Kamervraag 2019Z22616

Het bericht 'Amsterdam moet belofte inlossen: hoeveel uur is ‘een schoon huis’?'

Ingediend 20 november 2019
Beantwoord 3 februari 2020 (na 75 dagen)
Indiener Lenny Geluk-Poortvliet (CDA)
Beantwoord door Hugo de Jonge (viceminister-president , minister volksgezondheid, welzijn en sport) (CDA)
Onderwerpen werk werkgelegenheid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z22616.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-1565.html
  • Vraag 1
    Kent u het bericht «Amsterdam moet belofte inlossen: hoeveel uur is een schoon huis?»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Wat vindt u van het standpunt van de gemeente Amsterdam dat de gemeente erkent dat het beleid na de rechterlijke uitspraak niet is gewijzigd?

    In mijn brief van 12 april 20192 heb ik gemeenten, die klachten en bezwaren hebben ontvangen ten aanzien van een resultaatgerichte manier van werken, opgeroepen om samen met de cliënt te zoeken naar een oplossing die past bij de lokale uitgangspunten, maar recht doet aan de uitspraken van de hoogste bestuursrechter. Ik heb daarbij opgemerkt dat ik wil voorkomen dat in de komende periode tot aan de door mij voorgenomen wetswijziging een periode van onduidelijkheid aanbreekt voor de vele cliënten aan wie nu naar tevredenheid een voorziening op basis van resultaat is verstrekt. In mijn brief van 28 oktober 20193 heb ik u medegedeeld dat de VNG een webbericht heeft geplaatst, in uitvoering van de motie Slootweg Geluk-Poortvliet4. In dit webbericht wordt gemeenten geadviseerd klachten en bezwaren af te handelen op een manier die recht doet aan de gewezen uitspraak van de hoogste bestuursrechter om de rechtszekerheid van cliënten in de praktijk te borgen.
    De internetconsultatie van het wetsvoorstel resultaatgericht beschikken is gestart op 15 januari jongstleden. Met dit wetsvoorstel krijgen beide vormen van beschikken, uren en resultaat, een plek in de Wmo 2015. Ik acht het nog steeds raadzaam dat gemeenten hun lokale beleid en uitvoering al zoveel mogelijk in lijn brengen met deze wetswijziging en al datgene doen om de rechtszekerheid van hun cliënten in de praktijk te borgen.
    Naar aanleiding van de door u gestelde vragen is contact opgenomen met de gemeente Amsterdam. De rechterlijke uitspraken zijn voor het college van B&W van Amsterdam aanleiding geweest om, in afwachting van de voorgenomen wijziging van de Wmo 2015, voor Amsterdamse clienten tijdelijk de mogelijkheid te creëren een beschikking in uren aan te vragen en te ontvangen. Deze mogelijkheid is door het college van B&W opgenomen in de «Nadere regels maatschappelijke ondersteuning Amsterdam 2020».

  • Vraag 3
    Vindt u het terecht dat de gemeente Amsterdam vooruitloopt op een wetswijziging?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 4
    Deelt u het uitgangspunt dat de uitspraak in deze zaak en de gang naar de rechter gevolgen heeft voor alle Amsterdammers met schoonmaakhulp en er dus een beleidsaanpassing zou moeten volgen?

    Het college van B&W van de gemeente Amsterdam heeft in lijn met mijn oproep een werkwijze uitgestippeld tot aan de wetswijziging van de Wmo 2015 die past bij het resultaatgerichte beleid van de gemeente enerzijds en de uitspraak van de rechter anderzijds. Uitgangspunt van het college daarbij is dat voorkomen moet worden dat voor de vele cliënten aan wie naar tevredenheid een voorziening op basis van een resultaat is verstrekt een periode van onduidelijkheid aanbreekt en waarin een nieuw besluit over hun ondersteuning moet worden genomen. Het college heeft cliënten dan ook niet actief geïnformeerd over de mogelijkheid van een tijdsaanduiding. Tegelijkertijd ontvangen die cliënten die daarom vragen een beschikking met een tijdsaanduiding.
    Op basis van informatie die ik heb ontvangen van de gemeente Amsterdam heeft de meneer in kwestie een beschikking met een tijdsindicatie aangevraagd en ook ontvangen. Het afgeven en verlengen van urenindicaties is – in afwachting van de wetswijziging – een handmatig proces. De gemeente Amsterdam erkent dat in dit proces iets is misgegaan, waardoor meneer per abuis een resultaatbeschikking heeft ontvangen, wat zo spoedig als mogelijk door het college gecorrigeerd is. Voordat deze beschikking kon worden afgegeven had deze meneer echter al bezwaar aangetekend.

  • Vraag 5
    Wat vindt u ervan dat deze meneer opnieuw naar de bezwaarcommissie van de gemeente moet terwijl de rechter over dezelfde zaak reeds uitspraak had gedaan?

    Zie antwoord vraag 4.

  • Vraag 6
    Deelt u het standpunt dat in afwachting van een wetswijziging een gemeente ­altijd mag afwijken ten voordele van de burger, maar nooit ten nadele?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 7
    Bent u bereid in overleg te gaan met de gemeente Amsterdam waarbij het uitgangspunt is dat rechtelijke uitspraken gewoon opgevolgd moeten worden, zeker gezien de aangenomen motie-Slootweg/Geluk? Waarom wel of waarom niet?2

    Gelet op het voorgaande zie ik op dit moment geen aanleiding om met de gemeente Amsterdam in overleg te treden.

  • Mededeling - 11 december 2019

    De vragen van het Kamerlid Geluk-Poortvliet (CDA) over het bericht «Amsterdam moet belofte inlossen: hoeveel uur is «een schoon huis»?» (2019Z22616) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. De reden van het uitstel is dat noodzakelijke afstemming met de gemeente Amsterdam meer doorlooptijd vraagt. Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de Kamervragen doen toekomen.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2019Z22616
Volledige titel: Het bericht 'Amsterdam moet belofte inlossen: hoeveel uur is ‘een schoon huis’?'
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20192020-1565
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Geluk-Poortvliet over het bericht ‘Amsterdam moet belofte inlossen: hoeveel uur is ‘een schoon huis’?’