Kamervraag 2020Z20368

Het bericht dat Palestijnse kinderen worden mishandeld en vernederd in Israëlische gevangenissen

Ingediend 3 november 2020
Beantwoord 27 november 2020 (na 24 dagen)
Indieners Sjoerd Sjoerdsma (D66), Tom van den Nieuwenhuijzen-Wittens (GL), Achraf Bouali (D66), Kirsten van den Hul (PvdA)
Beantwoord door Sigrid Kaag (minister zonder portefeuille buitenlandse zaken) (D66), Stef Blok (minister buitenlandse zaken) (VVD)
Onderwerpen criminaliteit openbare orde en veiligheid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z20368.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-939.html
  • Vraag 1
    Bent u bekend met het bericht «Palestijnse kinderen onmenselijk behandeld in Israëlische gevangenissen»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Kunt u een reactie geven op het onderzoek van Save the Children? Kunt u daarbij in het bijzonder ingaan op de constateringen van fysieke mishandeling, verbale mishandeling, bedreiging van familie, vernederend lichamelijk onderzoek, ontzegging van toegang tot gezondheidszorg en ontzegging van contact met een advocaat?

    Hoewel het niet mogelijk is de verklaringen van de kinderen in het rapport van Save the Children op onafhankelijke wijze te verifiëren (wat ook door de auteurs wordt onderkend) is het beeld dat in het rapport wordt geschetst in grote mate in overeenstemming met eerdere analyses van andere organisaties, zoals Defense for Children International, Human Rights Watch en Military Court Watch. UNICEF heeft in diverse rapporten eveneens melding gemaakt van soortgelijke wijze van behandeling van minderjarigen bij arrestatie en detentie. Vanzelfsprekend vindt het kabinet zaken als fysieke mishandeling, verbale mishandeling, bedreiging van familie, vernederend lichamelijk onderzoek, ontzegging van toegang tot gezondheidszorg en ontzegging van contact met een advocaat onacceptabel.

  • Vraag 3
    Heeft u eerder signalen ontvangen dat de genoemde misstanden hebben plaats gevonden in Israëlische gevangenissen? Zo ja, hoe heeft u hierop gereageerd?

    Sinds de geluiden over de misstanden heeft Nederland de kwestie regelmatig aangekaart bij de Israëlische autoriteiten, onder meer tijdens bezoeken van de Mensenrechtenambassadeur en in gesprekken met het kantoor van de Israëlische Military Attorney General (zie onder meer de Kamerbrief van 15 januari 2015, Kamerstuk 23 432, nr. 397 en Kamerbrief van 16 juni 2018 in reactie op de motie Karabulut, Kamerstuk 23 432, nr. 455). Nederland heeft een actieve rol in de informele werkgroep Children and Armed Conflict (CAAC) van enkele EU-ambassades te Tel Aviv. De werkgroep heeft de afgelopen jaren regelmatig contact gehad met Israëlische autoriteiten over de behandeling van Palestijnse minderjarigen in detentie en woonde rechtszaken bij van minderjarigen bij de militaire rechtbank. Tijdens de laatste twee VN UPR’s van Israël (2014 en 2018) wijdde Nederland een van haar twee aanbevelingen aan dit onderwerp. Tot slot heeft Nederland verscheidene projecten gesteund van mensenrechtenorganisaties die zich inzetten voor het verbeteren van de situatie.

  • Vraag 4
    Deelt u de mening dat minderjarigen niet berecht zouden moeten worden door een militaire rechtbank? Zo ja, hoe gaat u er dan op aandringen bij de Israëlische autoriteiten deze praktijk af te schaffen? Zo nee, waarom niet?

    Het bezettingsrecht voorziet in de mogelijkheid dat berechting in bezet gebied plaatsvindt voor een militaire rechtbank. Wel moet daarbij worden voldaan aan alle waarborgen die worden vereist door het bezettingsrecht en de mensenrechten, zoals het recht op een eerlijk proces. Israël is als bezettende macht verplicht de rechten van Palestijnse minderjarigen te waarborgen, overeenkomstig de mensenrechtenverdragen waar Israël partij bij is, inclusief het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind.
    De Nederlandse ambassade in Tel Aviv zet zich met ambassades van andere EU-lidstaten in voor de bescherming van de rechten van deze kwetsbare groep.
    In het verleden toonde de Israëlische regering zich bewust van tekortkomingen in detentieomstandigheden voor kinderen en zegde toe hieraan te werken. Zo voerde Israël sinds 2008 een reeks juridische hervormingen door met het doel het Israëlisch militair jeugdrecht in lijn te brengen met het Israëlisch nationaal jeugdstrafrecht, wat in de meeste gevallen een betere bescherming betreft. Ook in de jaren erna heeft Israël hervormingen ingezet (zie onder meer Kamerbrief d.d. 20 januari 2015). Deze hervormingen lijken op de grond echter niet het gewenste effect te hebben, behalve een verbeterde toegang tot juridische bijstand en minder gebruik van eenzame opsluiting. Een slechte behandeling komt echter nog steeds veel voor.
    Nederland zal haar zorgen blijven uitspreken naar de Israëlische regering. Ook gaat Nederland door met het ondersteunen van organisaties die zich inzetten voor verbetering. Zo financiert Nederland momenteel het project «Change in Israel’s Detention and Interrogation Conditions for Children in Police Stations» van de Israëlische mensenrechtenorganisatie Public Committee Against Torture in Israel (PCATI).

  • Vraag 5
    Deelt u de mening dat detentie en mishandeling van minderjarigen onder het militair recht een grove schending vormen van het internationaal recht en zouden moeten worden beëindigd? Zo ja, hoe gaat u hier bij de Israëlische autoriteiten op aandringen? Zo nee, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 4.

  • Vraag 6
    Wat kan Nederland beteken voor slachtoffers van deze misstanden?

    Zie antwoord vraag 4.

  • Vraag 7
    Biedt Nederland steun aan organisaties op het gebied van psychosociale hulp in de Palestijnse Gebieden? Zo ja, om welke projecten gaat het? Zo nee, bent u bereid om – in lijn met het beleid om de inzet op mentale gezondheid en psychosociale steun te verbreden naar integratie hiervan binnen vredesopbouw en de bredere vrede- en veiligheidsagenda2 – psychosociale hulp onderdeel uit te laten maken van de inzet op veiligheid en rechtsorde binnen de Palestijnse Gebieden?

    Ja. Via meerdere programma’s biedt Nederland steun aan organisaties die psychosociale hulp verlenen in de Palestijnse Gebieden. Zo biedt UNRWA psychosociale hulp aan Palestijnse vluchtelingen, als onderdeel van hun «Social Relief Services» programma. Ook via het UNDP Sawasya programma, dat mede door UNDP, UN WOMEN en UNICEF wordt uitgevoerd, steunt Nederland organisaties die psychosociale hulp bieden. Daarin is speciaal aandacht voor kinderen en vrouwen die in aanraking zijn gekomen met de wet, zowel op de Westelijke Jordaanoever als in Gaza en Oost-Jeruzalem. Ook steunt Nederland een Palestijnse vrouwenrechtenorganisatie die via een hulplijn psychosociale hulp biedt aan vrouwen die slachtoffer zijn van huiselijk geweld.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2020Z20368
Volledige titel: Het bericht dat Palestijnse kinderen worden mishandeld en vernederd in Israëlische gevangenissen
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20202021-939
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Bouali, Sjoerdsma, Van den Hul en Van den Niewenhuijzen over het bericht dat Palestijnse kinderen worden mishandeld en vernederd in Israëlische gevangenissen