Kamervraag 2016Z06249

Het bericht dat moleculaire drugs niet onder de Opiumwet vallen

Ingediend 25 maart 2016
Beantwoord 3 mei 2016 (na 39 dagen)
Indieners Foort van Oosten (VVD), Erik Ziengs (VVD)
Beantwoord door Ard van der Steur (minister justitie en veiligheid) (VVD), Edith Schippers (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD)
Onderwerpen openbare orde en veiligheid organisatie en beleid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z06249.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-2467.html
  • Vraag 1
    Bent u bekend met het bericht «Nieuwe moleculaire drugs vallen niet onder Opiumwet»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Welke mogelijkheden zijn er om de handel in zogeheten «research chemicals» die niet gebruikt worden voor onderzoeks- maar recreatieve doeleinden aan te pakken?

    «Research chemicals» is geen term die in de praktijk van de drugsaanpak wordt gehanteerd. De handel in alle stoffen die op één van de twee Opiumwetlijsten staan, kan middels die wet worden aangepakt. De term die wordt gehanteerd voor nieuwe stoffen is Nieuwe Psychoactieve Stoffen (NPS). We spreken van NPS zolang deze middelen niet op lijst I of II van de Opiumwet zijn geplaatst. Een NPS kan door middel van verschillende procedures onder de Opiumwet gebracht worden. Als er naar aanleiding van een risico-inschatting van het zogeheten CAM (Coördinatie Assessment en Monitoring nieuwe drugs) geconstateerd wordt dat er risico’s voor de volksgezondheid bestaan, wordt aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport voorgesteld om een stof op lijst I of II van de Opiumwet te plaatsen. Ook de EMCDDA (the European Monitoring Centre for Drugs and Drug Addiction) en de WHO maken risico-inschattingen en ook via die weg komen in Nederland stoffen op lijst I of II. In gevallen dat een stof een acuut gevaar voor de volksgezondheid vormt, wordt deze met spoed door middel van een ministeriële regeling op één van de Opiumwetlijsten gezet.

  • Vraag 3
    Wat is uw reactie op de stelling dat vijf tot tien procent van de handel van deze middelen en drugs via het internet verloopt en dit de komende jaren zal toenemen?

    In opdracht van het WODC wordt momenteel een onderzoek uitgevoerd naar de aard en omvang van drugshandel op internet. Dit onderzoek zal de Minister van Veiligheid en Justitie voor de zomer naar uw Kamer sturen, voorzien van een beleidsreactie.

  • Vraag 4
    Wat is in algemene zin het beleid in het voorkomen van handel in drugs via internet en verspreiding per post? Hoe wordt dit tegengegaan?

    Afgelopen jaren heeft het Landelijk Parket van het Openbaar Ministerie het project ITOM (Illegal Trade on Online Marketplaces2) gedraaid. Bij dit project zijn er kennis en best practises gedeeld met politie, OM en douane binnen Europa en met de Amerikaanse Drug Enforcement Administration (DEA). Ook private partijen waaronder post- en koeriersdiensten hebben deelgenomen, om kennis en ervaringen te delen en de bewustwording te vergroten. Ook hebben er operationele acties plaatsgevonden. Tijdens een van de acties onder het ITOM-project haalden de samenwerkende landen 414 illegale marktplaatsen uit de lucht. Daarnaast vindt operationele samenwerking plaats via reguliere kanalen zoals Europol en Interpol.
    Binnen het gezamenlijke programma drugs (2016/2017) van het Landelijk Parket en de Landelijke Eenheid van de Nationale Politie wordt aandacht besteed aan de bestrijding van de handel van drugs via het internet. Ook binnen EMPACT (European Multidisciplinary Platform against Criminal Threats) is er een operational action plan voor 2016, met daarin acties op het darkwebgerelateerd aan synthetische drugscriminaliteit. Hierbij wordt tevens de douane betrokken. Ik acht de huidige inzet afdoende.

  • Vraag 5
    Acht u de huidige inzet afdoende? Zo ja, waarom? Zo neen, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 4.

  • Vraag 6
    In het eerder genoemde artikel wordt gerefereerd aan het onderzoek van het Trimbos-instituut over de kwaliteit en prijs van internet drugs tegenover die van straathandel, wanneer zal dit onderzoek naar verwachting worden afgerond? Is het mogelijk om dit onderzoek, voorzien van een kabinetsreactie naar de Kamer te sturen? Kan in deze kabinetsreactie expliciet worden ingegaan op de vraag of het al dan niet gewenst is om deze moleculaire variatie op drugs onder de Opiumwet te laten vallen?

    Het Trimbos-instituut heeft data uit het Drugs Informatie Monitoring Systeem van 2013–2015 geanalyseerd en daarbij gekeken naar het verschil tussen samples die online gekocht zijn en de samples die niet online gekocht zijn. De onderzochte stoffen zijn 4-fluoramfetamine, 5/6-APB, methoxetamine, ecstasy, cocaïne, speed, 2C-B en LSD.3 Hierbij is gekeken naar kwaliteit en prijs. De uitkomsten van het onderzoek worden beschreven in een artikel, dat ter publicatie wordt aangeboden aan een internationaal wetenschappelijk tijdschrift. Naar verwachting wordt het artikel deze zomer gepubliceerd. Ik zal u dit toesturen zodra het beschikbaar is.
    Ook het onderzoek naar drugshandel op internet in opdracht van het WODC (zie ook vragen 3 en 7) zal de Minister van Veiligheid en Justitie u toesturen zodra dit beschikbaar is. Op basis van de resultaten van beide onderzoeken zal ik u een beleidsreactie sturen. De vraag of «moleculaire variatie op drugs» onder de Opiumwet zou moeten vallen raakt niet aan het onderwerp van beide onderzoeken. Het ligt daarom niet voor de hand om in de kabinetsreactie op beide onderzoeken hierop in te gaan. De verschillende procedures waarmee nieuwe drugsvarianten op de Opiumwetlijsten worden gezet zijn beschreven bij het antwoord op vraag 1. Deze acht ik vooralsnog afdoende.

  • Vraag 7
    Wordt in het onderzoek dat op dit moment wordt uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Veiligheid en Justitie naar aard en omvang van online drugshandel ook de online handel in deze moleculaire drugs worden meegenomen? Kunt u uw antwoord toelichten?2

    Dit nog lopende onderzoek (waaraan ook in de antwoorden op vragen 3 en 6 wordt gerefereerd) richt zich op een groot aantal aspecten van de online drugshandel. Hierin wordt, wanneer relevant, ook de handel in NPS meegenomen.

  • Mededeling - 7 april 2016

    De vragen van de Kamerleden Ziengs (VVD) en Van Oosten (VVD) over moleculaire drugs die niet onder de Opiumwet vallen (2016Z06249) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. De reden van het uitstel is dat de afstemming met diverse partijen meer tijd vraagt. Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de Kamervragen doen toekomen.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2016Z06249
Volledige titel: Het bericht dat moleculaire drugs niet onder de Opiumwet vallen
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20152016-2467
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Ziengs en Van Oosten over moleculaire drugs die niet onder de Opiumwet vallen