Kamervraag 2016Z16285

De beantwoording van eerder gestelde schriftelijke vragen over het bericht dat een terreurverdachte op het vliegveld naar Turkije kon stappen

Ingediend 9 september 2016
Beantwoord 4 november 2016 (na 56 dagen)
Indieners Judith Swinkels (D66), Alexander Pechtold (D66)
Beantwoord door Ard van der Steur (minister justitie en veiligheid) (VVD)
Onderwerpen openbare orde en veiligheid terrorisme
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z16285.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20162017-396.html
  • Vraag 1
    Klopt het dat, gezien uw mening te lezen in antwoord 13 op eerdere vragen over het bericht dat een terreurverdachte op het vliegveld naar Turkije kon stappen dat de Duitse autoriteiten hebben geacteerd op de signalering zoals verwacht mag worden, in dit geval de Nederlandse autoriteiten inadequaat gereageerd lijken te hebben op een dergelijke melding van de Duitse autoriteiten?1

    Betrokkene stond vanaf het moment dat hij als potentiële uitreiziger gekwalificeerd werd, gesignaleerd in het Schengen Informatiesysteem (SIS) door middel van een signalering conform artikel 36 SIS-II besluit. Deze signalering was uitgevaardigd door het Openbaar Ministerie. Het betrof een signalering voor onopvallende controle, met als doel informatie te verkrijgen over personen of zaken wanneer dat met het oog op de vervolging van strafbare feiten en ter voorkoming van gevaar voor de openbare veiligheid nodig is. Een dergelijke signalering ziet op het verzamelen van informatie, niet op het aanhouden of vasthouden van de betreffende persoon.
    Betrokkene is aan het begin van de avond op 27 februari gecontroleerd door de Duitse autoriteiten. In de nacht van zaterdag 27 op zondag 28 februari is het Nederlandse bureau SIRENE over deze onopvallende controle door het Duitse SIRENE-bureau geïnformeerd.
    Het Nederlandse bureau SIRENE heeft na het ontvangen van de melding, conform de toen bestaande instructie getracht contact te krijgen met de Inlichtingendienst van de Landelijke Eenheid van de politie en het team Contra-Terrorisme, Extremisme en Radicalisering (CTER) van de Landelijke Eenheid van de politie. Door een telefonische storing in de 088-nummers op een interne server van de politie bleek dit contact op dat moment niet mogelijk te zijn. Na het constateren van deze telefonisch storing is direct gestart met het werken aan een oplossing. Op zondag 28 februari om 12.00 uur was de storing definitief verholpen. Vanwege de telefonische storing heeft bureau SIRENE zaterdagnacht 27 februari de informatie per e-mail aan de betreffende afdeling gestuurd. Deze e-mail is op maandagochtend 29 februari gelezen door het team Contra-Terrorisme, Extremisme en Radicalisering (CTER) die daarop de officier van justitie heeft geïnformeerd.
    Nadat de officier van justitie over de melding was geïnformeerd, heeft deze een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) uitgevaardigd. Het EAB is in de middag van maandag 29 februari uitgestuurd, waarbij ook de signalering voor onopvallende controle werd omgezet in een signalering ter fine van aanhouding.

  • Vraag 2
    Hoeveel tijd zat er tussen het moment dat de Duitse autoriteiten aan de Nederlandse officier van justitie meldden dat terreurverdachte Martijn N. in Düsseldorf werd gesignaleerd en het moment dat dit bericht de Nederlandse officier van justitie bereikte?

    Zie antwoord vraag 1.

  • Vraag 3
    Hoeveel tijd zat er tussen het moment dat dit bericht de Nederlandse officier van justitie bereikte en het moment dat een Europees Arrestatiebevel werd uitgevaardigd?

    Zie antwoord vraag 1.

  • Vraag 4
    Wat is die avond de bezetting op de dienstdoende afdeling van de officier van justitie geweest waar de melding is binnengekomen?

    De melding vanuit Duitsland is in Nederland binnengekomen bij het bureau SIRENE, een onderdeel van de Landelijke Eenheid van de politie. Bureau SIRENE is 24 uur per dag, 7 dagen per week bezet om dergelijke meldingen te kunnen ontvangen of uit te sturen naar andere lidstaten. Ook op de bewuste avond was bureau SIRENE afdoende bezet, echter door een technische storing kon het bericht niet telefonisch worden doorgegeven aan de onderdelen van de politie die de urgentie van het bericht konden inschatten.

  • Vraag 5
    Wat is doorgaans de bezetting in de ochtend, middag, avond en nacht bij de dienst die met het ontvangen van dit soort meldingen belast is?

    Zie antwoord vraag 4.

  • Vraag 6
    Deelt u de mening dat dit soort diensten 24 uur per dag, 7 dagen per week optimaal bezet dienen te zijn om dit soort meldingen direct op te kunnen pakken en daarop te kunnen ageren? Zo ja, waarom is het bericht in dit geval te laat opgemerkt?

    Zie antwoord vraag 4.

  • Vraag 7
    Welke acties zijn ondernomen vanaf het moment dat de terreurverdachte vanaf 27 februari 2016 uit het zicht van de autoriteiten verdween?

    Zie antwoord vraag 1.

  • Vraag 8
    Waarom is op het moment dat de terreurverdachte vanaf 27 februari 2016 uit het zicht van de autoriteiten verdween niet direct een Europees Arrestatiebevel uitgevaardigd, maar pas nadat hij op 13 mei 2016 opnieuw op het vliegtuig naar Turkije was gestapt?

    Nadat het bericht de officier van justitie op maandagochtend 29 februari 2016 had bereikt is op diezelfde dag een Europees Aanhoudingsbevel uitgevaardigd. De signalering is omgezet in een signalering ter fine van aanhouding.
    Ik kan in het belang van het strafrechtelijk onderzoek niet nader ingaan op de ingezette interventies in voorliggende casus.

  • Vraag 9
    Waarom is op het moment dat de terreurverdachte vanaf 27 februari 2016 uit het zicht van de autoriteiten verdween de signalering van betrokkene in SIS-II niet omgezet in een signalering ter fine van aanhouding?

    Zie antwoord vraag 8.

  • Vraag 10
    Indien de mogelijkheden in vraag 7 en 8 niet zijn benut omwille van het verstoren van vervolging van betrokkene, op welke andere wijze is (internationaal) alarm geslagen op het moment dat de terreurverdachte van de radar was verdwenen?

    Zie antwoord vraag 8.

  • Vraag 11
    Hoeveel gevallen zijn er momenteel bekend van tegengehouden uitreizigers of terugkeerders die zich buiten het zicht van de autoriteiten bevinden?

    Er zijn mij op dit moment geen voorbeelden bekend van onderkende tegengehouden uitreizigers of terugkeerders die niet in beeld zijn van de diensten of het casusoverleg waar dat – op basis van hun risicoprofiel – wel zou moeten. Per individu wordt een inschatting gemaakt van het gevaar dat zij voor de samenleving kunnen vormen. Op basis van deze inschatting worden passende maatregelen genomen om betrokkene in zicht te houden en de dreiging die van betrokkene uit kan gaan te verminderen.
    Het casusoverleg en de inlichtingen- en veiligheidsdiensten en de opsporingsdiensten doen er alles aan om waar nodig, (potentiële) uitreizigers en terugkeerders in zicht te houden. Het is echter niet mogelijk om iedere terugkeerder 7 dagen per week 24 uur per dag te volgen.

  • Mededeling - 7 oktober 2016

    Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van de leden Pechtold en Swinkels (beiden D66) van uw Kamer aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het bericht dat een terreurverdachte op het vliegveld naar Turkije kon stappen (ingezonden 9 september 2016) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2016Z16285
Volledige titel: De beantwoording van eerder gestelde schriftelijke vragen over het bericht dat een terreurverdachte op het vliegveld naar Turkije kon stappen
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20162017-396
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Pechtold en Swinkels naar aanleiding van de antwoorden op eerdere vragen over het bericht dat een terreurverdachte op het vliegveld naar Turkije kon stappen