwangarbeid zit?2

    Ja, ik ben bekend met de wetgeving van de Verenigde Staten gericht op goederen gemaakt met dwangarbeid en de Duitse wet voor toeleveringsketens.

  • Vraag 7
    Deelt u de opvatting dat dergelijke wettelijke sancties nastrevenswaardig zijn, zeker met het oog op de aanbeveling uit het rapport om zoveel mogelijk maatregelen te treffen om mensenrechten binnen de handelsketen te waarborgen?

    In de Verenigde Staten betreft het een importverbod voor goederen gemaakt met dwangarbeid. In Duitsland gaat het om wetgeving op gepaste zorgvuldigheid die bedrijven verplicht risico’s voor mensenrechten – waaronder dwangarbeid –, arbeidsomstandigheden en milieu in kaart te brengen en aan te pakken.
    Het kabinet verwacht van alle Nederlandse bedrijven die internationaal opereren dat zij maatschappelijk verantwoord ondernemen. In lijn met het coalitieakkoord 2021–2025 bevordert het kabinet in de EU IMVO-wetgeving en voert het nationale IMVO-wetgeving in. Net als de Duitse wet zal zowel het Europese voorstel voor een richtlijn op het gebied van IMVO (CSDDD), dat op 23 februari 2022 werd gepresenteerd, als de nationale wetgeving in voorbereiding, bedrijven verplichten tot gepaste zorgvuldigheid op gebied van risico’s voor mens en milieu in de waardeketen, inclusief gedwongen arbeid.

  • Vraag 8
    Bent u bereid ten gevolge van dit rapport handelsmaatregelen te treffen jegens China voor handel afkomstig uit deze regio? Zo nee, kunt u uitleggen waarom voor een andere koers gekozen wordt dan eerdergenoemde landen?

    Handelsbeleid is een gemeenschappelijke bevoegdheid van de Europese Unie. Nederland kan als EU-lidstaat niet zelfstandig een handelsmaatregel introduceren.
    De Europese Commissie publiceerde op 14 september jl. een wetgevend voorstel tegen dwangarbeid. Dit voorstel komt neer op een verbod op het op de Europese markt brengen en de uitvoer van producten die vervaardigd zijn met dwangarbeid. Het kabinet heeft zijn positie en inzet op dit voorstel via een BNC-fiche onlangs met uw Kamer gedeeld. Dwangarbeid doet grove afbreuk aan de waardigheid van mensen, het is onacceptabel dat er wereldwijd zoveel mensen te maken hebben met dwangarbeid. Het voorstel voor de verordening kan een belangrijke bijdrage zijn aan het aanpakken van deze misstanden.
    De Duitse wet is geen handelsmaatregel, evenmin als de concept-CSDDD en nationale wetgeving in voorbereiding. Dit zijn wettelijke maatregelen die zien op ketenverantwoordelijkheid voor bedrijven.

  • Vraag 9
    Hoe verhouden de conclusies van dit rapport zich tot het feit dat in de Beleidsnotitie «Doen Waar Nederland Goed in is» China juist als een van de focuslanden voor internationale handel wordt genoemd? Bent u het eens met het feit dat met een land dat structureel mensenrechten schendt, volgens de uitgangspunten van de nota («Nederland kiest voor het beschermen van mensenrechten en westerse waarden») juist minder, in plaats van meer handel gedreven zou moeten worden?

    De relatie van Nederland en de EU met China is «open waar het kan, beschermen waar het moet». Dit houdt in dit geval in dat handeldrijven met China mogelijk is, maar we tegelijkertijd terdege rekening houden met de risico’s hiervan. China is een belangrijke partner op handelsgebied, onze handelsrelatie omvatte meer dan 73 miljard euro in 2021. Bovendien is samenwerking met China bijvoorbeeld noodzakelijk om de energietransitie waar te maken, vanwege zijn grote rol in de betreffende waardeketens. Een ambitieuze inzet op de energietransitie is cruciaal om de wereldwijde klimaatagenda binnen bereik te houden en er liggen bovendien voor Nederlandse bedrijven veel kansen in de Chinese markt.
    Uiteraard heeft het kabinet ook oog voor de problematische kant van de handelsbetrekkingen, waaronder m.b.t. mensenrechten. Nederland veroordeelt het schenden van mensenrechten in alle gevallen en vraagt hier doorlopend aandacht voor. Daar waar handel afbreuk aan mensenrechten zou doen, dienen passende maatregelen genomen te worden, in eerste instantie door bedrijven zelf, en waar opportuun door de overheid. Het kabinet verwacht van alle Nederlandse bedrijven die internationaal opereren dat zij maatschappelijk verantwoord ondernemen. In lijn met het coalitieakkoord 2021–2025 bevordert het kabinet in de EU IMVO-wetgeving en voert het nationale IMVO-wetgeving in. Ook wordt bedrijven hulp geboden bij internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen, bijvoorbeeld via het IMVO-steunpunt en via de sectorale samenwerking. Het kabinet verwacht dat door deze mix van maatregelen bevorderd wordt dat bedrijven gepaste zorgvuldigheid in hun waardeketens toepassen en misstanden in hun internationale waardeketens identificeren, aanpakken en voorkomen. Daarnaast zal, zoals in het antwoord op vraag 8 toegelicht, de kabinetsappreciatie van de door de Europese Commissie voorgestelde verordening met betrekking tot een verbod op met dwangarbeid vervaardigde producten aan uw Kamer toekomen. De handelsrelatie met China biedt voorts ook mogelijkheden om de dialoog over mensenrechtenschendingen aan te gaan.
    Tevens heeft het kabinet toenemende aandacht voor risico’s van strategische afhankelijkheden van derde landen, waaronder China. Het kabinet mitigeert de risico’s hiervan o.a. via inzet op diversificatie. Voor de begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken gaat uw Kamer een brief toe over open strategische autonomie, waarin onder andere wordt ingegaan op de motie voor het oprichten van een interdepartementale taskforce strategische afhankelijkheden (Motie Brekelmans en Mulder, 35 925, nr. 97)

  • Vraag 10
    Kunt u aangeven op welke manieren Nederland van plan is bij te dragen aan de opvolging van dit rapport door de VN Mensenrechtenraad, om te zorgen dat dit rapport niet in een la verdwijnt nu de ambtstermijn van Hoge Commissaris voor de Mensenrechten, Bachelet, is verlopen?

    Nederland heeft tijdens de huidige sessie van de VN Mensenrechtenraad in de nationale item 2 en item 4 verklaringen China opgeroepen zich te houden aan zijn mensenrechtenverplichtingen. Tevens heeft Nederland de OHCHR opgeroepen het rapport en de situatie in Xinjiang met voorrang te bespreken in de VN Mensenrechtenraad. Daarnaast steunt NL een procedurele resolutie om China op de agenda te krijgen van de volgende Mensenrechtenraad.

  • Mededeling - 14 oktober 2022

    Naar aanleiding van schriftelijke vragen van het lid Van der Lee (Groenlinks) over «het recent uitgebrachte VN rapport over de mensenrechtenschendingen jegens de Oeigoeren in Xinjiang» (ingezonden 9 september 2022 met kenmerk 2022Z16603), willen wij u mede namens de Minister van Economische Zaken en Klimaat meedelen dat de beantwoording hiervan meer tijd vergt. Nadere afstemming is nodig om de vragen zo goed mogelijk te beantwoorden. Hierdoor is het niet mogelijk om de beantwoording van deze vragen binnen de gestelde termijn aan uw Kamer te doen toekomen. Wij streven ernaar uw vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2022Z16603
Volledige titel: Het recent uitgebrachte VN rapport over de mensenrechtenschendingen jegens de Oeigoeren in Xinjiang.
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20222023-651
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Van der Lee over het recent uitgebrachte VN rapport over de mensenrechtenschendingen jegens de Oeigoeren in Xinjiang