Kamervraag 2015Z13890

De identificatie van de slachtoffers van de MH17

Ingediend 9 juli 2015
Beantwoord 5 augustus 2015 (na 27 dagen)
Indiener Pieter Omtzigt (CDA)
Beantwoord door Bert Koenders (minister buitenlandse zaken) (PvdA), Ard van der Steur (minister justitie en veiligheid) (VVD)
Onderwerpen openbare orde en veiligheid rampen
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z13890.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-3015.html
  • Vraag 1
    Herinnert u zich dat u in het MH17 debat van 17 april 2015 de toezegging heeft gedaan de Kamer te informeren wie toestemming heeft gegeven voor de presentaties van professor Maat en waarvoor precies toestemming is gegeven, zowel binnen de leiding van het identificatieteam, maar ook waar het gaat om politiebevoegdheden?

    In mijn brief aan uw Kamer (dd. 15 juni 2015) heb ik u over het onderzoek naar professor Maat geïnformeerd. Ik heb onder andere aangegeven dat prof. Maat geen toestemming heeft gevraagd voor de lezing, maar het anderzijds ook ontbreekt aan duidelijke kaders, afspraken en criteria met betrekking tot het geven van lezingen en het vrijgeven en gebruik van (beeld)materiaal. De brief heb ik gebaseerd op de einduitkomsten die de politie per brief aan mijn ministerie heeft toegezonden (zie bijlage). Het onderzoek zelf is een intern onderzoek dat alleen binnen de politie bekend is.
    Zie ook het antwoord op vraag 6.

  • Vraag 2
    Herinnert u zich dat u in dat debat de toezegging heeft gedaan de Kamer te informeren over de uitkomsten van het LTFO-onderzoek naar de vraag of er voorafgaand aan de presentatie van professor Maat nog andere bijeenkomsten zijn gehouden, of hier navraag naar is gedaan en zo ja, of er een bericht is gestuurd naar de organisatie en de presentator dat dit niet kan, of vanwege de ingebouwde safeguards dit in de toekomst niet meer op deze manier zal gebeuren maar alleen op besloten bijeenkomsten en uitsluitend ter uitwisseling van informatie met mededeskundigen en dat foto's alleen worden getoond na toestemming van de nabestaanden?

    Zie antwoord vraag 1.

  • Vraag 3
    Herinnert u zich dat u in dat debat de toezegging heeft gedaan de Kamer te informeren over de uitkomst van het LTFO-onderzoek of de presentatie, inclusief foto's, goedgekeurd is door de leiding van het identificatieteam of door de politie gelet op het feit dat u heeft aangegeven dat het onwenslijk was de foto's te tonen nu deze onderdeel zijn van een strafrechtelijk onderzoek?

    Zie antwoord vraag 1.

  • Vraag 4
    Herinnert u zich dat u in dat debat de toezegging heeft gedaan de Kamer te informeren na het gesprek met het LTFO over een eventueel bestaande regeling voor het gebruik van materiaal?

    Zie antwoord vraag 1.

  • Vraag 5
    Is het u opgevallen dat u in de brief over het onderzoek naar de gang van zaken rond de presentatie van professor Maat (Kamerstuk 33 997, nr. 47) geen antwoord geeft op de vragen in 1 tot en met 4?

    Zie antwoord vraag 1.

  • Vraag 6
    Kunt u, nu het onderzoek kennelijk is afgerond, de vragen 1 tot en met 4 heel precies beantwoorden? Kunt u daarbij in ieder geval aangeven wie toestemming gegeven heeft voor een presentatie van professor Maat, wat de rol was van de leiding van de politie en van het LTFO, of er verschillen zaten in de presentatie van professor Maat en de versie waarvoor toestemming gegeven was, of dezelfde of een vergelijkbare presentatie elders is gehouden en zo ja, wie hem gaf, wanneer en voor welk publiek, welke andere presentaties zijn gegeven, hoeveel mensen er in de zaal zaten die geen collegekaart hadden, hoe zij binnen konden komen, of er een regeling was voor het houden van presentaties, wie die regeling had vastgesteld en of u een kopie daarvan openbaar kunt maken en wanneer was u als ministers op de hoogte was van die regeling?

    Prof. Maat heeft geen expliciete toestemming gevraagd aan of gekregen van de leiding van de politie en het LTFO voor het houden van zijn presentaties op 10 maart, 13 maart en 9 april 2015. De politie heeft wel expliciete toestemming gegeven aan een vakgenoot van prof. Maat om een presentatie te geven aan ongeveer 30 leden van de Nederlandse Vereniging van Fysische Antropologie. Omdat prof. Maat kennis droeg van de toestemming aan zijn vakgenoot en omdat hij had vernomen dat het hoofd LTFO ook presentaties gaf, heeft hij gezien de handelwijze in het verleden aangenomen dat hij ook presentaties kon geven in het kader van educatie en voor vakgenoten.
    De presentatie van prof. Maat van 9 april 2015 was gericht aan studenten gezondheidswetenschappen van de Universiteit Maastricht. Voor deze lezing hadden zich vooraf 219 personen aangemeld. De toegangscontrole op de betreffende avond heeft zich beperkt tot ca. 150 aanwezigen. De organisatie heeft desgevraagd aangegeven dat het te druk was iedereen te controleren.
    De presentaties van professor Maat van 10 en 13 maart 2015 waren bij andere universiteiten. Zowel bij professor Maat als bij zijn vakgenoot ging de presentatie in op de manier waarop DNA kan worden afgenomen. In dezelfde periode heeft ook een tandarts een presentatie gegeven aan vakgenoten over het gebit in relatie tot het identificatieproces. Het hoofd LTFO heeft een presentatie over het DVI-proces (Disaster Victim Identification) gegeven bij een conferentie bij Interpol. Op verzoek van een aantal burgemeesters, in wiens gemeente slachtoffers en/of nabestaanden wonen, heeft het hoofd LTFO een presentatie gegeven bij een veiligheidsregio. Deze presentaties gingen in op de opbouw van het proces, waarheidsvinding en veiligheidsaspecten. Ook is er door de politie een algemene presentatie gemaakt voor intern gebruik over het DVI-proces zoals toegepast bij het identificatieonderzoek bij de slachtoffers van de ramp met vlucht MH17.
    Ten aanzien van de vragen over een regeling voor het houden van presentaties: in de jarenlange gegroeide werkprocessen en gewoonten van het LTFO was het gebruikelijk om aan vakgenoten lezingen te geven. Zoals gemeld in mijn brief aan uw Kamer van 15 juni jl. over dit onderwerp ontbrak het aan formele kaders, afspraken en criteria hieromtrent. Het is van belang is dat de wijze van samenwerking met derden in een dergelijk onderzoek en het gebruiken van beeldmateriaal bij lezingen en educatie formeel wordt vastgelegd. Ik heb de politie de opdracht gegeven om deze kaders spoedig uit te werken. Zoals aangegeven is afgesproken dat beeldmateriaal van slachtoffers van MH17 pas mag worden gebruikt voor presentaties na expliciete toestemming van de nabestaanden.

  • Vraag 7
    Wie heeft het onderzoek uitgevoerd en welke onderzoeksopdracht hebben de onderzoekers gekregen? Wie was de opdrachtgever van het onderzoek?

    De politie heeft een oriënterend onderzoek gedaan naar de toedracht en het verloop van het incident. Het onderzoek is uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van het Team Veiligheid, Integriteit en Klachten (VIK) van de Eenheid Den Haag. Bij het onderzoek zijn onderzoekers van het Politie Diensten Centrum, de Landelijke Eenheid, de Eenheid Den Haag en de Eenheid Amsterdam betrokken. De Algemeen Commandant van de Staf Grootschalig en Bijzonder optreden van de Landelijke Eenheid heeft de opdracht tot het onderzoek gegeven.
    Voor de goede orde wil ik benadrukken dat er geen sprake is geweest van een strafrechtelijk onderzoek of integriteitsonderzoek naar prof. Maat.

  • Vraag 8
    Waren de onderzoekers volledig onafhankelijk van het Ministerie van Veiligheid en Justitie?

    De onderzoekers zijn werkzaam bij de politie. Het bestuursdepartement had geen rol in het onderzoek.

  • Vraag 9
    Wanneer is het onderzoek aan u aangeboden en kunt u de versie die is aangeboden, en waarop uw brief is gebaseerd, met de Kamer delen?

    Op 10 juni 2015 heeft de korpschef van de politie het Ministerie van Veiligheid en Justitie per brief geïnformeerd over de einduitkomsten van het vertrouwelijke interne onderzoek van de politie naar de feitelijke gang van zaken rondom de lezing van prof. Maat. Deze brief is als bijlage bijgevoegd. Mijn brief aan uw Kamer over de uitkomsten van het onderzoek (d.d. 15 juni 2015) is op deze brief gebaseerd.

  • Vraag 10
    Zat er een feitenrelaas bij het onderzoek zoals het aan u is gestuurd? Zo ja, kunt u dat dan openbaar maken zoals u toch duidelijk heeft beloofd?

    Zie antwoord vraag 9.

  • Vraag 11
    Zijn er door de regering nog wijzigingen aangebracht in het onderzoek? Zo ja, welke?

    Zie antwoord vraag 9.

  • Vraag 12
    Kunt u de eindversie van het onderzoek met de Kamer delen?

    Zie antwoord vraag 9.

  • Vraag 13
    Wanneer heeft professor Maat inzage gehad in het rapport en was hij in de gelegenheid opmerkingen te maken?

    Prof. Maat is gehoord en zijn verklaring maakt deel uit van het onderzoek. De uitkomsten van het onderzoek zijn hem mondeling toegelicht. Prof. Maat kan desgewenst zijn eigen verklaring inzien.

  • Vraag 14
    Heeft professor Maat een afschrift mogen ontvangen van de stukken van het onderzoek naar zijn handelen? Zo nee, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 13.

  • Vraag 15
    Kunt u deze vragen een voor een en binnen de gebruikelijke termijn van drie weken beantwoorden en daarbij geen enkel feit overslaan?

    Ja.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2015Z13890
Volledige titel: De identificatie van de slachtoffers van de MH17
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20142015-3015
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Omtzigt over de identificatie van de slachtoffers van de MH17