Kamervraag 2018Z01397

Het bericht 'EU rift over rule of law deepens'

Ingediend 30 januari 2018
Beantwoord 28 februari 2018 (na 29 dagen)
Indieners Renske Leijten , Michiel van Nispen
Beantwoord door Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA), Halbe Zijlstra (VVD)
Onderwerpen europese zaken internationaal
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z01397.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-1311.html
  • Vraag 1
    Heeft u kennisgenomen van het feit dat de Europese Commissie Roemenië op 24 januari 2018 tot de orde geroepen heeft, omdat het land voornemens is om hervormingen door te voeren die de rechtsstaat zouden ondermijnen en ervoor kunnen zorgen dat van corruptie verdachte politici niet vervolgd worden?1 2

    Ja

  • Vraag 2
    Welke stappen heeft de Europese Commissie precies ondernomen, en bent u bereid de Kamer op de hoogte te houden van dit proces?

    Het proces van verankering en internalisering van Europese kernwaarden is geen lineair proces, maar gaat met vooruitgang en soms ook met achteruitgang. Daarom heeft de rechtsstaat in alle lidstaten doorlopend aandacht en onderhoud nodig. Aan kandidaatlidstaten worden strenge eisen gesteld op het gebied van de rechtsstaat en de EU heeft een instrumentarium ter beschikking om achteruitgang te adresseren wanneer die zich voordoet in lidstaten. De stand van de rechtsstaat is altijd een momentopname en ook het kabinet maakt zich zorgen over de huidige ontwikkelingen in enkele lidstaten. Bijvoorbeeld als het gaat om Polen en Hongarije (zie ook Kamerstukken: 2016–2017, 1360, 2016–2017, 2053 en 21 501-02, nr. 1745). Het is zaak om dit onderwerp actief op de agenda te houden en bespreekbaar te maken tussen lidstaten, zoals nu in het geval van Polen.
    Het Coöperatie- en Verificatiemechanisme mechanisme (CVM) werd ontworpen na de toetreding van Bulgarije en Roemenië om voortgang te monitoren bij de hervorming van het rechtsstelsel, de bestrijding van corruptie en in het geval van Bulgarije, de strijd tegen georganiseerde misdaad. Dit mechanisme levert jaarlijks een analyse op van de ontwikkelingen en heeft dus vooral een signaleringsfunctie, zonder dat de EU daar een doorzettingsmacht heeft. Het kabinet is, alles afwegende, van mening dat het bestaan van het mechanisme, de systematiek van de aanbevelingen en de politieke discussie die daaraan is verbonden de afgelopen jaren een positief effect hebben gehad op de ontwikkelingen op rechtsstatelijk terrein in bovengenoemde landen, en het bespreekbaar maken van deze complexe problematiek in bredere zin in het kader van de EU.
    In het meest recente voortgangsrapport van het Coöperatie- en Verificatiemechanisme (CVM), gepubliceerd op 15 november 2017, waarmee de Europese Commissie justitiehervormingen en de strijd tegen corruptie in Roemenië monitort, stelde de Commissie vast dat Roemenië de afgelopen tien jaar vooruitgang heeft geboekt bij het hervormen van het rechtsstelsel. Tegelijkertijd constateerde de Commissie dat de voortgang in 2017 minder voorspoedig is gelopen dan verwacht en dat het hervormingsproces aan kracht heeft ingeboet in Roemenië. Ook waarschuwde de Commissie dat het risico bestaat dat zaken die in het eerdere CVM-rapport van januari 2017 als afgerond zijn beschouwd, door stagnatie en nieuwe wetsvoorstellen opnieuw moeten worden bekeken. Het betreffende CVM-rapport en de appreciatie van het kabinet zijn uw Kamer op 4 december 2017 toegegaan (Kamerstuk 23 987, nr. 205).
    Op 24 januari jl. heeft de Europese Commissie opnieuw haar zorgen geuit over voorstellen voor aanpassing van de justitiewetgeving die de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht en corruptiebestrijding kan ondermijnen. Ook de Roemeense bevolking manifesteert zich. Zo protesteerden afgelopen januari enkele tienduizenden mensen in het land tegen de wetsvoorstellen. Het maatschappelijk middenveld en vertegenwoordigers van de rechterlijke macht roepen de regering al sinds langere tijd op tot transparantie, medezeggenschap in het hervormingsproces en het inwinnen van het advies van de Venetië-commissie. De Commissie heeft binnen de kaders van het CVM concrete ijkpunten en aanbevelingen aangedragen met de oproep aan Roemenië deze op te volgen. Daarnaast blijft de Commissie middels het CVM de ontwikkelingen op het gebied van justitiehervormingen in Roemenië volgen en presenteert naar verwachting in november haar volgende CVM-rapport. Hierover zal de Kamer op gebruikelijke wijze middels een appreciatie worden geïnformeerd.

  • Vraag 3
    Deelt u de zorgen over de staat van de rechtsstaat in diverse lidstaten, waaronder Polen, Hongarije en Roemenië? Wat zegt de terugval van deze landen volgens u over hun toetreding tot de Europese Unie (EU), en de effectiviteit van de Europese Commissie om rechtstaten in derde landen te versterken in aanloop naar EU-lidmaatschap, maar ook erna, bijvoorbeeld via het Coöperatie-en Verificatiemechanisme?3

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 4
    Welke gevolgen zou het aantasten van de rechtsstaat in diverse EU-lidstaten volgens u moeten hebben voor de justitiële samenwerking tussen de betreffende landen en Nederland? Kan er een moment komen dat het aantasten van de rechtsstaat er volgens u toe zou moeten leiden dat de samenwerking (op onderdelen) teruggeschroefd of opgeschort zou moeten worden, vanwege het ontbreken van wederzijds vertrouwen?

    De justitiële samenwerking tussen de lidstaten van de EU is grotendeels in handen gelegd van de justitiële autoriteiten. De samenwerking is gebaseerd op wederzijdse erkenning en houdt in dat samenwerking het uitgangspunt is. De weigeringsgronden zijn limitatief geformuleerd. Het zijn de justitiële autoriteiten die toetsen of deze aan de orde zijn. Daarnaast geldt ook bij de justitiële samenwerking het Handvest van de Grondrechten, hetgeen inhoudt dat de justitiële autoriteit in voorkomend geval ook beziet of in die zaak samenwerking niet leidt tot schending van de daarin vastgelegde grondrechten. Is dat het geval dan wordt een uitzondering gemaakt op het beginsel van wederzijdse erkenning en zal de samenwerking niet worden verleend.
    Het algeheel opschorten van samenwerking op justitieel terrein met een lidstaat zou dit mechanisme doorkruisen en zou besluitvorming op Unie niveau vergen.

  • Vraag 5
    Welke conclusie trekt u uit het feit dat Roemenië zich weinig heeft aangetrokken van het laatste rapport van de Europese Commissie over de situatie in het land?

    Het wetgevingsproces rondom de justitiehervormingen is nog niet afgerond. In een recente uitspraak acht het Roemeense Constitutioneel Hof bovendien elementen in de justitiehervorming strijdig met de Grondwet. De wetten zullen nu opnieuw behandeld moeten worden in het Roemeense parlement.

  • Vraag 6
    Kunt u een overzicht geven van alle EU-subsidies die Roemenië en Bulgarije tijdens het huidige Meerjarig Financieel Kader (MFK) hebben en nog zullen ontvangen?

    De totale vastleggingenenvelop voor het Cohesiebeleid en het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid voor de gehele periode 2014–2020 bedraagt ongeveer 16 mld euro voor Bulgarije en 44,6 mld euro voor Roemenië. Hoeveel hiervan tijdens het huidige MFK tot betaling komt is voor een groot deel afhankelijk van wat er daadwerkelijk aan projecten in deze landen wordt uitgevoerd en wanneer aangegane vastleggingen tot betaling leiden.

  • Vraag 7
    Op welke wijze wordt gecontroleerd waar het EU-geld aan besteed wordt, en hoe voorkomt de EU dat het geld in de verkeerde zakken verdwijnt?

    Ontvangst van Europese subsidies wordt onderworpen aan zowel nationale als Europese controles om doelmatige en rechtmatige besteding van middelen te waarborgen. De Europese Commissie handhaaft de EU-wetgeving voor de uitvoering van en controles op EU-subsidies. Voor alle lidstaten geldt eenzelfde beheer- en controlestructuur.

  • Vraag 8
    Deelt u de mening dat het onverstandig zou zijn om op korte termijn een groep van Westelijke Balkanlanden toe te laten treden tot de EU, zoals de Europese Commissie van plan is, terwijl zij nog niet klaar zijn voor toetreding? Zo ja, wat doet u eraan om te voorkomen dat landen die lidmaatschap beloofd is door de EU te vroeg toetreden, waardoor zij een groter risico lopen op terugval?

    Het kabinet houdt vast aan een toetredingsproces dat strikt en fair is, gebaseerd op conditionaliteit, vastgestelde criteria en het principe van eigen verdienste. Landen kunnen pas toetreden tot de Europese Unie wanneer zij aan alle in dat kader vastgelegde voorwaarden hebben voldaan. De Raad besluit hierover met eenparigheid van stemmen. Het toetredingsverdrag moet vervolgens door alle lidstaten worden geratificeerd.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2018Z01397
Volledige titel: Het bericht 'EU rift over rule of law deepens'
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20172018-1311
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Leijten en Van Nispen over het bericht 'EU rift over rule of law deepens’