Kamervraag 2017Z05417

Het bericht ‘Aantal ZZP’ers dat opdrachten misloopt verdrievoudigd, ondanks uitstel handhaving DBA’

Ingediend 20 april 2017
Beantwoord 22 mei 2017 (na 32 dagen)
Indiener Steven van Weyenberg (D66)
Beantwoord door Eric Wiebes (staatssecretaris financiën) (VVD)
Onderwerpen organisatie en beleid werk
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z05417.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-1915.html
  • Vraag 1
    Wat is uw reactie op het bericht «Aantal ZZP’ers dat opdrachten misloopt verdrievoudigd, ondanks uitstel handhaving DBA»?1

    Er bestaan inderdaad nog steeds zorgen bij sommige opdrachtgevers. Zoals ik in de derde rapportage over de Wet DBA die ik op 20 april 2017 aan uw Kamer heb gezonden2 heb aangegeven laten de verschillende onderzoeken op dit gebied uiteenlopende beelden zien als het gaat om aantallen zzp’ers en de opdrachten die de zzp’er zou mislopen. Mede om die reden heb ik de Belastingdienst verzocht te onderzoeken of op basis van de btw-aangiften over 2016 en eerdere jaren over dit onderwerp conclusies zijn te trekken. Zoals ik in de genoemde rapportage heb aangegeven, tonen de cijfers (kort samengevat) een toename aan van de omzet van de geselecteerde groep zzp’ers in de jaren 2011 tot en met 2016, waarbij uiteraard de kanttekening geldt dat het gaat om totaalcijfers en dat voor individuele zzp’ers wel sprake kan zijn van een omzetdaling.

  • Vraag 2
    Waarom beperkt het Ministerie van Financiën zich in de reactie aan media tot de stelling dat de modelovereenkomsten geen verplichting zijn voor zelfstandigen, terwijl het probleem juist is dat opdrachtgévers geen niet-goedgekeurde overeenkomst durven af te sluiten omdat zij niet het risico willen lopen om niet in overeenstemming met de wet te handelen?2

    Het gebruik van modelovereenkomsten is voor zowel opdrachtgevers als voor opdrachtnemers geen verplichting, net zoals het voorheen ook geen verplichting was om gebruik te maken van de VAR. De meeste opdrachten worden dan ook juist verstrekt zonder dat gebruik wordt gemaakt van een beoordeelde modelovereenkomst. Het gebruik van een modelovereenkomst of een vooraf door de Belastingdienst beoordeelde overeenkomst biedt echter – voor die opdrachtgevers die daaraan behoefte hebben – vooraf zekerheid dat er geen loonheffingen hoeven te worden afgedragen of voldaan als uiteindelijk feitelijk ook wordt gewerkt zoals in de overeenkomst staat beschreven. Opdrachtgevers en opdrachtnemers die twijfelen over de aard van hun arbeidsrelatie hoeven niet bevreesd te zijn om een «eigen» niet door de Belastingdienst beoordeelde overeenkomst te gebruiken als zij hun overeenkomst baseren op een reeds beoordeelde overeenkomst. Op de site van de Belastingdienst4 staat aangegeven op welke wijze een dergelijke beoordeelde modelovereenkomst kan worden aangepast aan een eigen situatie. Ook een op deze wijze aangepaste overeenkomst heeft dezelfde gevolgen als een door de Belastingdienst beoordeelde overeenkomst.

  • Vraag 3
    Welk onderzoek wordt bedoeld met het onderzoek naar de oorzaken van de ontstane onrust onder zelfstandigen en opdrachtgevers?

    Het onderzoek waarnaar in het artikel van RTLZ wordt verwezen is het onderzoek naar de herijking van de begrippen «vrije vervanging» en «gezagsverhouding». De resultaten van dit onderzoek zullen op korte termijn aan de informateur worden aangeboden opdat het – zoals reeds tijdens het debat over de uitwerking van de Wet DBA op 8 december 2016 is gemeld – in de onderhandelingen ten behoeve van de formatie kan worden gebruikt. Zoals toegezegd door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in hetzelfde debat zal het rapport dan ook naar uw Kamer worden gezonden.

  • Vraag 4
    Wat zijn de onderzoeksvragen van dit onderzoek?

    Zie antwoord vraag 3.

  • Vraag 5
    Worden in dit onderzoek ook de effecten van het opschorten van de handhaving meegenomen?

    Zie antwoord vraag 3.

  • Vraag 6
    Wanneer wordt dit onderzoek afgerond? Stuurt u de resultaten naar de Kamer?

    Zie antwoord vraag 3.

  • Vraag 7
    Deelt u het oordeel dat het opschorten van de handhaving van de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (DBA) tot 1 januari 2018 onvoldoende zorgen heeft weggenomen bij opdrachtgevers om weer opdrachten te geven aan zzp'ers? Zo niet, welke ontwikkelingen geven u reden om aan te nemen dat het opschorten van de handhaving wel heeft geholpen om de zorgen van opdrachtgevers weg te nemen?

    Zie antwoord vraag 1.

  • Vraag 8
    Ziet u redenen om de opschorting van de handhaving te verlengen tot een definitieve

    Zoals ik ook heb aangegeven in de derde rapportage over de Wet DBA, streef ik ernaar om voor het zomerreces helderheid te geven over het verdere traject en de gevolgen hiervan voor de opschorting van de handhaving. In ieder geval moeten opdrachtgevers en opdrachtnemers voldoende tijd krijgen om zich aan te kunnen passen.

  • Vraag 9
    Wanneer rondt de ambtelijke werkgroep die onderzoek doet naar de herijking van de criteria «vrije vervanging» en «gezagsverhouding» zijn rapport af?

    Zie antwoord vraag 3.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2017Z05417
Volledige titel: Het bericht ‘Aantal ZZP’ers dat opdrachten misloopt verdrievoudigd, ondanks uitstel handhaving DBA’
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20162017-1915
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Van Weyenberg over het bericht 'Aantal ZZP’ers dat opdrachten misloopt verdrievoudigd, ondanks uitstel handhaving DBA'