Kamervraag 2019Z10528

De extra inzet van Twentse gemeenten om foute zorgbureaus op te sporen

Ingediend 27 mei 2019
Beantwoord 18 juni 2019 (na 22 dagen)
Indiener René Peters (CDA)
Beantwoord door Hugo de Jonge (viceminister-president , minister volksgezondheid, welzijn en sport) (CDA)
Onderwerpen organisatie en beleid zorg en gezondheid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z10528.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-3066.html
1. Tubantia, «Extra inzet opsporing van foute zorgbureaus», 24 mei 2019
  • Vraag 1
    Bent u bekend met het stoplichtmodel dat het samenwerkingsverband van twaalf Twentse gemeenten gebruikt om foute zorgbureaus op te sporen?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Wat is uw reactie op het feit dat er bij maar liefst 64 van de ruim 300 gecontracteerde bureaus ernstige twijfels zijn over werkwijze en integriteit en deze partijen dus «rood» kleuren?

    De 12 Twentse gemeenten hebben in gezamenlijkheid een toolbox zorgfraude ontwikkeld, gericht op preventie, controle en handhaving. Doelstelling is om rechtmatige zorg voor (kwetsbare) inwoners te bevorderen. Het gaat daarbij om het bereiken van een juiste besteding van de zorggelden en het beschermen van een kwetsbare doelgroep.
    Het stoplichtmodel dat wordt gebruikt, maakt aan de hand van criteria inzichtelijk wat de risico’s zijn bij zorgaanbieders. Aan zorgaanbieders wordt onder meer gevraagd wat de verhouding is tussen hun omzet en hun personeelskosten, naar hun belangen in andere bedrijven en onroerend goed, en naar hun eigen opleidingen en ervaring in de zorg. Elke vraag kan 1, 2 of 3 punten opleveren. De zorgondernemer die meer dan 5 punten scoort staat op «rood». Rood betekent dat er nader onderzoek volgt naar de aanbieder. Het stoplichtmodel is door de gemeenten voor de eerste keer ingezet. Het kan zijn dat de indicatoren te scherp zijn ingesteld, het kan ook zijn dat zaken bij deze bureaus niet in orde zijn. Het onderzoek dat de komende tijd plaatsvindt naar de 64 bureaus die «rood» scoren zal dit duidelijk maken. Ik wil de uitkomsten van het onderzoek afwachten alvorens conclusies te trekken over de werkwijze en integriteit van deze partijen.

  • Vraag 3
    Wat is uw reactie op het feit dat slechts bij 20% van alle gecontracteerde bureaus alles in orde bleek?

    In het stoplichtmodel kan een zorgondernemer groen, oranje of rood scoren. Het aantal van 20% waarbij in eerste aanleg alles op orde is en die «groen» scoren, is laag. Gezien het feit dat het stoplichtmodel voor de eerste keer wordt toegepast en er de komende maanden nader onderzoek plaatsvindt wil ik de uitkomsten van dit onderzoek afwachten alvorens definitieve conclusies te trekken.

  • Vraag 4
    Welke conclusies trekt u met deze wetenschap over het belang van controle vooraf?

    Ik juich het toe dat gemeenten aanbieders controleren. Het stoplichtmodel is daarbij een van de methoden om hier uitvoering aan te geven. De Twentse gemeenten controleren zorgaanbieders in de periode tussen inschrijving en gunning. Na de ingangsdatum van het contract, vindt er bij de rode zorgaanbieders een grondig onderzoek plaats. De reden waarom dit pas na de ingangsdatum van het contract plaatsvindt, is omdat een zorgaanbieder op dat moment aan de strenge eisen uit de contracten hoeft te voldoen.

  • Vraag 5
    Klopt het dat in het samenwerkingsverband van de twaalf Twentse gemeenten gebruik wordt gemaakt van «open-house-financiering», waarbij honderden aanbieders zonder heldere controle vooraf aan het werk mochten?

    Ja.

  • Vraag 6
    Ziet u een (mogelijk) verband tussen het hanteren van «open house financiering» en een verhoogd risico op een hoger percentage foute zorgbureaus?

    Bij een »open house financiering» of eigenlijk «openhouse contractering» kan iedere zorgaanbieder, die aangeeft aan de voorwaarden van de gemeente te voldoen, inschrijven. Er vindt hierbij niet altijd controle vooraf plaats of de zorgaanbieder ook daadwerkelijk voldoet aan de vereisten.
    Of het ontbreken van een controle leidt tot een hoger percentage foute zorgbureaus kan ik niet staven met cijfers, maar acht ik niet onlogisch. Zoals eerder aangegeven juich ik het zeer toe dat er door gemeenten wordt gecontroleerd om de «rotte appels» te weren. De Twentse gemeenten controleren zorgaanbieders in de periode tussen inschrijving en gunning. Na de ingangsdatum van het contract, vindt er bij de rode zorgaanbieders een grondig onderzoek plaats. De reden waarom dit pas na de ingangsdatum van het contract plaatsvindt, is omdat een zorgaanbieder op dat moment pas aan de strenge eisen uit de contracten hoeft te voldoen.

  • Vraag 7
    Deelt u de observatie dat honderden zorgaanbieders die oplossingen verkopen op deze manier blijkbaar ongehinderd problemen mogen zoeken om geld aan te verdienen?

    Geld voor de zorg moet besteed worden aan zorg en aan niets anders. Ik juich het dan ook zeer toe dat er door gemeenten wordt gecontroleerd om de »rotte appels» te weren. Zorgaanbieders die een ander doel hebben dan het verlenen van zorg kunnen met controles geweerd worden. De 12 Twentse gemeenten geven hier met het stoplichtenmodel invulling aan.

  • Vraag 8
    Deelt u de mening dat controle vooraf beter is dan controleren op de komma achteraf? Zo nee, waarom niet?

    Ja.

  • Vraag 9
    Bent u bereid om bijvoorbeeld met de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en gemeentelijke samenwerkingsverbanden in gesprek te gaan met als doel controle te verbeteren, zeker wanneer gebruik gemaakt wordt van «open-house-financiering»? Zo nee, waarom niet?

    Ja, daar ben ik toe bereid.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2019Z10528
Volledige titel: De extra inzet van Twentse gemeenten om foute zorgbureaus op te sporen
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20182019-3066
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Peters over de extra inzet van Twentse gemeenten om foute zorgbureaus op te sporen