Kamervraag 2017Z14304

Misbruik bij toneelopleidingen

Ingediend 26 oktober 2017
Beantwoord 20 november 2017 (na 25 dagen)
Indiener Corinne Ellemeet (GL)
Beantwoord door Ingrid van Engelshoven (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (D66)
Onderwerpen criminaliteit openbare orde en veiligheid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z14304.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-458.html
  • Vraag 1
    Heeft u kennisgenomen van het bericht «Oud-docent Toneelschool Arnhem had seksuele relaties met leerlingen – acht oud-studenten doen hun verhaal»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Deelt u de mening dat er een hiërarchische, en daarmee ongelijke, relatie bestaat tussen docent en student? Zo nee, waarom niet?

    Ja. De relatie tussen docent en student is altijd een vorm van een afhankelijkheidsrelatie, ongeacht welke discipline. Dit verschil in positie legt extra verantwoordelijkheid bij de docent om hier integer mee om te gaan en bij de instelling om hierop alert te zijn. Ik vind het onacceptabel als een docent de afhankelijkheidsrelatie misbruikt en seksueel grensoverschrijdend gedrag vertoont richting zijn/haar studenten of anderen.

  • Vraag 3
    Heeft u signalen dat binnen de toneelopleiding vaker dan binnen het overige hoger onderwijs op seksueel gebied misbruik wordt gemaakt van deze hiërarchische relatie? Zo ja, welke signalen zijn dit? Kunt u hierbij aangeven of studenten bij een toneelopleiding vaker in een kwetsbare positie komen dan studenten buiten de toneelwereld?

    Er zijn de afgelopen jaren zeer weinig signalen binnengekomen die duiden op misbruik en/of grensoverschrijdend gedrag binnen het HO-veld. Tegelijkertijd zijn er geen redenen te veronderstellen dat het in de gehele maatschappij wel voorkomt en niet in het onderwijs. Dit kan betekenen dat – in positieve zin – de instellingen voldoende corrigerend vermogen hebben, of dat – in negatieve zin – de betrokkenen niet overgaan tot het doen van een melding. Vanuit de toneel- en filmwereld komen reacties die duiden op een extra kwetsbaarheid bij het desbetreffende vakgebied.2, 3 En naast de twee opleidingen in het genoemde artikel kwam op 2 november jl. opnieuw een toneelopleiding ter sprake in de media.4 Aan de andere kant hoor ik ook geluiden die aangeven dat de situatie in het genoemde artikel in het verleden ligt.5 Het aantal signalen dat binnenkomt is laag, waardoor het niet mogelijk is om stellige uitspraken te doen over het al dan niet vaker voorkomen van misbruik bij toneelopleidingen, of dat studenten binnen toneelopleidingen vaker in kwetsbare situaties komen dan bij andere opleidingen.

  • Vraag 4
    Deelt u de mening dat uit het voernoemde bericht blijkt dat bij de Toneelschool Arnhem en ook de Theaterschool Amsterdam er geen sprake was van een veilige leeromgeving? Zo nee, waarom niet?

    Grensoverschrijdend gedrag en misbruik van de afhankelijkheidsrelatie tussen docent en student doen schade aan de veilige leeromgeving. Een veilige leeromgeving zie ik als de ultieme voorwaarde voor leren. Het is dan ook onaanvaardbaar als de veilige leeromgeving wordt geschaad door misbruik en grensoverschrijdend gedrag tussen docent en student. In het genoemde bericht komt het beeld naar voren dat de professionele afstand die dient te worden bewaard tussen docent en student destijds niet is aangehouden. Met als gevolg een situatie die onprofessioneel en grensoverschrijdend was, en daardoor schadelijk voor de veilige leeromgeving. In beide situaties zijn de betreffende docenten door de instellingen ontslagen.

  • Vraag 5
    Deelt u de mening dat het onderwijs, en dus ook de toneelopleidingen, te allen tijde een veilige omgeving moet zijn voor studenten? Zo nee, waarom niet?

    Ja.

  • Vraag 6
    Gaat u ervoor zorgen dat het onderwijs in het algemeen, en de toneelopleiding in het bijzonder, een veilige omgeving is en blijft voor de studenten? Zo nee, waarom niet. Zo ja, hoe gaat u dit doen?

    Instellingen moeten zorgdragen voor een veilige omgeving, waarbinnen student en docent bij elke vorm van ongewenst gedrag zich aangemoedigd voelen om tot melding over te gaan. Dit moet kunnen bij een aangewezen functionaris, zonder gevaar voor zijn/haar (studie)loopbaan of rechtspositie. De hogescholen hebben in de «branchecode goed bestuur hogescholen» geregeld dat elke instelling een klachtenregeling ongewenst gedrag heeft. Daarnaast verwacht ik dat instellingen snel en adequaat handelen op het moment dat er wel een incident plaatsvindt. De genoemde instellingen zijn zich hiervan bewust en geven aan op basis van de regeling «Ongewenst Gedrag» en de gedragscode van de instelling direct te kunnen handelen. Bovendien geven deze instellingen aan een zorgsysteem met mentoren, decanen, psychologen en vertrouwenspersonen te hebben, die – om de onafhankelijkheid te waarborgen – geen directe link hebben met het onderwijs. Ook melden de instellingen dat de studenten nadrukkelijk op dit zorgsysteem worden gewezen. Daarnaast geven deze instellingen aan dat het beoordelingsmoment inmiddels een gesprek is waarbij er, naast de docent en student, ook een mentor als derde partij betrokken is. In het mediabericht van 2 november jl., waarin helaas opnieuw een incident van mogelijk grensoverschrijdend gedrag binnen een toneelopleiding ter sprake kwam, zie ik een proactieve handelwijze – waarbij er op basis van informele signalen meteen een onderzoek is gestart – die aansluit bij de verantwoordelijkheden van een instelling om misbruik en grensoverschrijdend gedrag tegen te gaan.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2017Z14304
Volledige titel: Misbruik bij toneelopleidingen
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20172018-458
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Ellemeet over misbruik bij toneelopleidingen