Ingediend | 17 november 2016 |
---|---|
Beantwoord | 26 januari 2017 (na 70 dagen) |
Indiener | Fatma Koşer Kaya (D66) |
Beantwoord door | Jetta Klijnsma (staatssecretaris sociale zaken en werkgelegenheid) (PvdA) |
Onderwerpen | organisatie en beleid sociale zekerheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z21466.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-1018.html |
Ja. Ik ben bekend met het door de vragensteller aangehaalde artikel.
De gemeente moet het aan bijstandsgerechtigden opdragen van een significante tegenprestatie regelen bij verordening. De gemeente ontwikkelt daartoe beleid betreffende de inhoud, omvang en duur van de tegenprestatie. Voor het ontwikkelen van uitvoeringsbeleid biedt dit onderdeel van de wet ruimte voor beleidsvrijheid. Dit biedt de gemeente de mogelijkheid voor het invullen van individueel maatwerk. Het beleid dient vanzelfsprekend te passen binnen de bepalingen van de Participatiewet. De gemeenteraad heeft een controlerende taak op de uitvoering van het in verordeningen vastgelegde beleid.
Ja, experimenten in het kader van de Participatiewet (Pw) bieden gemeenten de mogelijkheid om te onderzoeken hoe de Pw met betrekking tot arbeidsinschakeling doeltreffender uitgevoerd kan worden. Doel van de experimenten met de Pw is wetenschappelijke kennisontwikkeling omtrent de werking van de wet. Daarbij is het wetenschappelijk belangrijk dat gemeenten die gaan experimenteren alle verplichtingen uit de Pw, namelijk conform de wet, uitvoeren.
Zo wil ik borgen dat de experimenten valide resultaten opleveren over de vergelijking van de werking van de huidige Pw ten opzichte van de aanpak in de experimentele groepen zoals beschreven in het (ontwerp van het) Tijdelijk besluit experimenten Participatiewet.
Op dit moment ben ik bezig met het ontwerpen van een ministeriële regeling om de selectiecriteria voor gemeenten die mogen experimenteren nader vorm te geven. Van gemeenten die een verzoek indienen om te mogen experimenten, wil ik in ieder geval verzekerd zijn dat alle verplichte voorgeschreven verordeningen in overeenstemming zijn met de wettelijke bepalingen van de Participatiewet. Zolang aan die eis voldaan is, is de precieze tekst van een verordening van ondergeschikt belang.
Zie antwoord vraag 4.
Zie antwoord vraag 4.
Zie antwoord vraag 2.