Kamervraag 2021Z09877

De vrijlating van het Pakistaanse echtpaar Shagufta en Shafqat

Ingediend 4 juni 2021
Beantwoord 9 juli 2021 (na 35 dagen)
Indieners Don Ceder (CU), Gert-Jan Segers (CU)
Beantwoord door Sigrid Kaag (minister zonder portefeuille buitenlandse zaken, minister buitenlandse zaken) (D66), Ankie Broekers-Knol (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD)
Onderwerpen recht staatsrecht
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2021Z09877.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-3546.html
  • Vraag 1
    Deelt u de inschatting dat het vrijgelaten echtpaar Shagufta Kausar en Shafqat Emmanuel in Pakistan groot gevaar loopt?1

    Blasfemiezaken, zoals die van het Pakistaanse echtpaar Shagufta Kausar en Shafqat Emmanuel, liggen over het algemeen erg gevoelig in Pakistan. In hoeverre betrokkenen na vrijlating concreet gevaar lopen, kan het kabinet niet op voorhand bepalen. Wel staan Nederland en gelijkgezinde landen in contact met mensen rondom het echtpaar. Vooralsnog lijkt de aandacht voor deze specifieke rechtszaak in Pakistaanse media enigszins te zijn geluwd, hetgeen hun veiligheid ten goede kan komen.

  • Vraag 2
    Deelt u de mening dat het voor de hand ligt als zij door Nederland als vluchteling opgenomen zouden worden, aangezien zij hier een broer hebben wonen?

    Nederland heeft deze zaak, en de vervolging van christenen in algemene zin, de laatste jaren bilateraal, in EU-verband en met andere gelijkgezinde landen regelmatig opgebracht bij de Pakistaanse autoriteiten. Dat zal het kabinet blijven doen. Ook de vrijspraak en de consequenties daarvan heeft Nederland in EU-verband geagendeerd. Voor wat betreft hun situatie in Pakistan of hun opvang in een ander land geldt dat het kabinet, zoals altijd als het gaat om individuele zaken, blijft kiezen voor stille diplomatie.
    Hierbij dient aangetekend te worden dat het uitgangspunt van het Nederlandse asielbeleid is dat iemand enkel in Nederland asiel kan aanvragen. Nederland kent niet de mogelijkheid van asiel aanvragen op een ambassade.
    Hervestiging is niet aan de orde aangezien de betrokkenen dan hun land verlaten moeten hebben en door de UNHCR als vluchteling moeten zijn aangemerkt. Tevens moet door de UNHCR bepaald zijn dat zij voor hervestiging in aanmerking komen.

  • Vraag 3
    Bent u bereid hen op te nemen en hen te helpen hier veilig te komen dan wel te bemiddelen voor een veilige doorgang?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 4
    Welke druk wordt in Europees verband op Pakistan uitgeoefend om de omstreden blasfemiewetten, waarvan veel onschuldigen – leden van de zeer kwetsbare christelijke minderheid, maar ook moslims – willekeurig het slachtoffer worden, af te schaffen? Acht u dit voldoende, aangezien ook de huidige regering dit weigert? Kunt u dit toelichten?

    Tijdens bilaterale en multilaterale contacten met de Pakistaanse regering, besteedt Nederland consequent aandacht aan de positie van religieuze minderheden en van degenen zonder religie en/of levensovertuiging in Pakistan. Hierbij worden de Nederlandse zorgen over het gebruik van blasfemiewetgeving regelmatig aan de orde gesteld. Op 16 december jl. heeft de toenmalige Minister Blok van Buitenlandse Zaken nog met zijn Pakistaanse ambtsgenoot gesproken en zijn zorgen over de vrijheid van religie en levensovertuiging alsook bescherming van religieuze minderheden in Pakistan overgebracht. Ook tijdens de hoogambtelijke politieke consultaties op 8 december jl. heeft Nederland aandacht gevraagd voor dit onderwerp.
    In EU-verband is er eveneens veel aandacht voor het onderwerp. Zo uitte Hoge Vertegenwoordiger Borrell op 4 november jl. tijdens de vijfde ronde van de EU-Pakistan strategische dialoog zijn zorgen over misstanden rondom de blasfemiewetgeving. Ook bij de EU-Pakistan-mensenrechtendialoog, die op 1 juni jl. plaatsvond, heeft de EU haar zorgen over misbruik van de blasfemiewetgeving overgebracht.
    Door dit onderwerp voortdurend en consequent op de agenda te houden in contacten met de Pakistaanse autoriteiten beoogt Nederland bilateraal, in EU-verband en met gelijkgezinde landen indachtig de motie Voordewind c.s. van 1 juli 20192bij te dragen aan versterking van de positie van (religieuze) minderheden in dit land, versterking van de rechtsgang en – uiteindelijk – afschaffing van deze wetten, niet alleen in Pakistan, maar wereldwijd.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2021Z09877
Volledige titel: De vrijlating van het Pakistaanse echtpaar Shagufta en Shafqat
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20202021-3546
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Segers en Ceder over de vrijlating van het Pakistaanse echtpaar Shagufta en Shafqat