Kamervraag 2015Z17422

Kindermisbruik in Afghanistan

Ingediend 25 september 2015
Beantwoord 19 oktober 2015 (na 24 dagen)
Indieners Wassila Hachchi (D66), Angelien Eijsink (PvdA)
Beantwoord door Jeanine Hennis-Plasschaert (minister defensie) (VVD)
Onderwerpen defensie internationaal
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z17422.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-324.html
1. Volkskrant, 21 september, http://www.volkskrant.nl/buitenland/-amerik…
2. Michelle Schut en Eva van Baarle, «Dansjongens in de schijnwerpers. Een artikel over de praktijk van bacha bazi», Carré, maart 2014, p. 24–27.
3. Schut en van Baarle, «Dansjongens in de schijnwerpers».
  • Vraag 1
    Wat is uw reactie op het bericht «Amerikaanse soldaten moesten kindermisbruik Afghanistan negeren»?1

    Zoals de artikelen van Schut en Van Baarle laten zien, is dit een complex onderwerp.

  • Vraag 2
    Deelt u de mening dat de Amerikaanse soldaten niet hadden moeten wegkijken toen een Afghaans jongetje misbruikt werd? Zo nee, waarom niet?

    Het ontbreekt Defensie aan informatie om de Amerikaanse casuïstiek volledig te kunnen beoordelen.

  • Vraag 3
    Deelt u de mening dat het gebruik «bacha bazi» haaks staat op het bevorderen van de mensenrechten, wat een van de doelen was en is van de Nederlandse inzet in Afghanistan?

    Ja. Het gebruik van «bacha bazi» staat haaks op het bevorderen van de mensenrechten.

  • Vraag 4
    Was er voorafgaand aan deelname aan de missie in Afghanistan het gebruik «bacha bazi» bij u bekend? Zo nee, op welk moment was het u wel bekend dat er sprake was van dit soort praktijken?

    Bij aanvang van de Nederlandse deelneming in Coalitie-geleide operaties in Afghanistan in 2002 was Defensie niet bekend met het fenomeen «bacha bazi». De bekendheid hiermee ontstond naarmate Defensie meer ervaring opdeed in Afghanistan; meer in het bijzonder als gevolg van de eerste ontmoetingen, of gezamenlijke operaties, met lokale machthebbers en Afghaanse veiligheidsdiensten.

  • Vraag 5
    Klopt het dat er geen richtlijnen zijn voor Nederlandse militairen hoe zij moeten handelen ten aanzien van het gebruik «bacha bazi» en het misbruik van jongetjes?2 Zo ja, kunt u toelichten wat de reden daarvan is? Zo nee, kunt u toelichten welke richtlijnen er zijn?

    Ja. Hier zijn geen specifieke richtlijnen voor. Defensie herkent de confrontatie met «bacha bazi» als een moreel dilemma. Gedurende de loopbaan van een militair worden op diverse momenten trainingen verzorgd over het omgaan met morele dilemma’s. Hierbij wordt een denkmodel gehanteerd, het zogenoemde Ethisch Bewustwordingsmodel, voor het nemen van weloverwogen beslissingen in ethische probleemsituaties. De militair leert door dit model toe te passen, bewuster om te gaan met ethische dilemma's en bovendien kan hij/zij achteraf zijn/haar beslissing verantwoorden. Daarnaast worden militairen tijdens de Missie Gerichte Instructie, in voorbereiding op hun missie, geïnformeerd over «bacha bazi» (zie ook het antwoord op vraag 6).

  • Vraag 6
    Klopt het dat Nederlandse militairen niet voorbereid waren op het gebruik van «bacha bazi», omdat dit niet was opgenomen in het opwerktraject en de pre-deployment training voor uitzending?3 Zo ja, wat is de reden dat Nederlandse militairen hier niet op werden en/of worden voorbereid? Zo nee, waarom niet?

    Ja. Bij aanvang van de Nederlandse deelneming in Coalitie-geleide operaties in Afghanistan in 2002 was Defensie niet bekend met het fenomeen «bacha bazi». Er werd derhalve tijdens het opwerktraject geen aandacht geschonken aan het gebruik ervan. Naarmate de bekendheid van Defensie met het fenomeen «bacha bazi» toenam, is het onderwerp genoemd als een binnen de Afghaanse samenleving zeer omstreden «culturele eigenheid» tijdens de lessen Cultural Awareness binnen de Missie Gerichte Instructie.

  • Vraag 7
    Begrijpt u dat bij gebrek aan voorbereiding en richtlijnen Nederlandse militairen voor een moreel dilemma kunnen komen te staan wanneer zij met dit gebruik worden geconfronteerd? Kunt u uw antwoord toelichten?

    Ja. Een militair wordt echter gedurende zijn of haar gehele loopbaan op diverse momenten getraind om morele dilemma’s te herkennen en hiermee om te gaan.

  • Vraag 8
    Is er op enig moment sprake van geweest dat het gebruik «bacha bazi» werd gepraktiseerd op Nederlandse bases, dan wel bases waar Nederlandse militairen actief waren of zijn?

    Het gebruik van «bacha bazi» op Nederlandse- of Coalitiebases zou een overtreding zijn geweest van de geldende voorschriften. Het is niet bekend of er zich in het tijdvak van de Nederlandse deelneming aan Coalitie-operaties in Afghanistan een dergelijke overtreding heeft voorgedaan op bases waar Nederlandse militairen actief waren.

  • Vraag 9
    Op welke wijze is er omgegaan met meldingen van Nederlandse militairen in Afghanistan die misbruik van Afghaanse jongetjes hebben opgemerkt of waargenomen? Kunt u uw antwoord toelichten?

    In erkenning van de Afghaanse jurisdictie, en bij afwezigheid van een specifieke juridische kaderstelling voor het omgaan met «bacha bazi», hebben Nederlandse commandanten pragmatische oplossingen gekozen; bijvoorbeeld door de aanwezigheid van minderjarigen op Nederlandse bases, alsook op bases van Afghaanse veiligheidsdiensten die onder Nederlandse toezicht stonden, te verbieden. Daarnaast doorlopen Nederlandse militairen na uitzending een missie-specifiek zorgtraject, waarbij deelnemers doelbewust op indringende ervaringen, bijvoorbeeld als gevolg van moreel kritische situaties, zoals de confrontatie met «bacha bazi», worden bevraagd.

  • Vraag 10
    Is er specifieke nazorg ontwikkeld voor militairen die geconfronteerd zijn met de praktijk van «bacha bazi»? Zo ja, kunt u dit toelichten? Zo nee, waarom niet?

    Na elke missie wordt een missie-specifiek nazorgtraject uitgevoerd. In dit traject is op meerdere momenten aandacht voor indringende ervaringen van militairen die ze hebben opgedaan tijdens hun missie. Naast dit traject kunnen militairen en veteranen aankloppen bij de hulpverleningsinstanties van Defensie als zij problemen ervaren na terugkeer van een missie.

  • Vraag 11
    Kunt u toelichten op welke manier er nu aandacht wordt besteed aan mensenrechten en kinderrechten in voorbereiding van en tijdens missies? Worden er specifieke richtlijnen ontworpen voor individuele militairen? Zijn er instructies voor Nederlandse militairen om op te treden bij (ernstige) schendingen van kinder- en mensenrechten? Zo nee, waarom niet?

    Tijdens de Missie Gerichte Instructie worden lessen gegeven waarin basiskennis over Humanitair Recht en mensenrechten wordt aangereikt. Deze lessen gaan echter alleen in op naleving van deze rechten door Nederlandse militairen zelf. Daarnaast wordt tijdens de les Macht en Ethiek aandacht besteed aan morele dillema’s. Tijdens missies, zoals in Afghanistan, zijn er wel richtlijnen voor de naleving van mensenrechten.

  • Vraag 12
    Kunt u zo vriendelijk zijn deze vragen te beantwoorden ruim voor het wetgevingsoverleg Personeel voorzien op 2 november aanstaande?

    Ja.

  • Vraag 13
    Kunt u zo vriendelijk zijn om bovenstaande vragen elk afzonderlijk te beantwoorden?

    Ja.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2015Z17422
Volledige titel: Kindermisbruik in Afghanistan
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20152016-324
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Hachchi en Eijsink over kindermisbruik in Afghanistan