Kamervraag 2017Z11622

Het bericht ‘Een op de drie bijstandsgerechtigden ontvangt psychische zorg’

Ingediend 7 september 2017
Beantwoord 9 oktober 2017 (na 32 dagen)
Indieners Linda Voortman (GL), Corinne Ellemeet (GL)
Beantwoord door Jetta Klijnsma (staatssecretaris sociale zaken en werkgelegenheid) (PvdA)
Onderwerpen organisatie en beleid sociale zekerheid zorg en gezondheid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z11622.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-133.html
  • Vraag 1
    Bent u bekend met het bericht «Een op de drie bijstandsgerechtigden ontvangt psychische zorg»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Deelt u de mening dat mensen met psychische problemen extra aandacht nodig hebben om ze weer aan het werk te helpen?

    Ja. Mensen met een psychische aandoening hebben het vaak extra lastig om aan het werk te komen, onder meer vanwege het stigma dat op psychische aandoeningen rust. Om die reden ben ik in 2013, samen met onder meer de Staatssecretaris van VWS, GGZ Nederland, UWV, VNG, VNO en vertegenwoordigers van cliënten in 2013 het project Mensenwerk gestart. In eerdere brieven (onder meer brief van 25 november 2015, Kamerstuk 28 719 nr 95) heb ik u over dit project geïnformeerd.
    Het aan het werk helpen van mensen met een arbeidsbeperking vereist een aanpak die is toegesneden op de persoon om wie het gaat. Maatwerk is hierbij geboden. Dat geldt ook voor mensen met psychische aandoeningen. Bij mensen met psychische aandoeningen worden de mogelijkheden om te werken vaak te laag ingeschat. Het vaak wat sombere beeld dat werkgevers, gemeenten, de GGZ en de betrokkenen zelf van die mogelijkheden hebben, strookt niet altijd met wat feitelijk mogelijk is. Veel mensen met een psychische aandoening willen werken en blijken dat ook te kunnen als zij (en ook hun werkgever) de juiste ondersteuning krijgen. Inzet van de door de GGZ ontwikkelde re-integratiemethode Individuele Plaatsing en Steun (IPS), bijvoorbeeld, kan in die ondersteuning voorzien. IPS is bewezen effectief. Internationaal wetenschappelijk onderzoek toont dat aan, maar ook uit toepassing in Nederland blijkt dat inmiddels (zoals in Amsterdam, waar jonge mensen die een psychose hebben via IPS aan werk worden geholpen).
    Het hebben van werk blijkt de psychische gezondheid vaak ten goede te komen («werk als medicijn»).

  • Vraag 3
    Is er voldoende expertise bij gemeenten en het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) om psychische problemen bij mensen te herkennen?

    Het herkennen van psychische problemen bij mensen die een uitkering ontvangen is belangrijk. UWV en gemeenten hebben op dat vlak afgelopen tijd ervaring opgebouwd.
    UWV en GGZ-Nederland hebben in 2016 een convenant gesloten en werken als uitvloeisel daarvan voor de groep met psychische aandoeningen op uitvoeringsniveau steeds meer samen. Uitwisseling van kennis/expertise heeft plaatsgevonden, ook over de herkenning van psychische problemen.
    Voor gemeentelijke consulenten, die onder de Participatiewet vaker met mensen met psychische aandoeningen in aanraking komen, heeft Divosa een handreiking opgesteld. Het herkennen van en omgaan met psychische problemen is daar een onderdeel van. Ook zijn cursussen georganiseerd.
    Genoemde initiatieven juich ik toe. Tegelijkertijd zou het niet goed zijn als UWV en gemeenten zouden ambiëren expertise te kopiëren die bij de GGZ uit de aard van haar zaak voorhanden is. Dat zou even onwenselijk zijn als onmogelijk. Juist door samenwerking komt die GGZ-expertise op verantwoorde wijze beschikbaar.

  • Vraag 4
    Acht u gemeenten en UWV op dit moment voldoende in staat om mensen met psychische problemen aan het werk te helpen?

    Onderzoek wijst uit dat mensen met psychische problemen aan het werk helpen veel beter lukt als UWV/gemeenten in dat streven samenwerken met de GGZ. Maar duidelijk is ook dat het ontwikkelingsstadium van de samenwerking tussen GGZ en UWV/gemeenten in arbeidsmarktregio’s zeer uiteenloopt. Veel regio’s zijn in die samenwerking nog beginnend. Specifiek met het doel om de samenwerking tussen de domeinen GGZ en Werk en Inkomen in de arbeidsmarktregio’s te stimuleren, heb ik een financiële impuls van 3,5 mln vrijgemaakt. 31 arbeidsmarktregio’s hebben in reactie op mijn uitnodiging een samenwerkingsplan GGZ-Werk en Inkomen ingediend. Via deze plannen stimuleer ik dat GGZ, UWV en gemeenten hun expertise bundelen, afstemmen over de inzet van hun instrumentarium en die afstemming in hun werkprocessen integreren. Met behulp van onderzoek wil ik bovendien bevorderen dat regio’s gedurende de uitvoering van hun plannen maximaal van elkaar kunnen leren.

  • Vraag 5
    Wat zijn de knelpunten in de samenwerking tussen GGZ-instellingen, UWV en gemeenten, waar de investering van € 3,5 miljoen een oplossing voor gaat bieden?

    Onderzoek heeft bevestigd dat de aansluiting tussen het domein Werk en Inkomen en het domein GGZ beter kan. Elk domein heeft eigen methodieken, eigen doelstellingen en een eigen bekostigingssystematiek, waardoor synergiemogelijkheden onvoldoende worden gezien en benut. Uitvoeringsprocessen in het ene domein zijn onvoldoende afgestemd op die van het andere. Daardoor is de hulp die mensen met een psychische aandoening krijgen om werk te vinden, onvoldoende geïntegreerd, en daardoor minder effectief. Met deze financiële impuls beoog ik de gewenste samenwerking te ondersteunen, de ontwikkeling van gezamenlijk regionaal beleid te stimuleren, en te bevorderen dat de samenwerking tussen de domeinen GGZ en Werk en Inkomen structureel in de werkprocessen wordt opgenomen en versterkt, waardoor de kwaliteit van de ondersteuning van mensen met psychische aandoeningen wordt verhoogd.

  • Vraag 6
    Deelt u de mening dat € 3,5 miljoen een druppel op een gloeiende plaat is om GGZ-instellingen, UWV en gemeenten met elkaar te laten samenwerken om mensen met psychische problemen goed te helpen?

    Nee. De samenwerking is afhankelijk van de wil, de kennis en het enthousiasme van de mensen die in het veld het werk doen. De professionals die werkzaam zijn voor een GGZ-instelling, de klantmanagers van gemeenten, en de medewerkers van UWV. Bestuurlijk draagvlak en steun vanuit het management zijn daarbij onmisbaar. Ik ben daarom verheugd met het feit dat alle 31 samenwerkingsplannen zijn ondertekend door de verantwoordelijk wethouder van de centrumgemeente, het hoofd van het betreffend UWV-regiokantoor, en de directeur van een grote GGZ-instelling. De middelen uit de impuls zijn bedoeld als stimulans, waardoor de samenwerking vervolgens structureel in de werkprocessen kan worden geborgd.
    De uitvoering van de samenwerkingsplannen wil ik onderzoeken om te zien of de partijen in het veld elkaar voldoende vinden, om regio’s in staat te stellen van elkaar te leren, en in beeld te krijgen hoeveel mensen met psychische problemen aan werk geholpen worden. De Kamer zal over de voortgang worden geïnformeerd.

  • Vraag 7
    Deelt u de mening dat sociale uitsluiting een risico is voor mensen in de bijstand en dat daarmee het risico op psychische klachten bij mensen in de bijstand vergroot wordt?

    Ja, het risico op sociale uitsluiting is er. Het stimuleren van participatie, als het even kan in de vorm van werk, en waar nuttig in samenwerking met de GGZ, is daarom van het grootste belang.

  • Vraag 8
    Zijn er gegevens over de ontwikkeling van het aantal mensen in de bijstand dat psychische zorg krijgt in de afgelopen jaren? Zo ja, is dit aantal gestegen sinds de invoering van de Participatiewet in 2015? Zo nee, bent u bereid onderzoek te doen naar deze ontwikkeling?

    Het onderzoek dat de aanleiding vormt voor uw vragen, is het eerste onderzoek naar de samenhang tussen uitkeringen en GGZ-zorg. De cijfers hebben betrekking op de periode van voor de komst van de Participatiewet. Ik wil nagaan of eenzelfde of vergelijkbaar onderzoek kan worden herhaald, zodat ook de ontwikkelingen in de jaren waarin de Participatiewet van kracht is zichtbaar worden.

  • Vraag 9
    Is er een verband tussen hoe streng gemeenten de Participatiewet en WWB-maatregelen toepassen en het aantal mensen met psychische klachten in die gemeenten?

    Daarover is mij geen onderzoek bekend.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2017Z11622
Volledige titel: Het bericht ‘Een op de drie bijstandsgerechtigden ontvangt psychische zorg’
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20172018-133
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Voortman en Ellemeet over het bericht ‘Een op de drie bijstandsgerechtigden ontvangt psychische zorg’