Kamervraag 2019Z15232

Het artikel “De uit zee opgepikte migranten moeten wel ergens van boord kunnen, waarschuwen Nederlandse reders"

Ingediend 18 juli 2019
Beantwoord 22 oktober 2019 (na 96 dagen)
Indieners Maarten Groothuizen (D66), Sjoerd Sjoerdsma (D66)
Beantwoord door Stef Blok (minister buitenlandse zaken) (VVD), Ankie Broekers-Knol (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD)
Onderwerpen immigratie migratie en integratie
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z15232.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-460.html
  • Vraag 1
    Kent u het artikel «De uit zee opgepikte migranten moeten wel ergens van boord kunnen, waarschuwen Nederlandse reders»?1

    Ja

  • Vraag 2
    Kunt u bevestigen dat tussen juni en november 2018 13 procent van de migranten werd gered door een commercieel schip, tegen drie procent in diezelfde periode een jaar eerder? Zo nee, welke cijfers heeft u daarover?

    Het kabinet beschikt niet over dergelijke cijfers.

  • Vraag 3
    Wat is er precies gebeurd bij het incident, waarbij een koopvaardijschip is gekaapt? Is dit vaker voorgekomen?

    Dit schip (de ElHiblu2 vaart niet onder de Nederlandse vlag. De precieze toedracht van het incident is daardoor niet bekend.
    Incidenten waarbij het redden van migranten door koopvaardijschepen heeft geleid tot spanningen aan boord worden niet centraal geregistreerd. Het is dan ook niet mogelijk vast te stellen om hoeveel incidenten het gaat.
    Een onveilige situatie aan boord kan ontstaan wanneer de schepen onvoldoende zijn uitgerust om voor langere tijd grote groepen mensen aan boord te hebben. Dit kan ook voor koopvaardijschepen gelden wanneer drenkelingen zich langere tijd aan boord bevinden.

  • Vraag 4
    Hoeveel incidenten zijn bekend waarbij het redden van migranten door koopvaardijschepen vervolgens heeft geleid tot spanningen aan boord?

    Zie antwoord vraag 3.

  • Vraag 5
    Hoe beoordeelt u het pleidooi van de Nederlandse reders voor voldoende veilige havens om reddingsacties van de koopvaardij tot een goed einde te brengen?

    Het kabinet steunt dit pleidooi. Het is ook in lijn met de inzet van het kabinet om te komen tot een structurele oplossing voor ontscheping in de EU, maar ook in andere landen om de Middellandse Zee.

  • Vraag 6
    Welke stappen gaat u, al dan niet in EU-verband, zetten om ervoor te zorgen dat er veilige havens zijn voor de spoedige ontscheping van geredde migranten?

    Kortheidshalve verwijst het kabinet naar de meest recente correspondentie hierover via het Schriftelijk Overleg met uw Kamer ter voorbereiding op de informele JBZ-raad van 18-19 juli jl. als ook het verslag van deze bijeenkomst.3 Zoals toegelicht in dit verslag, hebben deze bijeenkomsten niet geresulteerd in een tijdelijk mechanisme dat, wat het kabinet betreft, kan bijdragen aan de gewenste structurele oplossing voor ontscheping. Het kabinet zal blijven aandringen op een mechanisme waarin een zo groot mogelijke groep, zo niet alle lidstaten, haar verantwoordelijkheid neemt. Inclusief de lidstaten van aankomst. Daarnaast blijft het kabinet voorstander van een algemeen verdelingsmechanisme waarin bij aankomst middels een verplichte grensprocedure onderscheid wordt gemaakt tussen kansrijke asielzoekers, kansarme asielzoekers en irreguliere economische migranten. Hierbij draagt het kabinet tevens uit dat herplaatsing alleen aan de orde is wanneer een lidstaat onder aanhoudende, disproportionele druk staat.

  • Vraag 7
    Welke andere maatregelen kunt u nemen om de veiligheid, zowel van migranten als koopvaardijschepen, te vergroten?

    Zoals bij uw Kamer bekend heeft de Minister van Infrastructuur en Waterstaat om veiligheidsredenen recentelijk veiligheids- en bemanningseisen gesteld aan schepen die stelselmatig drenkelingen aan boord nemen. Dit vergroot de veiligheid. Daarnaast mag worden verwacht dat een structurele oplossing voor de herverdeling van drenkelingen in Europa ertoe zal leiden dat sneller een veilige haven gevonden kan worden waar migranten ontscheept kunnen worden. Dit kan betekenen dat het verblijf van deze mensen aan boord kortstondig wordt. Ook dit vergroot de veiligheid. Over de laatste stand van zaken over deze discussie, is uw Kamer geïnformeerd via de aanbiedingsbrief van het verslag van de informele JBZ-raad van 18–19 juli jl.

  • Vraag 8
    Wat is de stand van zaken met betrekking tot de EUNAVFOR MED Sophia missie?

    Kortheidshalve verwijst het kabinet naar de beantwoording van vergelijkbare vragen als onderdeel van het Schriftelijk Overleg met uw Kamer ter voorbereiding op de informele JBZ-raad van 18-19 juli jl. als ook naar de beantwoording van schriftelijke vragen van het lid Groothuizen over dit onderwerp.4 Daarbij moet worden aangetekend dat het mandaat van operatie Sophia is gericht op het bestrijden van mensensmokkel en niet op de redding van drenkelingen. Laatste is een internationale verplichting die voortvloeit uit het internationaal zeerecht. Voor Nederland is het van belang dat afspraken over operatie Sophia niet vooruitlopen op een structurele oplossing voor ontscheping in de EU conform de conclusies van de Europese Raad van juni 2018 en ook niet vooruitlopen op onderhandelingen over het Gemeenschappelijke Europees Asiel Stelsel (GEAS). Inmiddels heeft het Politiek en Veiligheidscomité (PVC) van de EU besloten om het mandaat van Sophia voor 6 maanden onveranderd te verlengen.

  • Vraag 9
    Welk effect heeft, naar uw verwachting, het hervatten van patrouilles met schepen van EUNAVFOR MED Sophia op de veiligheid van koopvaardijschepen?

    Het mandaat van Sophia is onveranderd verlengd voor zes maanden. Het kabinet wijst er op dat ook het beschermen van koopvaardijschepen geen onderdeel is van het mandaat van de missie. Het kabinet beschikt niet over informatie over het effect van patrouilles in Sophia op de veiligheid van koopvaardijschepen.

  • Vraag 10
    Op welke wijze probeert u het mandaat van deze missie te verlengen en daarbij weer tot de inzet van schepen te komen om drenkelingen te redden en mensensmokkel te bestrijden?

    Zie antwoord vraag 8.

  • Vraag 11
    Kunt u deze vragen zo snel mogelijk, maar uiterlijk voor 20 augustus 2019 beantwoorden?

    Nee.

  • Mededeling - 9 augustus 2019

    Hierbij bericht ik u, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken, dat de schriftelijke vragen van de leden Groothuizen en Sjoerdsma (beiden D66) over het artikel «De uit zee opgepikte migranten moeten wel ergens van boord, waarschuwen Nederlandse reders» (ingezonden18 juli 2019) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2019Z15232
Volledige titel: Het artikel “De uit zee opgepikte migranten moeten wel ergens van boord kunnen, waarschuwen Nederlandse reders"
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20192020-460
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Groothuizen en Sjoerdsma over het artikel "De uit zee opgepikte migranten moeten wel ergens van boord kunnen, waarschuwen Nederlandse reders"