Kamervraag 2020Z19607

Koude werkplekken in het onderwijs

Ingediend 26 oktober 2020
Beantwoord 17 december 2020 (na 52 dagen)
Indieners Joba van den Berg-Jansen (CDA), Michel Rog (CDA)
Beantwoord door Arie Slob (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (CU), Hugo de Jonge (viceminister-president , minister volksgezondheid, welzijn en sport) (CDA)
Onderwerpen onderwijs en wetenschap organisatie en beleid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z19607.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-1144.html
1. Telegraaf, «Leraren in opstand tegen onveilige en koude werkplek; Minister Slob ziet niets in strengere maatregelen», 18 oktober 2020
2. Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 130. …
3. https://galuft.de/nrw-plant-foerderung-von-luftreinigern-mit-einem-zw…
  • Vraag 1
    Heeft u kennisgenomen van het artikel «Leraren in opstand tegen onveilige en koude werkplek»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Klopt het beeld dat in het artikel geschetst wordt dat leraren vaak in de kou moeten lesgeven?

    Schoolbesturen hebben vanuit goed werkgeverschap de verantwoordelijkheid zorg te dragen voor een veilige en prettige werkomgeving. Voor een goed binnenklimaat is het belangrijk te zorgen voor voldoende luchtverversing. Hoe en wanneer het verstandigst gelucht kan worden is handzaam beschreven in de Handreiking optimaal ventileren in scholen op www.lesopafstand.nl/ventilatie.

  • Vraag 3
    Voldoet volgens u een dergelijke koude werkplek aan de wettelijke verplichtingen omtrent de arbeidsomstandigheden? Zo nee, welke consequenties zou dit volgens u moeten hebben?

    Werkplekken dienen in overeenstemming te zijn met de Arbowet. Als uit de RI&E of signalen van werknemers blijkt dat koude een risico vormt voor de gezondheid, moet de werkgever maatregelen nemen. Bij de keuze van de juiste maatregelen kan de werkgever gebruik maken van een arbocatalogus (voorzover over dat risico, in de van toepassing zijnde catalogus, afspraken zijn gemaakt) en/of zich laten bijstaan door een deskundige.

  • Vraag 4
    Vanaf wanneer kunnen scholen een aanvraag indienen voor de Specifieke Uitkering Doorbouwplan Scholen (SUDS), zodat zij daarmee het schoolgebouw kunnen aanpassen aan de wettelijke ventilatienormen?

    De Specifieke Uitkering Ventilatie in Scholen (SUViS-regeling) wordt per 1 januari 2021 opengesteld voor aanvragen door gemeenten. Dat laat onverlet dat schoolbesturen nu al met hun gemeenten in gesprek kunnen gaan over nodige ventilatiemaatregelen en verdeling van cofinancieringskosten.

  • Vraag 5
    Deelt u de mening dat schoolbesturen van scholen die niet aan de wettelijke ventilatienormen voldoen per direct hierin verbeteringen moeten doorvoeren en niet pas als het geld uit de SUDS beschikbaar komt?

    Ja, maar ik verwacht niet het onmogelijke van scholen. In aanloop naar het openstellen van de SUViS-regeling roep ik schoolbesturen op om in gesprek te gaan met hun gemeente om gezamenlijk naar korte en lange termijn oplossingen te zoeken. De SUViS-regeling is nadrukkelijk bedoeld om bij te dragen aan het acuut verbeteren van de ventilatie omstandigheden en daarmee het binnenklimaat van schoolgebouwen. De regeling staat toe dat projecten met een start vanaf 1 oktober 2020 in aanmerking kunnen komen voor deze subsidie.

  • Vraag 6
    In antwoord op eerdere schriftelijke vragen geeft u aan dat het RIVM geen onderzoek doet naar UV-C en ionisatie met betrekking tot COVID-19.2 Waarom onderzoekt het RIVM dit niet aangezien wij uit het veld vernemen dat er verschillende wetenschappelijke studies aantonen dat dit een bewezen innovatie is? Bent u bereid dit alsnog te laten onderzoeken c.q. om daarnaar te laten kijken?

    Op dit moment zie ik geen aanleiding om het RIVM opdracht te geven om onderzoek te doen naar UV-C bestraling of ionisatie in relatie tot COVID-19. Het ECDC concludeert in haar ventilatie update van 10 november 2020 dat er beperkt bewijs is van het effect van desinfectie installaties op de overdracht van SARS-CoV-2. Het is op dit moment nog steeds onduidelijk of aerosolen, waar ionisatie en UV-C bestraling op gericht zijn, een relevante rol spelen bij de overdracht van het virus. Meerdere universiteiten en kennisinstituten doen onderzoek naar de verspreiding van aerosolen en/of de aerogene verspreiding van SARS-CoV-2 in een ruimte. Het RIVM volgt deze ontwikkelingen nauwlettend. Indien daartoe aanleiding is, zal het advies over de ventilatienormen worden herzien.
    Momenteel ligt de nadruk vooral op het versterken en verbeteren van de ventilatie binnen scholen. Om scholen te ondersteunen is de hierboven genoemde handreiking beschikbaar. Daarnaast is er advies op maat mogelijk via het Kenniscentrum Ruimte OK.
    Mocht blijken dat er op bepaalde scholen problemen blijven bestaan, dan kan gericht gezocht worden naar innovatieve manieren om lucht te desinfecteren.

  • Vraag 7
    Nordrhein-Westfalen gaat subsidies uitgeven voor de aankoop van luchtreinigers, waaronder ook voor klaslokalen.3 Is het bedrag van 360 miljoen euro dat u beschikbaar hebt gesteld, ook beschikbaar voor het aanschaffen van luchtreinigers? Zo nee, waarom niet?

    De middelen die beschikbaar worden gesteld voor ventilatie, zien op het bekostigen van maatregelen om de luchtverversing in een schoolgebouw aan de normen uit het Bouwbesluit en aanvullende richtlijnen te laten voldoen. Dat voorziet niet in het bekostigen van specifieke luchtreinigers.

  • Vraag 8
    Bent u bereid om een pilot uit te laten voeren met het gebruik van UV-licht en/of filters tegen verspreiding van het coronavirus in een afgesloten ruimte, zoals een klaslokaal?

    Zoals aangegeven bij antwoord 6 is op dit moment onduidelijk of aerosolen een relevante rol spelen bij de overdracht van SARS-CoV-2. Daarom heeft ook een pilot met UV-C bestraling en/of filters geen toegevoegde waarde.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2020Z19607
Volledige titel: Koude werkplekken in het onderwijs
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20202021-1144
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Rog en Van den Berg over koude werkplekken in het onderwijs