Ingediend | 12 juni 2018 |
---|---|
Beantwoord | 29 juni 2018 (na 17 dagen) |
Indiener | John Kerstens (PvdA) |
Beantwoord door | Kajsa Ollongren (viceminister-president , minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (D66), Bruno Bruins (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
Onderwerpen | organisatie en beleid zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z11041.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-2595.html |
Ja.
Het kabinet streeft naar maatschappelijke verantwoorde inkomens en ontslagvergoedingen voor topfunctionarissen in de publieke en semipublieke sector. Wat daarbij aanvaardbaar is, is vastgelegd in de WNT. Zoals de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en ikzelf in de brief van 22 februari 2018 aan de Tweede Kamer uiteen hebben gezet, wordt de WNT als zodanig goed nageleefd. Dit blijkt uit de eerste wetsevaluatie en de opeenvolgende WNT-jaarrapportages. Het kabinet ziet onverminderd toe op de naleving van de wet en pakt eventuele problemen bij de uitvoering aan. Daarnaast heeft het kabinet aandacht voor het tegengaan van mogelijke constructies om de WNT te ontwijken.
Zie antwoord vraag 2.
Ja.
De beantwoording van 22 augustus 2017 was abusievelijk gebaseerd op de situatie die gold voor inwerkingtreding van de Evaluatiewet WNT. Met de inwerkingtreding van de Evaluatiewet WNT per 1 juli 2017 is de openbaarmakingsplicht inzake de WNT gewijzigd. Met het oog op een reductie van de administratieve lasten is de openbaarmakingsplicht voor ontslagvergoedingen voor niet-topfunctionarissen komen te vervallen. De openbaarmakingsplicht geldt thans nog wel indien de bezoldiging van niet-topfunctionarissen het WNT-maximum overschrijdt. Dit houdt verband met het feit dat een bezoldiging structureel van aard is en daarbij inzicht geeft in de opbouw van het loongebouw. Dit is anders bij een ontslagvergoeding. Een dergelijke vergoeding staat los van het loongebouw.
Zoals gezegd, bestaat sinds de inwerkingtreding van de Evaluatiewet WNT in 2017 niet langer de verplichting om ontslagvergoedingen van niet-topfunctionarissen openbaar te maken. Binnen de grenzen die de wet stelt, is het aan de instellingen zelf om te bepalen wat een passende mate van openbaarmaking is. Ik constateer dat instellingen daarbij overwegend niet enkel naar de letter van de wet kijken, maar een maatschappelijke afweging maken die recht doet aan de specifieke omstandigheden.
Zie antwoord vraag 6.
Zie antwoord vraag 6.