Kamervraag 2018Z13733

Het beleid van Jeugdbescherming Rijnmond inzake reisadviezen naar Israël

Ingediend 6 juli 2018
Beantwoord 23 augustus 2018 (na 48 dagen)
Indieners Fleur Agema (PVV), Gidi Markuszower (PVV), Raymond de Roon (PVV)
Beantwoord door Sander Dekker (minister zonder portefeuille justitie en veiligheid) (VVD), Stef Blok (minister buitenlandse zaken) (VVD), Hugo de Jonge (viceminister-president , minister volksgezondheid, welzijn en sport) (CDA)
Onderwerpen internationaal reizen
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z13733.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-2969.html
  • Vraag 1
    Klopt het dat Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (JRR) kinderen die onder toezicht staan negatief adviseert om met vakantie te gaan naar Israël vanwege de veiligheidsrisico’s die aan dit land zijn verbonden? Zo ja, waar is dit beleid op gebaseerd? Zo nee, waarom klopt dit niet?1

    De Gecertificeerde Instelling (GI) beoordeelt van geval tot geval of aan een kind dat onder haar toezicht staat, toestemming kan worden verleend om naar het buitenland te reizen. Dit geldt voor elke buitenlandse bestemming. De GI betrekt daarbij alle relevante factoren. Zo kijkt de GI onder meer naar het gezin en de leeftijd van de minderjarige, wie de verantwoordelijkheid voor de minderjarige draagt tijdens de reis, waar de reis naar toe gaat en welk advies het Ministerie van Buitenlandse Zaken over de bestemming geeft. Op basis hiervan reageert de GI op het verzoek van de gezaghebbende ouders. Er is daarbij geen sprake van een algemeen negatief reisadvies voor welk land dan ook.
    Bij klachten over de werkwijze van een GI kunnen cliënten zich wenden tot de klachtencommissie. Cliënten kunnen hierbij gebruik maken van ondersteuning door het Advies- en Klachtenbureau Jeugdzorg.

  • Vraag 2
    Geldt een dergelijk negatief reisadvies ook voor kinderen die naar Turkije op vakantie willen gaan? Zo ja, waarom wordt er onderscheid gemaakt tussen reizen naar Israël en reizen naar Turkije en/of tussen reizen naar Israël en reizen naar Marokko?2 3 Acht u dit onderscheid gerechtvaardigd en, zo ja, op welke grond(en)? Zo nee, waarom geldt een dergelijk negatief reisadvies niet?

    Zie antwoord vraag 1.

  • Vraag 3
    Deelt u de mening dat het overdreven is dat JRR het reizen naar landen volledig verbiedt, terwijl het Ministerie van Buitenlandse Zaken voor grote gebieden in die landen niet het reisadvies «niet reizen» geeft (dus niet die gebieden categorisch als gevaarlijk aanduidt), maar slechts de waarschuwing «let op, veiligheidsrisico’s»? Zo nee, waarom niet?

    Het advies van BZ over de bestemming van de reis is slechts één van de factoren bij de afweging of de GI toestemming verleent. Indien de GI op basis van een zorgvuldige afweging tot de conclusie komt dat mede door de reis naar het buitenland de ontwikkeling van de minderjarige in het geding dreigt te komen, is de GI verplicht daarnaar te handelen en toestemming voor die reis te weigeren. Dit is onderdeel van de wettelijke taak van de GI.

  • Vraag 4
    Bent u bereid er voor te zorgen dat JRR niet langer toestemming voor reizen naar dergelijke gebieden weigert indien de minderjarige zal reizen onder begeleiding van een meerderjarige die de noodzakelijke oplettendheid op veiligheidsrisico’s kan opbrengen? Zo nee, waarom niet?

    De GI heeft de verantwoordelijkheid voor het kind en neemt beslissingen die noodzakelijk zijn om het kind veilig te laten opgroeien. Hieronder valt ook de bevoegdheid om te besluiten of de minderjarige waarover een kinderbeschermingsmaatregel is uitgesproken naar het buitenland mag reizen en of dat in het kader van gezond en veilig opgroeien verantwoord is. Dit gebeurt waar mogelijk in overleg met de ouders. De GI kan echter – als zij oordeelt dat het veilig opgroeien van het kind wordt bedreigd of dat daarover twijfel bestaat – besluiten dat de minderjarige niet naar het buitenland mag afreizen. De GI heeft de benodigde kennis en expertise om deze beoordeling te maken. Ik zie geen reden om deze bevoegdheid te beperken.

  • Mededeling - 30 juli 2018

    Hierbij bericht ik u, mede namens de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport dat de schriftelijke vragen van de leden Markuszower, De Roon en Agema (allen PVV) over het beleid van Jeugdbescherming Rijnmond inzake reisadviezen naar Israël (ingezonden 6 juli 2018) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2018Z13733
Volledige titel: Het beleid van Jeugdbescherming Rijnmond inzake reisadviezen naar Israël
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20172018-2969
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Markuszower, De Roon en Agema over het beleid van Jeugdbescherming Rijnmond inzake reisadviezen naar Israël