Kamervraag 2020Z02878

Het bericht VN publiceert lijst van bedrijven met banden Israëlische nederzettingen

Ingediend 13 februari 2020
Beantwoord 21 februari 2020 (na 8 dagen)
Indiener Kirsten van den Hul (PvdA)
Beantwoord door Sigrid Kaag (minister zonder portefeuille buitenlandse zaken) (D66)
Onderwerpen internationaal internationale samenwerking
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2020Z02878.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-1855.html
  • Vraag 1
    Heeft u kennisgenomen van het bericht «VN publiceert lijst van bedrijven met banden Israëlische nederzettingen» d.d. 11 februari jl?1
  • Vraag 2
    Kunt u aangeven welke gevolgen dit heeft voor de Nederlandse bedrijven op deze lijst, zowel op dit moment nu er volgens de Mensenrechtenraad redelijke gronden zijn, als indien onomstotelijk vast komt te staan dat deze bedrijven banden hebben met Israëlische nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever?
  • Vraag 3
    Bent u van mening dat deze bedrijven handelen volgens de richtlijnen voor maatschappelijk verantwoord ondernemen? Zo ja, kunt u dit toelichten? Zo nee, waarom niet?

    Bedrijven hebben een eigen maatschappelijke verantwoordelijkheid mensenrechten te respecteren. Het kabinet verwacht dan ook van alle Nederlandse bedrijven dat zij internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen door invulling te geven aan internationale normen zoals die zijn neergelegd in de OESO Richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen(OESO-richtlijnen), waar de UN Guiding Principles on Business and Human Rights (UNGP’s) onderdeel van uitmaken. Het is vervolgens aan Nederlandse bedrijven zelf om te bepalen welke activiteiten zij ontplooien en met welke partners zij samenwerken. Het kabinet verwacht van Nederlandse bedrijven dat zij in kaart brengen hoe zij via hun bedrijfsactiviteiten en hun ketenpartners verbonden zijn met risico’s op mensenrechtenschendingen en deze risico’s aanpakken en voorkomen. Hierover moeten bedrijven tot een afgewogen besluit komen waarover zij bereid zijn publiekelijk verantwoording af te leggen.
    Indien een bedrijf vragen heeft over het Nederlandse beleid omtrent Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO) kan het daarover met het Ministerie van Buitenlandse Zaken in gesprek gaan.
    Het kabinet doet geen uitspraak over specifieke casussen. Partijen kunnen een melding doen van vermeende schendingen van de OESO-richtlijnen door bedrijven bij het Nationaal Contactpunt voor de OESO-richtlijnen (NCP).
    Zie ook de antwoorden op Kamervragen over dit onderwerp, gesteld door de leden Van den Hul en Moorlag, d.d. 13 maart 2019 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 1827).

  • Vraag 4
    Welke stappen gaat u, of kunt u, ondernemen wanneer Nederlandse bedrijven handelen in strijd met het Internationaal recht?

    De basis voor de Nederlandse beleidsinzet op mensenrechten en bedrijfsleven zijn de UNGP’s, de UNGP’s zijn onderdeel van de OESO-richtlijnen. De tweede pijler van de UNGP’s, te weten de «duty to respect» richt zich op de verantwoordelijkheid van bedrijven om mensenrechten te respecteren, ook wanneer de overheid in het gastland hen daar niet aan houdt. Het kabinet verwacht van Nederlandse bedrijven dat zij in het buitenland dezelfde mensenrechtenstandaarden hanteren als in Nederland. Het is de eigen verantwoordelijkheid van bedrijven om de UNGP’s en OESO-richtlijnen na te leven.
    Bij aanvragen voor ondersteuning uit het buitenlandinstrumentarium van het Ministerie van Buitenlandse Zaken wordt nagegaan in hoeverre bedrijven de IMVO-richtlijnen, zoals de OESO-richtlijnen, in hun bedrijfsvoering toepassen.

  • Vraag 5
    Heeft u, of gaat u, de VN Mensenrechtenraad om een toelichting vragen hoe zij zijn gekomen tot de «redelijke gronden» om aan te nemen dat deze bedrijven verbonden zijn met de Israëlische nederzettingen? Zo ja, wat is op basis van die informatie uw conclusie over de verbondenheid met de Israëlische nederzettingen? Zo nee, waarom niet?

    Aangezien het kabinet geen voorstander was van deze database, en het aan Nederlandse bedrijven zelf is om te bepalen welke activiteiten zij ontplooien en met welke partners zij samenwerken en hierover onder eigen verantwoordelijkheid tot afgewogen besluiten te komen waarover zij bereid zijn publiekelijk verantwoording af te leggen, ligt het niet in de rede dat het Kabinet hierover met OHCHR in gesprek gaat of in de Mensenrechtenraad om een toelichting gaat vragen.

  • Vraag 6
    Kunt u deze vragen beantwoorden voor het algemeen overleg Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen d.d. 20 februari 2020?

    Ja.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2020Z02878
Volledige titel: Het bericht VN publiceert lijst van bedrijven met banden Israëlische nederzettingen
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20192020-1855
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Van den Hul over het bericht VN publiceert lijst van bedrijven met banden Israëlische nederzettingen