Kamervraag 2017Z07305

Capaciteitsgebrek bij sporenonderzoek

Ingediend 1 juni 2017
Beantwoord 11 juli 2017 (na 40 dagen)
Indieners Ronald van Raak (SP), Michiel van Nispen (SP)
Beantwoord door Stef Blok (minister zonder portefeuille binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties, minister justitie en veiligheid) (VVD)
Onderwerpen criminaliteit openbare orde en veiligheid organisatie en beleid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z07305.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-2296.html
  • Vraag 1
    Wat is precies de oorzaak van het feit dat na de gewapende overval met dodelijke afloop het sporenonderzoek pas zo laat kon worden gestart? Hoe groot is het capaciteitsprobleem precies?1 Hoe beoordeelt u dit?

    Uit de informatie van de politie blijkt dat er in deze zaak geen sprake is van te laat starten met het sporenonderzoek. Binnen een uur nadat het delict werd gemeld, waren twee forensisch rechercheurs van de eenheid Limburg ter plaatse. Een rechercheur van de eenheid Oost-Nederland is later ingezet en een vierde rechercheur van de eenheid Limburg is de volgende ochtend ingezet. Bij dergelijke geweldmisdrijven zet de politie zich ten volle in om snel het sporenonderzoek te starten.

  • Vraag 2
    Hoe veel vaker is het voorgekomen dat forensisch onderzoek door capaciteitsproblemen vertraging oploopt? Wat doet dit met de kwaliteit van het sporenonderzoek?

    Vooropgesteld wordt dat bij zware misdrijven alle inspanningen worden gepleegd om forensisch onderzoek tijdig plaats te laten vinden. Het kan voorkomen dat er zich in een eenheid op een bepaald moment meer zaken voordoen waarvoor forensische capaciteit van de politie nodig is. Als er sprake is van samenloop in werkzaamheden krijgen de zwaarste zaken prioriteit. Zo nodig kan in inzet worden voorzien met bijstand uit andere eenheden. Op die manier heeft Forensische Opsporing (FO) genoeg mensen om zware zaken op te pakken.
    De tweede fase van de personele reorganisatie is op 1 juli 2016 gestart. In deze fase worden de formatie en bezetting kwalitatief en kwantitatief met elkaar in evenwicht gebracht. U bent hierover geïnformeerd in de voortgangsbrief2. In deze brief is voorts aangegeven dat er verschillende maatregelen zijn genomen om de basis van de opsporing en vervolging op orde te brengen. Een belangrijke maatregel is de werving van specialisten, onder meer op het gebied van forensische opsporing.

  • Vraag 3
    Welke maatregelen gaat u nemen om er voor te zorgen dat personele problemen er niet aan in de weg staan dat sporen snel en zorgvuldig kunnen worden onderzocht in dit soort ernstige zaken?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Mededeling - 27 juni 2017

    Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van de leden Van Nispen en Van Raak (beiden SP) van uw Kamer aan de Minister van Veiligheid en Justitie over capaciteitsgebrek bij sporenonderzoek (ingezonden 1 juni 2017) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2017Z07305
Volledige titel: Capaciteitsgebrek bij sporenonderzoek
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20162017-2296
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Van Nispen en Van Raak over capaciteitsgebrek bij sporenonderzoek