Kamervraag 2015Z20611

Een vergunningsaanvraag voor een megastal in Dinkelland

Ingediend 4 november 2015
Beantwoord 17 december 2015 (na 43 dagen)
Indieners Tjeerd van Dekken (PvdA), Henk Leenders (PvdA)
Beantwoord door Martijn van Dam (staatssecretaris economische zaken) (PvdA)
Onderwerpen landbouw organisatie en beleid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z20611.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-911.html
  • Vraag 1
    Bent u bekend met het feit dat er grote commotie is in de gemeente Dinkelland over de bouw van een megastal voor varkens?1 2

    Ja.

  • Vraag 2
    Is het waar dat deze varkensstal in eerste instantie gevuld zal worden met 2.880 vleesvarkens, maar dat de mogelijkheid bestaat om uit te breiden tot ruim 8.000 vleesvarkens en dat deze stal daardoor volgens de definitie van Alterra een megastal zal worden?

    De intentie van de varkenshouder is om te beginnen met een stal van 2.880 vleesvarkens. De plannen voorzien in de toekomst in de mogelijkheid dat twee andere stallen worden bijgebouwd zodat in totaal ruim 8.000 vleesvarkens kunnen worden gehouden.

  • Vraag 3
    Deelt u de mening dat het ongehoord is dat deze megastal volgens de verantwoordelijk wethouder niet tegen te houden is, ondanks het feit dat door de gemeenteraad in een Landbouw Ontwikkelingsgebied (LOG) Visie is geconcludeerd dat er in het gebied waar deze stal zou moeten komen «sprake is van zodanige forse beperkingen in de sfeer van de milieuruimte, omgevingsruimte, volksgezondheid, verkeersbewegingen en ruimtelijke kwaliteit dat de fysieke mogelijkheden tot eventuele inpassing van intensieve veehouderij dermate marginaal zijn dat het gebied ongeschikt moet worden geacht voor nieuwvestiging van intensieve veehouderij»?3

    De schaalgrootte van veehouderijen en de inpassing in de lokale omgeving betreft het omgevingsbeleid, waarvoor provincies en gemeenten het bevoegd gezag zijn overeenkomstig de wetgeving op het vlak van de ruimtelijke ordening en milieu en de vastgestelde ruimtelijke kaders.
    De raad van de gemeente Dinkelland heeft op 16 april 2013 in de Ontwikkelings-visie Landbouwontwikkelingsgebieden voor het Landbouwontwikkelingsgebied (LOG-gebied) Hondsveldweg vastgesteld dat het ongeschikt is voor nieuwvestiging van intensieve veehouderij. Op basis hiervan heeft de gemeenteraad van Dinkelland op 2 juli 2013 het verzoek van de varkenshouder tot herziening van het bestemmingsplan in verband met de nieuwvestiging van een varkenshouderij met ruim 8.000 vleesvarkens, afgewezen. Op 27 januari 2015 heeft de gemeenteraad het bezwaar van de initiatiefnemer tegen het afwijzende besluit gegrond verklaard en dit besluit herroepen. De Ontwikkelingsvisie Landbouwontwikkelingsgebieden bleek niet te voldoen aan het reconstructieplan Salland-Twente en regelgeving van de provincie Overijssel. Om de doorwerking van het provinciale beleid in het reconstructieplan naar gemeentelijke structuurvisies en bestemmingsplannen te waarborgen heeft de provincie Overijssel hiervoor onder andere regels opgenomen in de Omgevingsverordening zoals bedoeld in artikel 4.1, eerste lid van de Wet op de ruimtelijke ordening (Wro). Deze regels houden in dat bestemmingsplannen voor gebieden, die zijn opgenomen in een reconstructieplan, voor wat betreft de mogelijkheden tot bebouwing en gebruik van grond en opstallen in overeenstemming moeten zijn met het reconstructieplan. Op basis van deze provinciale regelgeving kon de gemeente niet louter op grond van de Ontwikkelingsvisie besluiten dat er geen nieuwvestiging van intensieve veehouderij kan plaatsvinden.
    Naar aanleiding van het nieuwe besluit van de gemeenteraad van Dinkelland is de initiatiefnemer in de gelegenheid gesteld om de ontbrekende gegevens en aanvullende onderzoeken ter beschikking te stellen. De gemeente Dinkelland verwacht dat de raad medio 2016 een besluit kan nemen op het verzoek tot herziening van het bestemmingsplan.

  • Vraag 4
    Is het waar dat één van de redenen dat de bouw van deze varkensstal niet kan worden tegengehouden het feit is dat de plannen al in een vergevorderd stadium waren voor de peildatum van 18 december 2008, waardoor er niet hoeft te worden voldaan aan salderingsregels waar normaal aan voldaan zou moeten worden bij de bouw van een nieuwe stal in dit gebied? Blijven overgangsrechten, opgebouwd in de reconstructiewet, van kracht binnen de nieuwe Omgevingswet? Zo nee, wat zijn hier de gevolgen van voor het feit dat er niet gesaldeerd zou hoeven worden omdat er voor 18 december 2008 al vergevorderde plannen waren?

    Volgens informatie van de gemeente is er sprake van een «lopend initiatief» zoals bedoeld in het reconstructieplan. Lopende initiatieven, waarbij vóór de peildatum van 18 december 2008 sprake is van ver gevorderde plannen, hoeven niet te worden getoetst aan de voorwaarden van saldering van het reconstructieplan.
    De Reconstructiewet is op 1 juli 2014 vervallen. Het instrumentarium van de Reconstructiewet is opgenomen in de Wet inrichting landelijk gebied (Wilg). De Wilg zal via de Aanvullingswet grondeigendom worden geïntegreerd in de Omgevingswet, die naar verwachting in 2018 in werking zal treden. De overgang van de Wilg naar de Omgevingswet brengt op zichzelf geen wijziging in de rechtspositie van belanghebbenden met zich mee wat het stikstofbeleid betreft. Op dit moment wordt de Aanvullingswet van de Omgevingswet voorbereid. Daar zal de vraag aan de orde komen of, en zo ja hoe, de peildatum van 18 december 2008 zal worden overgenomen in de Omgevingswet.

  • Vraag 5
    Wat zijn de gevolgen van de invoering van de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) voor de bouw van deze megastal, aangezien dit in de buurt van Natura2000 gebieden zal zijn? Heeft de PAS gevolgen voor de overgangsrechten?

    De provincie Overijssel heeft op 21 september 2015 een Natuurbeschermings-wetvergunning verleend voor het houden van 8352 varkens in drie verschillende stallen. Deze vergunning is nog niet onherroepelijk omdat er een aantal bezwaren is ingediend. Het Programma Aanpak Stikstof (PAS) heeft geen gevolgen voor deze casus omdat de aanvraag voor de Natuurbeschermingswetvergunning was ingediend vóór 1 juli 2015, de datum van invoering van de PAS. De aanvraag is afgehandeld onder het overgangsrecht van de PAS. De provincie is op grond van de toen vigerende Natuurbeschermingswet onder toepassing van externe saldering tot vergunningverlening overgegaan.

  • Vraag 6
    Is het waar dat er in de plannen van vóór 18 december 2008 is gesproken over het houden van maximaal 2.880 vleesvarkens? Is het hierdoor mogelijk deze stal te beperken tot het houden van slechts 2.880 vleesvarkens, in plaats van ruim 8.000?

    Zie hiervoor het antwoord op de vragen 2 en 3.

  • Vraag 7
    Welke stappen kunnen omwonenden, de gemeente, de provincie en het Rijk nog nemen om de bouw van deze megastal te voorkomen?

    Voor omwonenden of andere belanghebbenden staan tegen te nemen planologische besluiten of besluiten ten aanzien van het verlenen van vergunningen de daarvoor gebruikelijke rechtsbeschermingsmiddelen open.
    Op grond van artikel 4.1a van de Wet op de ruimtelijke ordening (Wro) kan bij provinciale verordening worden bepaald dat gedeputeerde staten op aanvraag van burgemeester en wethouders ontheffing verlenen van regels uit die verordening, voor zover de verwezenlijking van het gemeentelijk ruimtelijk beleid wegens bijzondere omstandigheden onevenredig wordt belemmerd in verhouding tot de met die regels te dienen provinciale belangen. Het is in het kader van het gedecentraliseerde omgevingsbeleid aan de gemeente en de provincie om te besluiten of van deze mogelijkheid gebruik zal worden gemaakt.
    De Wro biedt in artikel 4.4 een mogelijkheid dat het Rijk een proactieve aanwijzing geeft aan gedeputeerde staten om binnen een bepaalde termijn de provinciale verordening aan te passen. Deze mogelijkheid is bedoeld om nationale belangen te borgen. In deze casus doet zich naar de mening van het kabinet geen nationaal belang voor dat een aanwijzing noodzakelijk maakt.

  • Mededeling - 13 november 2015

    De vragen van de leden Van Dekken en Leenders (PvdA) over een vergunningsaanvraag voor een megastal in Dinkelland (ingezonden 4 november 2015), kunnen niet binnen de gebruikelijke termijn beantwoord worden. Reden van uitstel is dat het verzamelen van informatie meer tijd zal vergen. Ik zal u de beantwoording zo spoedig mogelijk doen toekomen.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2015Z20611
Volledige titel: Een vergunningsaanvraag voor een megastal in Dinkelland
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20152016-911
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Van Dekken en Leenders over een vergunningsaanvraag voor een megastal in Dinkelland