Kamervraag 2015Z20493

De wijziging van het Besluit gewasbeschermingsmiddelen en biociden betreffende gewasbescherming buiten de landbouw

Ingediend 3 november 2015
Beantwoord 24 november 2015 (na 21 dagen)
Indiener Jaco Geurts (CDA)
Beantwoord door Melanie Schultz van Haegen (minister infrastructuur en waterstaat) (VVD)
Onderwerpen landbouw planten
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z20493.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-688.html
  • Vraag 1
    Bent u bekend met het bericht «Ministerie bevestigt chemieverbod voor verharding per voorjaar 2016»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Kunt u aangeven hoe uw toezegging om geen onomkeerbare stappen te zetten totdat het besluit «naar genoegen met de Kamer is besproken» zoals u dit stelt in uw brief (Kamerstuk 27 858, nr. 320) van 1 juli jongstleden, zich verhoudt met het organiseren van een netwerkdag waarbij het Ministerie van Infrastructuur en Milieu aankondigt dat het verbod er zonder enige twijfel per volgend jaar komt?

    In de procedure van totstandkoming van het besluit zijn, conform het gestelde in de brief van 1 juli 2015, geen onomkeerbare stappen gezet. Het ontwerpbesluit is conform de afspraken in de code interbestuurlijke verhoudingen voorafgaand aan toezending aan de Kamer toegestuurd aan de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Unie van Waterschappen (UvW). Op 8 juni 2015 is het ontwerpbesluit aan uw Kamer voorgelegd. Daarna zijn geen andere formele stappen gezet dan het voorleggen van het ontwerpbesluit volgens de notificatieprocedure aan de Europese Commissie (een parallel proces dat geen onomkeerbare stap betekent) en het beantwoorden van de vragen die de leden van uw Kamer hebben gesteld (Kamerstuk 27 858, nr. 327, 28 oktober 2015).
    In het kader van de goede uitvoering van regelgeving is het belangrijk in de totstandkomingsfase daarvan transparant te zijn en voorlichting te geven. Het attenderen van doelgroepen op het verbod, dat in lijn met de bespreking daarvan met uw Kamer beoogd is vóór het groeiseizoen 2016 in werking te treden, helpt die doelgroepen de tijdige voorbereiding ter hand te nemen. Het besluit kan op die manier niet als donderslag bij heldere hemel komen.

  • Vraag 3
    Kunt u toelichten hoe een ambtenaar van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu tot de uitlating komt dat het besluit zal worden aangenomen op 24 november 2015?2

    Omdat communicatie over voorgenomen regelgeving belangrijk is, is een ambtenaar van het ministerie tijdens de door u aangehaalde besloten netwerkdag in gesprek gegaan over de praktijkgevolgen van het ontwerpbesluit. Daarbij is aangegeven dat de Tweede Kamer op 24 november a.s. een AO Gewasbeschermingsmiddelen had geconvoceerd en dat daarin het ontwerpbesluit ter sprake zou kunnen worden gebracht. Desgevraagd is de verwachting uitgesproken dat het verbod conform planning, vóór het groeiseizoen 2016, in werking zal treden. Dit is in lijn met hetgeen hierover aan uw Kamer is gemeld.
    Ook op dit moment gelden al verregaande beperkingen voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen op verhardingen (buiten de landbouw). Deze bestaande beperkingen, met name waar een groot risico van afspoeling naar oppervlaktewater of rioleringssystemen bestaat, worden toegelicht in paragraaf 4 van de Nota van Toelichting bij het ontwerpbesluit. Het ontwerpbesluit, dat het verbod verbreedt, geeft aan dat het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen op verhardingen niet is toegestaan met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het besluit wordt geplaatst. Het is gebruikelijk om in inkoopbeleid rekening te houden met toekomstige wijzigingen in regelgeving. Met voorlichting als de genoemde netwerkbijeenkomst wordt daaraan bijgedragen. In de praktijk doen gemeenten bovendien veel meer dan reageren op vastgestelde wetgeving, door zelf het voortouw te nemen in het verminderen van het gebruik van chemische middelen, zoals bijvoorbeeld de 19 gemeenten van het initiatief «Schoon water voor Brabant».

  • Vraag 4
    Bent u zich er van bewust dat gemeenten op dit moment hun inkoop wat betreft onkruidbestrijding voor het komende jaar afronden? Zo ja, moeten gemeenten volgens u rekening houden met besluitvorming die nog niet is afgerond?

    Zie antwoord vraag 3.

  • Vraag 5
    Kunt u toelichten of gemeenten die nu het onderhoud van openbare, verharde terreinen inkopen en daarbij wel ruimte laten voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen strijdig handelen, terwijl het besluit dat dit verbiedt nog niet is gepubliceerd in de Staatscourant?

    Zie antwoord vraag 3.

  • Vraag 6
    Kunt u aangeven wanneer de Raad van State naar verwachting zal adviseren over het besluit gewasbeschermingsmiddelen en biociden buiten de landbouw?

    Het ontwerpbesluit is nog niet aan de Raad van State voorgelegd, daarover kan ik nu dus geen uitspraak doen. Wanneer het ontwerpbesluit op 1 december 2015 aan de Raad van State wordt toegezonden, verwacht ik een advies begin 2016.

  • Vraag 7
    Deelt u de mening dat het laten ingaan van het verbod op het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen per volgend jaar geen rekening houdt met de inkoop van gemeenten op dit moment?

    Met het preciseren van het beleidsvoornemen3, het toezenden van het ontwerpbesluit aan VNG, IPO en UvW, en aan de Eerste en Tweede Kamer, en met het actief voorlichten van de doelgroepen wordt het omgekeerde bereikt. Anticiperend op het naderend besluit kunnen gemeenten tijdig hun inkoopbeleid aanpassen.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2015Z20493
Volledige titel: De wijziging van het Besluit gewasbeschermingsmiddelen en biociden betreffende gewasbescherming buiten de landbouw
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20152016-688
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Geurts over de wijziging van het Besluit gewasbeschermingsmiddelen en biociden betreffende gewasbescherming buiten de landbouw