Kamervraag 2019Z04103

Het artikel ‘35.000 ton bommen uit WO I lekken springstof vlak voor kust in Knokke’

Ingediend 5 maart 2019
Beantwoord 2 april 2019 (na 28 dagen)
Indiener Henk Krol (50PLUS)
Beantwoord door Ank Bijleveld (minister defensie) (CDA)
Onderwerpen afval bodem natuur en milieu
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z04103.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-2126.html
  • Vraag 1
    Bent u bekend met het artikel «35.000 ton bommen uit WO I lekken springstof vlak voor kust in Knokke»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Bent u op de hoogte van de uitkomsten van de periodieke controle door de Belgische FOD Volksgezondheid en bent u bereid de Kamer daarover nader te informeren?

    Het Ministerie van Defensie is in contact met de Belgische Federale Overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu over de bevindingen van de periodieke controles bij de munitiestortplaats «Paardenmarkt» voor de kust bij Knokke. Het doel van die contacten is elkaar op de hoogte houden van de situatie en lering trekken uit onderzoeken die zowel in Nederland als in België met betrekking tot de munitiestortplaatsen zijn en worden uitgevoerd.
    In mei 2019 zal de FOD Volksgezondheid ter plaatse van de munitiestortplaats een uitgebreid onderzoek vanaf het onderzoeksschip Belgica laten uitvoeren. Over de situatie in België kan ik verder geen uitspraken doen; dat is aan de Belgische overheid. Ook bij de beantwoording van de vragen 3, 4 en 5 beperk ik me tot de situatie in Nederland.

  • Vraag 3
    Zijn er nog meer «munitiekerkhoven» voor de Belgische en/of Nederlandse kust?

    In Nederland bevinden zich vier munitiestortplaatsen in de kustwateren: één in de Oosterschelde, twee op de Noordzee 30 kilometer uit de kust ter hoogte van IJmuiden en Hoek van Holland en één ten oosten van Ameland. Deze locaties staan als zodanig vermeld op zeekaarten en zijn betond. Er gelden beperkingen met betrekking tot ankeren, duiken en het gebruik van sleepnetten om verspreiding van de gestorte munitie te voorkomen.

  • Vraag 4
    Over wat voor soort munitie gaat het op de «munitiekerkhoven»? Zijn er ook gifgassen gestort?

    Op de vier Nederlandse munitiestortplaatsen is in de periode 1945–1967 met een vergunning van het toenmalige Ministerie van Openbare Werken en Wederopbouw voornamelijk Duitse en Engelse munitie uit de Tweede Wereldoorlog gestort. TNO heeft onderzoek gedaan naar de samenstelling van deze munitie (gedeeld met de Kamer o.a. per brief d.d. 22 augustus 2001). Het betreft conventionele munitie en zoals uit het TNO-onderzoek blijkt zijn er geen granaten met gifgassen als mosterdgas, chloorgas, zenuwgas, etc. gestort. De gestorte materialen bestaan uit metaal van hulzen en munitiekisten, grondstoffen voor kruit en springstof en in beperkte mate materialen uit rook- en lichtgranaten.

  • Vraag 5
    Kunt u een beschrijving geven van het soort gevaren en het risico daarvan voor het milieu, de vissen, de scheepvaart en de Belgische en Nederlandse inwoners?

    Vanaf 1998 zijn er in opdracht van Rijkswaterstaat en het Ministerie van Defensie diverse onderzoeken door het Rijksinstituut voor Kust en Zee (RIKZ), TNO en Imares/Wageningen UR uitgevoerd naar de mogelijke risico’s als gevolg van de aanwezigheid van de munitiestorten. Er is onderzoek gedaan naar de kans op spontane ontploffing van de gestorte munitie, naar de waterkwaliteit en de waterbodemfauna in de directe omgeving van de munitiestorten en naar de eventuele verspreiding van energetische stoffen en zware metalen in schelpdiervlees. De resultaten en conclusies uit de onderzoeken zijn aan uw Kamer gerapporteerd, onder andere in de brief van 28 mei 2015 (Kamerstuk 27 625 nr.339).
    De onderzoeken hebben aangetoond dat de kans op spontane ontploffing praktisch nihil is omdat de ontstekers destijds uit de munitie zijn gehaald. Er zijn geen negatieve effecten op het milieu aangetoond en ze worden ook niet verwacht aangezien de corrosie van de gestorte munitie een buitengewoon traag proces is dat honderden jaren zal duren. De daarbij vrijkomende metalen en andere stoffen komen, mede door de stroming ter plaatse, sterk verdund in het water. De gevonden waarden bij het onderzoek in 2015 boven de munitiestortplaats zijn vergeleken met die van het reguliere meetpunt in de Oosterschelde nabij Wissenkerke. Daarbij zijn geen significante verschillen gevonden tussen die twee locaties. De waarden van de reguliere maandelijkse metingen, die Rijkswaterstaat vanuit haar verantwoordelijkheid voor de waterkwaliteit van de rijkswateren op verschillende meetpunten in de Oosterschelde (zoals bij Wissenkerke) en de Noordzee uitvoert, blijven ook nu binnen de geldende normen. Uiteraard worden de reguliere metingen, die Rijkswaterstaat doet ten behoeve van de waterkwaliteit, voortgezet. Het onderzoek boven de munitiestortplaats wordt in 2019 herhaald.
    Het onderzoek uit 2015 naar de aanwezigheid van energetische stoffen en zware metalen in schelpdiervlees uit de Oosterschelde in de nabijheid van de munitiestortplaats laat zien dat de concentraties lager zijn dan de risiconiveaus voor humane voedselveiligheid en voor de ecologie.

  • Vraag 6
    Wat gaat u doen om de veiligheid te garanderen? Is het veiliger om de munitie te bergen? Is het beter om nu te handelen in plaats van wachten tot de problemen door roest groter worden?

    Zie antwoord vraag 5.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2019Z04103
Volledige titel: Het artikel ‘35.000 ton bommen uit WO I lekken springstof vlak voor kust in Knokke’
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20182019-2126
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Krol over het artikel ‘35.000 ton bommen uit WO I lekken springstof vlak voor kust in Knokke’