Kamervraag 2015Z15890

De Quick Scan van het PBL en ECN

Ingediend 7 september 2015
Beantwoord 15 september 2015 (na 8 dagen)
Indiener Remco Dijkstra (VVD)
Beantwoord door Wilma Mansveld (staatssecretaris infrastructuur en waterstaat) (PvdA)
Onderwerpen natuur en milieu organisatie en beleid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z15890.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-4.html
  • Vraag 1
    Heeft u kennisgenomen van het rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) getiteld: «Quick Scan mogelijke aanvullende maatregelen emissiereductie 2020 ten behoeve van Urgenda-klimaatzaak»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    In wiens opdracht is de quickscan verricht? Wanneer is opdracht daartoe gegeven? Wie heeft de inhoud van de onderzoeksopdracht vastgesteld? Met welke reden? Welke maatregelen zijn niet onderzocht?

    Ter voorbereiding van het kabinetsbesluit over het vervolg ten aanzien van de uitspraak van de rechtbank in de zaak Urgenda/Staat, zijn half juli per e-mail enkele vragen gesteld aan het PBL.
    Het PBL heeft zelf besloten de huidige Quick Scan ten behoeve van het maatschappelijke debat uit te brengen.

  • Vraag 3
    Hoe verhoudt zich dit rapport tot de brief die u 1 september jl. stuurde en waarin u aankondigt dat het interdepartementaal beleidsonderzoek (IBO) «Effectiviteit IBO CO2-reductiemaatregelen» (IBO CO2) bouwstenen voor aanvullende maatregelen moet aanleveren?2

    In de brief van 1 september jongstleden is aangegeven dat het kabinet eerst een aantal lopende onderzoeken afwacht, die bouwstenen aanleveren voor aanvullende maatregelen. Eén van die onderzoeken is het IBO.
    De Quick Scan van PBL en ECN geeft een breed scala aan technisch mogelijke, aanvullende maatregelen om de emissies van broeikasgassen verder te reduceren. Zoals PBL en ECN zelf aangeven wordt hierin geen rekening gehouden met maatschappelijk en politiek draagvlak, noch met juridische houdbaarheid. Daarnaast geeft de Quick Scan slechts een hele grove indicatie van de maatschappelijke kosten en de extra overheidsuitgaven die met het nemen van aanvullende maatregelen samenhangen.
    Om die reden kunnen geen conclusies getrokken worden ten aanzien van aanvullende maatregelen. Het kabinet zal dit rapport van het PBL en ECN wel betrekken bij de lopende onderzoeken.

  • Vraag 4
    Kunt u een oordeel over de inhoud van de quickscan geven? Wat gaat u met dit rapport doen? Neemt u afstand van de inhoud van de quickscan?

    Zie antwoord vraag 3.

  • Vraag 5
    Deelt u de mening dat het een lacune is dat de quickscan de indirecte, maatschappelijke kosten niet meeneemt daar de hardwerkende Nederlander deze kosten uiteindelijk moet gaan opbrengen? Wat zouden de indirecte, maatschappelijke kosten van deze 53 maatregelen zijn?

    Het feit dat de Quick Scan de indirecte, maatschappelijke kosten niet meeneemt is één van de redenen waarom op grond daarvan geen conclusies getrokken kunnen worden ten aanzien van aanvullende maatregelen. Om hier een uitspraak over te kunnen doen is gedegen onderzoek nodig, zoals het IBO CO2.

  • Vraag 6
    Wordt er in het IBO CO2 rekening gehouden met de indirecte, maatschappelijke kosten van mogelijke maatregelen? Zo nee, bent u bereid alvorens het IBO CO2 naar de Tweede Kamer te sturen, dit te voorzien van een rekensom van de indirecte, maatschappelijke kosten?

    In het IBO wordt geen volledige maatschappelijke kosten-batenanalyse uitgevoerd van elke denkbare beleidsmaatregel. Wel wordt uitgegaan van de nationale kosten uit de milieukostenmethodiek. Deze beproefde methode wordt door ECN en PBL al jaren toegepast en geeft een indruk van het saldo van directe kosten én baten vanuit maatschappelijk kostenperspectief. De kosten omvatten kapitaalkosten, bedienings- en onderhoudskosten, baten van vermeden energiegebruik, effect op aankoop of verkoop van CO2-rechten in het Europese emissiehandelssysteem en voor transport ook reistijdverlies.
    De kosten worden uitgedrukt in jaarlijkse kosten en kunnen dan ook gebruikt worden om in combinatie met de jaarlijkse effecten de kosteneffectiviteit van maatregelen te berekenen, uitgedrukt als euro per eenheid gerealiseerd effect (ton CO2eq).

  • Vraag 7
    Via welke brieven en op welke momenten wordt de Tweede Kamer geïnformeerd over de stand van zaken van het Nederlandse klimaat- en energiebeleid?

    Op het gebied van Klimaat zult u in oktober nader geïnformeerd worden over de inzet voor de Klimaattop in Parijs. Daarnaast wordt u de komende maanden ook geïnformeerd over de Nationale Energieverkenning 2015 (oktober 2015), de voortgangsrapportage van de borgingscommissie Energieakkoord (november 2015) en het Energierapport 2015 (december 2015)3.

  • Vraag 8
    Kunt u deze vragen beantwoorden voor het debat over de uitspraak van de rechter in de zaak Urgenda?

    Ja.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2015Z15890
Volledige titel: De Quick Scan van het PBL en ECN
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20152016-4
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Remco Dijkstra over de Quick Scan van het PBL en ECN